Schadeclaim na lekkende wasmachine: discussie over aansprakelijkheid voor gevolgschade

De Geschillencommissie




Commissie: Thuiswinkel    Categorie: -    Jaartal: 2025
Soort uitspraak: tussenadvies   Uitkomst: Aanvullend deskundigenonderzoek nodig   Referentiecode: 822539/889000

De uitspraak:

Waar gaat de uitspraak over?

Op 1 november 2024 kocht een consument een Frilec wasmachine voor € 389,– bij een ondernemer. Kort na installatie begon de wasmachine te lekken, wat leidde tot waterschade aan de laminaatvloer op zolder. De consument meldde dit op 28 november 2024. De ondernemer haalde de wasmachine op en vergoedde het aankoopbedrag, maar weigerde verdere schadevergoeding voor de vloer. De consument eist vergoeding van de gevolgschade, met name aan de vloer (ca. 30 m²) en een houten wand. De ondernemer stelt dat de consument onvoldoende schade heeft aangetoond en bovendien zelf had kunnen ingrijpen toen de lekkage zichtbaar werd. Een deskundige kon de wasmachine niet onderzoeken omdat deze al retour was, maar beoordeelde op basis van filmpjes en foto’s dat het water van binnenuit kwam. De oorzaak ligt waarschijnlijk bij een fout gemonteerde slang of een defecte zeepbakhouder. De lekkage werd als “ernstig” aangemerkt. De commissie oordeelt dat de consument voldoende belang bij haar eis heeft en dat sprake is van non-conformiteit. Er is volgens de commissie genoeg aannemelijk gemaakt dat er schade is, maar onduidelijk blijft hoe groot deze is en in hoeverre deze aan de ondernemer toe te rekenen valt. De commissie stelt daarom een aanvullend onderzoek in door een deskundige op het gebied van laminaatvloeren om de aard, omvang en toerekenbaarheid van de schade vast te stellen. De verdere beslissing wordt aangehouden tot na dit onderzoek.

De uitspraak

Behandeling van het geschil

Partijen zijn overeengekomen dit geschil bij bindend advies door de Geschillencommissie Thuiswinkel (verder te noemen: de commissie) te laten beslechten.

De commissie heeft kennis genomen van de overgelegde stukken.

Na een door deskundige H. Hoogendoorn verricht onderzoek is de zaak behandeld op 19 maart 2025 te Utrecht.

Partijen zijn via een live-videoverbinding op de zitting verschenen, de consument zelf en voor de ondernemer [naam] en [naam].

Onderwerp van het geschil

Dit geschil vloeit voort uit de op 1 november 2024 gesloten overeenkomst, waarbij de ondernemer een Frilec wasmachine aan de consument heeft verkocht tegen een koopprijs van € 389,–.

Deze zaak spitst zich toe op de schadevergoeding vanwege een afgeleverde ondeugdelijke wasmachine.

Standpunt van de consument

Voor het standpunt van de consument verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. Dat ter zitting toegelichte standpunt komt in de kern op het volgende neer.

Zoals sinds 28 november 2024 bij de ondernemer is gemeld, werd het nat onder de wasmachine op zolder en kwam na enige tijd de laminaatvloer op een bepaalde plek omhoog. Het betreft een omstreeks 2012 op beton gelegen laminaatvloer met ondervloer. Het vocht trekt nu door de gehele zoldervloer. De dag na de melding werd de wasmachine opgehaald en consument heeft uiteindelijk geld voor de wasmachine terug gekregen, maar voor de beschadigde vloer wil ondernemer niets doen.

Zoals ter zitting aangegeven, eist de consument een schadevergoeding voor de beschadigde vloer.

Standpunt van de ondernemer

Voor het standpunt van de ondernemer verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. Dit ter zitting toegelichte standpunt komt in de kern op het volgende neer.

Als er af en toe een plasje lag, had dat voor de consument een signaal moeten zijn dat er iets niet in orde was. Ondanks dat het de verantwoordelijkheid van de consument was, heeft de ondernemer onverplicht en uit coulance getracht een schikking te treffen. Gevraagd is om de schade te specificeren, maar de consument heeft daarop tot op heden niet gereageerd. De consument heeft haar verzoek dus niet onderbouwd en geen belang bij haar eis.

Deskundigenrapport

De deskundige heeft in hoofdlijn het volgende gerapporteerd.

