Schikking ter zitting. Ondernemer erkent fouten in communicatie naar ouders.

De Geschillencommissie




Commissie: Kinderopvang    Categorie: Schikking ter zitting    Jaartal: 2024
Soort uitspraak: bindend advies   Uitkomst: Schikking ter zitting   Referentiecode: 236734/247267

De uitspraak:

Waar gaat de uitspraak over?

Het geschil betreft de wijze van communiceren van de ondernemer over het aannamebeleid en de wachtlijst voor de BSO. De zoon van de consument was bijna een jaar ingeschreven op de wachtlijst van de ondernemer voor de locatie van de BSO waar ook zijn oudere zusje werd opgevangen. De consument verwijt de ondernemer dat hem niet was meegedeeld dat voor de zoon geen opvangplaats beschikbaar was. De ondernemer heeft toegegeven dat er een fout is gemaakt in de communicatie maar wil de schade van de consument niet compenseren. De consument begrijpt een dergelijke onzorgvuldige en laconieke houding van de ondernemer niet. Tijdens de mondelinge behandeling hebben partijen alsnog overeenstemming bereikt over de wijze waarop het geschil opgelost zal worden. De ondernemer zal binnen twee weken na ontvangst van deze vaststelling een bedrag van € 400,– aan de consument betalen bij wijze van genoegdoening en het klachtengeld vergoeden.

Volledige uitspraak

Onderwerp van het geschil

Het geschil betreft de wijze van communiceren van de ondernemer over het aannamebeleid en de wachtlijst voor de BSO. De zoon van de consument was bijna een jaar ingeschreven op de wachtlijst van de ondernemer voor de locatie van de BSO waar ook zijn oudere zusje werd opgevangen. De consument verwijt de ondernemer dat hem niet was meegedeeld dat voor de zoon geen opvangplaats beschikbaar was.

Standpunt van de consument

De drie kinderen van de consument werden opgevangen door de ondernemer. De jongste twee kinderen in het kinderdagverblijf en de oudste dochter op de BSO locatie van de ondernemer. Om ervoor te zorgen dat de zoon van de consument op vierjarige leeftijd, op 10 mei 2023, naar deze zelfde BSO locatie zou kunnen gaan als zijn oudere zusje heeft de consument zijn zoon in juni 2022 bij de BSO van de ondernemer aangemeld. De consument ontving van de ondernemer een bevestiging en een melding dat de zoon op de wachtlijst voor de BSO was geplaatst.

Enkele weken voor de beoogde ingangsdatum van 10 mei 2023 heeft de consument zelf contact opgenomen met de ondernemer over de opvangdagen. De consument werd toen meegedeeld dat de zoon niet op de BSO geplaatst zou kunnen worden omdat er een voorrangsregeling gold voor kinderen gelieerd aan scholen van de opvang van de ondernemer. Dit is op geen enkele wijze vooraf of later aan de consument kenbaar gemaakt. De consument was hierdoor totaal verrast en niet meer in de gelegenheid om tijdig vervangende opvang voor de zoon te regelen. De consument heeft dan ook van mei 2023 tot augustus 2023 geen mogelijkheid tot opvang voor de zoon gehad en heeft daardoor 16 verlofuren moeten opnemen en 58 uren thuis moeten werken. De schade die de consument als gevolg hiervan heeft geleden bedraagt  € 1.431,14. De ondernemer heeft toegegeven dat er een fout is gemaakt in de communicatie maar wil de schade van de consument niet compenseren. De consument maakte al acht jaar gebruik van de opvangvoorzieningen van de ondernemer voor zijn drie kinderen. De consument begrijpt niet dat de ondernemer op een dergelijke onzorgvuldige en laconieke wijze met de ouders en kinderen om heeft kunnen gaan. De consument heeft zijn vertrouwen in de ondernemer verloren en heeft de opvangovereenkomsten voor zijn kinderen opgezegd.

Standpunt van de ondernemer

De ondernemer heeft erkend dat hij een aantal steken heeft laten vallen in de communicatie naar de consument. Zo is verzuimd om aan de consument kenbaar te maken dat in geval van een wachtlijst kinderen die onderwijs volgen op een school gelieerd aan de ondernemer voorrang genieten. Voorts is verzuimd om twee maanden voor de plaatsing van de zoon aan de consument mee te delen dat de zoon niet geplaatst zou kunnen worden. De ondernemer heeft de consument hiervoor excuses aangeboden.

De ondernemer stelt zich echter op het standpunt dat voor de zoon slechts sprake was van een plaatsing op een wachtlijst. Tussen partijen was nog geen opvangovereenkomst tot stand gekomen zodat de ondernemer ook niet tekort kan zijn geschoten in de nakoming daarvan. De ondernemer kan dan ook niet aansprakelijk zijn voor de eventueel door de consument geleden schade. Ten overvloede merkt de ondernemer op dat de consument niet gecompenseerd kan worden voor thuiswerkuren aangezien de consument hierdoor geen financiële schade heeft geleden.

Beoordeling van het geschil

Tijdens de mondelinge behandeling hebben partijen alsnog overeenstemming bereikt over de wijze waarop het geschil opgelost zal worden. Dit betekent dat de commissie niet toekomt aan een inhoudelijke beoordeling van het geschil. Volstaan wordt met het hierna vastleggen van de tussen partijen tot stand gekomen schikking.

Schikking

Partijen zijn overeengekomen dat:

–             de ondernemer binnen twee weken na ontvangst van deze vaststelling een bedrag van € 400,– aan de consument zal betalen bij wijze van genoegdoening;

–             de ondernemer een bedrag van € 25,– aan de consument zal vergoeden ter zake van het klachtengeld;

–             zij ter zake van dit geschil geen beroep meer zullen doen op de commissie of een andere rechtsgang zullen gaan bewandelen.

Aldus vastgelegd door de Geschillencommissie Kinderopvang, bestaande uit de heer mr. A.R.O. Mooy, voorzitter, de heer mr. A.J. Quant, de heer H. Stel, leden, in aanwezigheid van mevrouw mr. J.C. Quint, secretaris, op 13 mei 2024.