Commissie: Recreatie
Categorie: Schikking ter zitting
Jaartal: 2022
Soort uitspraak: bindend advies
Uitkomst: Schikking ter zitting
Referentiecode:
127756/131571
De uitspraak:
Waar gaat de uitspraak over?
De klacht gaat erover dat de ondernemer de betaald niet borg terugbetaalt en extra schadevergoeding heeft gevraagd van de consument. De consument betwist deze schade en stelt zelf dat er gebreken aan het vakantiehuisje zaten. De ondernemer stelt dat de groep bij verstrek zeven natte matrassen hebben achtergelaten. De ondernemer beroept zich op de algemene voorwaarden. De commissie komt niet toe aan een inhoudelijke beoordeling van het geschil, omdat partijen ter zitting overeenstemming hebben bereikt over de oplossing.
De uitspraak
Onderwerp van het geschil
De consument heeft de klacht voorgelegd aan de ondernemer.
Het geschil betreft de vordering van de ondernemer tot schadevergoeding (€ 817,–) en in verband daarmee de niet-terugbetaling van de door de consument betaalde borg van € 500,–.
De consument heeft een bedrag van € 317,– niet betaald en bij de commissie gedeponeerd.
Standpunt van de consument
Voor het standpunt van de consument verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.
In het weekend van 16-19 juli 2021 verbleef de consument met een groter gezelschap in de groepsvilla [naam villa] op vakantiepark [naam park] van de ondernemer. Het verblijf was zeer prettig, alhoewel het gezelschap hinder ondervond van de gebreken van de villa. Vijf dagen nadat ze uit het huisje vertrokken waren, heeft de consument zelf naar het vakantiepark gebeld met de vraag of zij de borg terug konden storten. Toen kreeg de consument plotseling te horen dat er een probleem was met de matrassen en dat hij het borgbedrag niet terug zou ontvangen, én verder of hij nog eens € 317,– extra kon betalen voor schade waar de consument en het gezelschap zich totaal niet in herkenden.
Hiervoor wilde de ondernemer in totaal dus € 817,– ontvangen, waarvan hij al € 500,– had door het inhouden van de borg. Hierop heeft de consument uiteraard direct telefonisch contact opgenomen, omdat hij het hier niet mee eens was. Telefonisch kon hem vervolgens niet duidelijk gemaakt worden wat er precies aan de hand was, enkel dat hij het genoemde bedrag moesten betalen. Pas op 26 juli 2021, ná meermaals mailverkeer en nogmaals gebeld te moeten hebben, stuurde het vakantiepark de consument foto’s waarop volgens hen te zien is wat er aan de hand was. Ten eerste kan de consument op de foto’s niet zien wat er blijkbaar aan de hand is, en telt het niet eens het aantal bedden waarover het vakantiepark de consument aanklaagt. Daarom wil de consument het volledige bedrag terugontvangen en wil hij een schadevergoeding van € 250,– ontvangen voor het ontnomen vakantiecomfort, gezien de douches op de bovenste verdieping lekten. Hierdoor liep er water door de vloer naar de benedenverdiepingen en hebben de consument en het gezelschap in dit weekend, met een groep van twintig personen, slechts twee van de vier douches kunnen gebruiken. Dit heeft de consument overigens direct tijdens het verblijf bij de receptie van het vakantiepark gemeld, waarna uiteraard geen gebruik meer is gemaakt van de bewuste douches.
Standpunt van de ondernemer
Voor het standpunt van de ondernemer verwijst de commissie naar de overgelegde stukken, waarvan in het bijzonder het verweerschrift van 26 oktober 2021. De inhoud daarvan dient als hier herhaald en ingelast te worden beschouwd. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.