Geef uw vaktechnisch oordeel over de klacht(en):
“Uit de meegeleverde documenten in het dossier maakt deskundige op dat de wasmachine al retour genomen is. Het heeft dan ook geen zin om een deskundigenonderzoek bij de consument thuis te plannen. Daarom heeft deskundige donderdag 6 februari 2025 om 9.30 uur telefonisch contact opgenomen met de consument. Deskundige heeft de consument een paar vragen gesteld om bij benadering het probleem te kunnen beoordelen. Deskundige heeft de consument gevraagd in welke fase van het wasprogramma de wasmachine lekt, en haar antwoord is dat hij lekt aan het begin van een programma als de wasmachine water neemt. Ook elders in het wasprogramma komen er druppels van binnenuit in het midden op de vloer. En ook dan hoort de consument de wasmachine water innemen. Ook aan de linkerkant onder de zeepbak ziet de consument een paar druppels vallen. Tijdens het centrifugeren treedt geen lekkage op. De consument vertelde dat ze filmpjes gemaakt heeft en die heeft doorgestuurd naar de commissie. Deze filmpjes heeft deskundige opgevraagd en beoordeeld. Ook de foto’s in het dossier welke screenshots zijn van de filmpjes heeft deskundige bekeken en beoordeeld. De wasmachine is niet meer beschikbaar voor het deskundigenonderzoek en daarom moet deskundige het doen met de opgegeven en beschikbare informatie. Volgens de consument treedt de lekkage op bij het innemen van water. De zeepbak zit links en de lekkage is links en in het midden zichtbaar, waardoor de oorzaak waarschijnlijk bij een slecht gemonteerde balgslang die van de zeepbak naar de kuip loopt, ligt. Ook kan de zeepbakhouder gescheurd zijn, waardoor er lekkage van water ontstaat tijdens het innemen van water. Op de foto’s en het filmpje is duidelijk genoeg te zien dat het water van binnenuit komt.”

De omvang van de klacht(en):
“Ernstig.”

Is herstel of reparatie technisch mogelijk? Waarom niet?
“Nee. De wasmachine is niet meer beschikbaar bij de klant voor onderzoek en reparatie.”

Beoordeling van het geschil

De commissie heeft het volgende overwogen.

De ondernemer meent dat de consument reeds wegens onvoldoende onderbouwing het belang bij de eis moet worden ontzegd, maar dit verweer faalt. Dat de consument voldoende belang bij de ingestelde eis heeft, wordt in beginsel verondersteld. Bijzondere omstandigheden om daarover in dit geval anders te oordelen, zijn niet gebleken.

De consument legt aan de eis in de kern ten grondslag dat de door de ondernemer afgeleverde wasmachine niet aan de overeenkomst heeft beantwoord. Het reeds uitgebrachte deskundigenrapport ziet uitsluitend hierop, maar behoeft geen afzonderlijke bespreking. De ondernemer weerspreekt immers niet dat de door de consument ontvangen wasmachine niet aan de overeenkomst heeft beantwoord en heeft deze inmiddels ook al teruggenomen onder terugbetaling van de koopsom. Deze zaak spitst zich vervolgens toe op de schade die de ondernemer als gevolg daarvan aan de consument moet vergoeden.

De consument eist een vergoeding voor de door de ondeugdelijke wasmachine veroorzaakte schade, in het bijzonder voor de als gevolg daarvan geleden waterschade aan de zoldervloer van ca. 30 m2 en aan een daarop geplaatste houten wand. Hoewel de consument in beginsel aannemelijk dient te maken of en welke schade zij daadwerkelijk lijdt, oordeelt de commissie het op grond van de ingebrachte stellingen en stukken voorshands voldoende aannemelijk dat er enige (laminaatvloer)schade is. Onduidelijk blijft evenwel wat de aard en omvang van de schade is en in hoeverre dat als een gevolg van de afgeleverde ondeugdelijke wasmachine nog aan de ondernemer valt toe te rekenen. Zo is de ondernemer bijvoorbeeld niet gehouden tot vergoeding van schade die aan de consument toerekenbaar is, bijvoorbeeld door achterwege gelaten schadebeperkende maatregelen die redelijkerwijs van de consument hadden mogen worden verwacht.

De commissie zal bepalen dat een (nader) onderzoek naar de door de consument geleden schade zal worden ingesteld door een (laminaatvloer)deskundige en verzoekt deze om zo mogelijk ook over de hiervoor genoemde aspecten te rapporteren.

De commissie zal elke verdere beslissing aanhouden en beslist nu als volgt.

Beslissing

De commissie bepaalt dat de een (nader) onderzoek zal worden ingesteld door een nog aan te wijzen (laminaatvloer)deskundige en verzoekt deze om zo mogelijk ook over de hiervoor door de commissie genoemde aspecten te rapporteren.

De deskundige zal schriftelijk rapport aan de commissie uitbrengen.

Het rapport zal in afschrift aan partijen worden gezonden.

Partijen zullen in de gelegenheid worden gesteld daarop binnen twee weken schriftelijk hun op- of aanmerkingen aan de commissie kenbaar te maken.

Tenzij (één van) partijen uitdrukkelijk te kennen (geeft) geven een nadere mondelinge behandeling te wensen, zal de commissie daarna op basis van de stukken bindend adviseren.

De commissie houdt elke verdere beslissing aan.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Thuiswinkel, bestaande uit mr. M.G.W.M. Stienissen, voorzitter, mr. S.L.R. van Nuijs en mr. L. Schots-Smit, leden, op 19 maart 2025.