Commissie: Thuiswinkel
Categorie: Schadevergoeding
Jaartal: 2014
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
86269
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil
Het geschil vloeit voort uit een op 2 september 2013 tussen partijen tot stand gekomen overeenkomst, waarbij de ondernemer zich heeft verplicht tot het leveren van een smartphone, tegen een daarvoor door de consument betaalde prijs van € 281,05. De levering heeft kort nadien plaatsgevonden.
De consument heeft op 19 maart 2014 de klacht schriftelijk voorgelegd aan de ondernemer.
Standpunt van de consument
Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt.
Op 2 september 2013 kocht ik bij de ondernemer een smartphone. Op 25 februari 2014 viel het toestel volledig uit en bracht ik dat ter reparatie naar de ondernemer.
Op 10 maart 2014 kreeg ik van de ondernemer een rapport van het door hem ingeschakelde reparatiebedrijf met de mededeling dat het toestel vanwege vochtschade onherstelbaar zou zijn. Op basis van die rapportage heb ik op 12 maart 2014 een nieuwe smartphone bij een ander bedrijf gekocht. Op advies van mijn verzekering heb ik het toestel op 13 maart 2014 bij de ondernemer opgehaald. Bij thuiskomst bleek het toestel volledig te functioneren. Op verzoek van mijn verzekering is het toestel gecontroleerd door een reparateur en die kwam tot de conclusie dat het toestel volledig is getest op alle functies en in orde is bevonden. Ik kom dan ook tot de conclusie dat de ondernemer en diens reparatiebedrijf onzorgvuldig is omgesprongen met mijn klacht omdat de smartphone normaal functioneert. Ook dient de ondernemer de oorzaak en mijn schuld aan de schade aan te tonen, hetgeen niet is gebeurd. Door het standpunt van de ondernemer heb ik ook geen garantie meer op een goedwerkende telefoon. Als gevolg van de foutieve informatie van de ondernemer beschik ik thans over twee functionerende smartphones.
De consument verlangt dat de ondernemer de smartphone terugneemt en hem de aankoopkosten zal vergoeden (omdat de consument geen twee smartphones nodig heeft).
Standpunt van de ondernemer
Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt.
De ondernemer heeft de smartphone op 25 februari 2014 na ontvangst doorgestuurd naar zijn geautoriseerde reparateur. Na opening van de telefoon constateerde de reparateur vochtschade, hetgeen maakt dat reparatie zinloos is, aangezien zichtbare vochtschade onzichtbaar kan doorwerken in andere onderdelen van het toestel. De reparateur heeft daarop het toestel overeenkomstig de in dit kader geldende regels total loss verklaard. Vocht-/waterschade valt niet onder de garantie in de zin van artikel 7:6a lid 1 BW omdat sprake is van zogenaamd “onheil van buiten” dat niet onder de verkopersgarantie valt. De ondernemer heeft de consument op 10 maart 2014 over de bevindingen geïnformeerd waarbij is aangegeven dat herstel niet mogelijk is wegens vocht-/waterschade en dat het product total loss is verklaard. In een bijbehorend toelichtingsrapport wordt over vocht-/vloeistofschade nog het volgende vermeld:
“Vocht-/vloeistofschade ontstaat niet alleen wanneer het product overduidelijk in contact met water of een andere vloeistof is geweest, maar kan ook ontstaan wanneer het product in een vochtige omgeving gebruikt wordt of door sterke temperatuursschommelingen (condensvorming). Als een product vochtig is geworden, zal dit vocht na verloop van tijd verdampen en mogelijk blijft uw product nog enige tijd “normaal” functioneren. Echter in het product zullen de restanten van het vocht verder inwerken en na verloop van tijd zal het uiteenlopende klachten vertonen”.