De consument is op 16 juli 2021 samen met zijn reisgezelschap ingecheckt op Bungalowpark [naam park]. Op 18 juli 2021 heeft hij bij de parkreceptie kenbaar gemaakt dat hij samen met zijn reisgezelschap wilde uitchecken en het park zou verlaten. Tijdens deze melding heeft de consument ook doorgegeven dat er een lekkage was in de gehuurde vakantiewoning. Er zou water vanuit de douches door het plafond komen. Het personeel heeft van de consument vernomen dat hij de situatie rondom de lekkage alleen kenbaar wilde maken, zodat het personeel hiervan op de hoogte was. Hij heeft namelijk niet doorgegeven dat deze lekkage een reden voor zijn vroegtijdige vertrek was. Uiteraard had het personeel ter plaatse wel graag eerder op de hoogte willen zijn van de, volgens de consument, betreffende lekkage. Zij hadden dan direct de situatie omtrent de douches kunnen bekijken én, waar nodig, een passende oplossing kunnen aanbieden. Zij zijn hiervoor echter niet in de gelegenheid gesteld, doordat de consument en zijn reisgenoten besloten hadden om het park te verlaten. De huishoudelijke dienst controleert na het vertrek van alle gasten, het vakantieverblijf op hygiëne inventarisgebreken en schade. Deze eindcontrole is de reden dat een waarborg in rekening wordt gebracht. Als gasten de vakantiewoning volgens de voorschriften achterlaten én indien de bankgegevens bekend zijn, zal de waarborgsom worden teruggestort. Als de huishoudelijke dienst (schoonmaak)werkzaamheden moet uitvoeren en/of als er schade geconstateerd wordt, wordt de gehele waarborgsom óf een deel daarvan ingehouden. Deze informatie staat ook vermeld in de algemene voorwaarden. Na het vertrek van de consument en zijn reisgenoten heeft de huishoudelijke dienst de vakantiewoning gecontroleerd en hebben zij zeven natte matrassen in de gehuurde vakantie aangetroffen. Hierbij bevonden zich op vijf matrassen kleine tot zeer grote natte plekken én 2 matrassen waren volledig nat. Het vocht van één van de matrassen is zelfs tot in de vloerbedekking doorgedrongen. Verder heeft de huishoudelijke dienst geconstateerd dat er op de ramen aan de voorzijde van de vakantiewoning, bij het terras, veel waterdruppels aanwezig waren. De huishoudelijke dienst heeft vervolgens extra werkzaamheden moeten verrichten om de vakantiewoning in orde te maken, hetgeen de nodige tijd en (arbeids)kosten met zich meebracht. Om deze reden heeft de parkleiding besloten om de waarborgsom à € 500,– in te houden én een schadebedrag van € 317,– aan de consument door te berekenen.
Op basis van bovengenoemde informatie is de ondernemer van mening dat een terugbetaling van de waarborgsom à € 500,–, het ongedaan maken van de schadefactuur à € 317,– en een vergoeding à € 250,– voor het ontnomen vakantiecomfort niet terecht is. De ondernemer heeft immers de algemene voorwaarden toegepast door de waarborgsom in te houden en een schade door te berekenen, omdat de consument en zijn reisgezelschap de gehuurde vakantiewoning niet volgens de voorschriften hebben achtergelaten. Daarnaast is de ondernemer van mening dat er van ontnomen vakantiecomfort geen sprake is. Indien het vroegtijdige vertrek van de consument en zijn reisgenoten te maken heeft met hun onvrede over de douches, hadden zij al op een eerder moment tijdens het verblijf hun ongenoegen kunnen melden bij de parkreceptie óf via het servicecenter. De consument en zijn reisgenoten hebben de kwestie omtrent de douches pas gemeld op het moment dat zij uitcheckten. Het personeel is hierdoor niet in de gelegenheid gesteld een passende oplossing aan te bieden. Goed om te weten is dat de parkleiding na het vertrek van de consument en zijn reisgenoten de douches heeft geïnspecteerd, waarbij geen mankementen zijn geconstateerd.
Schikking
Nu partijen ter zitting (alsnog) overeenstemming hebben bereikt over de wijze waarop het geschil zal worden opgelost, wordt niet toegekomen aan een inhoudelijke beoordeling van het geschil en zal de commissie volstaan met het hierna vastleggen van de tussen partijen tot stand gekomen schikking.
De schikking behelst dat elke partij – uitgaande van een schadebedrag van € 800,– – de helft daarvan voor zijn rekening neemt. De ondernemer heeft de door de consument betaalde borg van € 500,– niet terugbetaald. De consument heeft een bedrag van € 317,– in depot gestort. Gelet op het feit dat elke partij een bedrag van € 400,– voor zijn rekening neemt, dient de ondernemer een bedrag van € 100,– aan de consument terug te betalen. Het restbedrag van de borg, te weten € 400,–, kan worden beschouwd als het aandeel in de schade dat de ondernemer voor zijn rekening neemt. Het depotbedrag komt aan de consument toe. Voor het overige zijn partijen elkaar niets meer verschuldigd.
Derhalve wordt beslist als volgt.
Beslissing
De ondernemer dient aan de consument een bedrag van € 100,– te betalen. Betaling dient plaats te vinden binnen een termijn van 14 dagen na de verzenddatum van dit bindend advies.
Met inachtneming van het bovenstaande wordt het depotbedrag als volgt verrekend.
Het depotbedrag komt aan de consument toe.
Overeenkomstig het reglement van de commissie is de ondernemer aan de commissie behandelingskosten verschuldigd.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Recreatie, bestaande uit de heer mr. H.A. van Gameren, voorzitter, de heer P.W.M. Meijkamp, mevrouw drs. P.C. Hoogeveen-de Klerk, leden, op 13 januari 2022.