Dat de consument bij thuiskomst heeft geconstateerd dat het toestel nog functioneert, is zonder meer mogelijk omdat ook volgens de hiervoor reeds beschreven toelichting er altijd de mogelijkheid bestaat dat het toestel nog enige tijd normaal kan functioneren. Vocht-/waterschade geldt als onheil van buitenaf en valt als zodanig buiten de garantie. Derhalve is de ondernemer niet gehouden de smartphone kosteloos te repareren dan wel te vervangen. De consument gaat er kennelijk vanuit dat het vocht van binnenuit gekomen moet zijn, terwijl nota bene de door de verzekering van de consument zelf ingeschakelde reparateur heeft vastgesteld dat er een limonadeachtige plak op het toestel zat. De ondernemer zal een ter reparatie aangeboden toestel uitsluitend repareren indien hij er zeker van is dat de klant na reparatie een toestel ontvangt waarvan kan worden verwacht dat het gedurende de resterende levensduur van het toestel normaal zal kunnen functioneren.
Zoals eerder vermeld kan zichtbare waterschade onzichtbaar doorwerken in andere onderdelen van het toestel waardoor het toestel na enige tijd gebreken kan gaan vertonen. Dat is de reden waarom een toestel met vocht-/waterschade total loss wordt verklaard. Verder zij nog vermeld dat de zijdens de consument geraadpleegde reparateur geen geautoriseerde reparateur van de leverancier is. Verder is daadwerkelijk vochtschade aan het toestel geconstateerd. De foto’s uit het reparatierapport tonen die vochtschade ook aan; een connector is geoxideerd en er ligt een substantie op het plastic en er zijn roestplekken zichtbaar op de batterij. Die foto’s zijn ook aan de consument ter beschikking gesteld. De ondernemer concludeert dan ook tot afwijzing van de vordering van de consument.
Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.
De commissie is van oordeel dat genoegzaam is komen vast te staan dat sprake is geweest van vocht-/vloeistofschade aan de smartphone. Dit blijkt uit de door de ondernemer overgelegde reparatierapportage (prijsopgave, toelichting en foto’s) waaruit onomstotelijk van vocht-/vloeistofschade sprake is. Dit vindt overigens ook bevestiging in de door de ondernemer aangehaalde en deels geciteerde rapportage van het op verzoek van zijn verzekering ingeschakelde reparatiebedrijf waarbij gesproken wordt van een limonadeachtige plak op de batterijcase en frame. Aldus komt de commissie tot de conclusie dat sprake is geweest van vocht-/vloeistofschade, hetgeen aan te merken valt als een externe oorzaak c.q. onheil van buitenaf waarbij verder heeft te gelden dat van de zijde van de consument tegen die geconstateerde bevindingen geen enkel (tegen)bewijs is ingebracht. Dat het toestel wellicht nog functioneert, is in het licht van de bevindingen/toelichting van de ondernemer ter zake vocht-/vloeistofschade begrijpelijk, hetgeen evenwel niet wegneemt dat het toestel daardoor niet meer reparabel is (en met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid zal gaan disfunctioneren) zodat de ondernemer het dan ook terecht total loss heeft verklaard.
Gelet op deze bevindingen komt de consument geen beroep toe op het bewijsvermoeden bij consumentenkoop ex artikel 7:18 lid 2 BW dat wordt vermoed dat de zaak bij aflevering niet aan de overeenkomst heeft beantwoord indien de afwijking zich binnen een termijn van 6 maanden na aflevering openbaart (en dat de bewijslast ter zake de conformiteit op de ondernemer rust zodat de ondernemer zal moeten bewijzen dat sprake is van een conform/juist product) omdat – zoals in deze zaak – de aard van de afwijking/gebrek (te weten vocht-/vloeistofschade) zich daartegen verzet. In deze zaak kan namelijk worden vastgesteld dat de aard van de afwijking/het gebrek ziet op onheil van buitenaf zodat het wettelijk vermoeden van deze bepaling in deze zaak niet opgaat. Aldus is de ondernemer niet gehouden om de smartphone terug te nemen en de consument de aanschafkosten terug te betalen. Dat betekent dat de klacht van de consument faalt en dat de commissie van oordeel is dat de klacht ongegrond is.
Derhalve wordt als volgt beslist.
Beslissing
Het door de consument verlangde wordt afgewezen.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Thuiswinkel op 2 september 2014.