Schilderwerk deels over oude plamuurlagen en verfsystemen aangebracht. In verband met de kans dat hierdoor problemen ontstaan voor het nieuwe schilderwerk, had de ondernemer schriftelijk een voorbehoud moeten maken in de offerte.

  • Home >>
  • Waterrecreatie >>
De Geschillencommissie




Commissie: Waterrecreatie    Categorie: Herstel    Jaartal: 2017
Soort uitspraak: -   Uitkomst: -   Referentiecode: 106100

De uitspraak:

Onderwerp van het geschil

Het geschil heeft betrekking op het door de ondernemer uitgevoerde schilderwerk aan de Motorkruiser van de consument.

Standpunt van de consument

Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt.

In juli 2014 heeft de ondernemer conform de offerte van 25 september 2012 schilderwerk uitgevoerd aan de motorkruiser van de consument, merk Van der Valk, bouwjaar 1981, voor een bedrag van      € 12.069,75 inclusief BTW.
Na vijf maanden begon de lak van de bovenbouw te blazen en los te laten op het loopvlak, in de kuip, op de dekken en langs en onder de vensters. De consument heeft hierover geklaagd bij de ondernemer en in mei 2015 heeft er gedeeltelijk herstel van het uitgevoerde werk plaatsgevonden.  Deze werkzaamheden zijn (wederom) slecht uitgevoerd en na drie maanden begon de lak op diverse plaatsen al weer los te laten en te blazen. De consument heeft dit telefonisch gemeld bij de ondernemer en gelijk een afspraak gemaakt met de directeur voor na de vakantie op 28 augustus 2016. De directeur was niet aanwezig, in tegenstelling tot wat er tussen partijen was afgesproken. De consument heeft diverse telefoontjes gepleegd om te proberen onderling met de ondernemer tot een oplossing te kunnen komen, maar kreeg hierop geen enkele reactie. Toen heeft de consument besloten een aangetekend schrijven te verzenden, maar de enige reactie daarop was een mededeling (na drie maanden) dat de kwestie bij de verzekeringsmaatschappij zou worden neergelegd. Deze kwestie heeft de consument inmiddels € 13.500,- gekost, terwijl je toch mag verwachten dat je voor een dergelijk bedrag wel iets fatsoenlijks terug mag krijgen. De consument was beloofd dat hij de eerste tien jaar geen omkijken meer zou hebben naar zijn boot.

De consument ontving vervolgens een schrijven gedateerd 11 november 2016 van de gemachtigde van de ondernemer, de rechtsbijstandsverzekeraar, waarin wordt ontkend dat er sprake zou zijn van een tekortkoming van de zijde van de ondernemer. De consument zou op de hoogte zijn van de risico’s (van het niet volledig kaal maken van de boot) en de ondernemer zou aan de waarschuwingsplicht hebben voldaan. De ondernemer wil alleen nog herstel uitvoeren op kosten van de consument.

De consument stelt dat de ondernemer verantwoordelijk is voor de slechte kwaliteit van het geleverde schilderwerk. De consument verlangt een geldelijke compensatie zodat hij het schilderwerk elders opnieuw kan laten uitvoeren. De consument houdt de ondernemer aansprakelijk voor de door hem geleden en te lijden schade vanwege de ondeugdelijkheid van het geleverde werk.

Ter zitting heeft de consument verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd.

De consument is bij het sluiten van de overeenkomst niet gewezen op de noodzaak het schip kaal te laten maken, teneinde het gewenste resultaat te kunnen bereiken. Er is geen voorbehoud gemaakt in verband met het resultaat van de uit te voeren werkzaamheden. De opdracht is door de ondernemer aanvaard zonder voorbehoud.

De optie om de boot te stralen is niet besproken.

De consument heeft geen vertrouwen meer in herstel door de ondernemer. Hij wil een derde partij het herstel uit laten voeren. Hij verlangt van de ondernemer tenminste een vergoeding van € 3.000,- als schikkingsbedrag teneinde de zaak te sluiten. De ondernemer geeft aan tegemoet te willen komen tot een bedrag van maximaal € 2.500,-.

Standpunt van de ondernemer

Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt.

Medio 2012 heeft de consument zich tot de ondernemer gewend met het verzoek een offerte op te maken voor het schilderen van zijn boot. De ondernemer heeft toen geadviseerd om de boot geheel blank te maken, alle bestaande verflagen te verwijderen, de boot te gronden en af te lakken. Bij het enkel schuren en overschilderen van de oude verflagen bestaat het risico op blaasvorming en daar is de consument op gewezen door de ondernemer. Een dergelijke volledige behandeling vond de consument te prijzig en daarom is voor de romp tot aan de railing en de bovenbouw inclusief loopdekken een offerte gemaakt om te schuren, te gronden en af te lakken. De consument is daarmee akkoord gegaan. Op het achterdek bleek een dergelijke werkwijze niet mogelijk vanwege de aanwezigheid van verschillende materialen. Het achterdek is daarom, in afwijking van de offerte, behandeld conform het oorspronkelijk advies van de ondernemer.
Zoals verwacht heeft de uitvoering conform opdracht geleid tot gebreken. Nu de ondernemer de consument herhaaldelijk gewezen heeft op de risico’s, geen garantie heeft gegeven op het uitgevoerde werk, aangezien geen opdracht is gegeven conform advies en de gebreken derhalve te wijten zijn aan onjuistheden in de opdracht danwel aan ongeschiktheid van de boot voor deze opdracht, is de ondernemer niet gehouden over te gaan tot kosteloos herstel, terugbetaling van de betaalde aanneemsom of vervangende schadevergoeding. Desalniettemin is de ondernemer bereid de bovenbouw blank te maken, van grondlagen te voorzien op kosten van de consument en de bovenbouw kosteloos te schilderen.

Resumerend stelt de ondernemer dat voor 100% kwaliteit een boot van 36 jaar oud gestraald moet worden. De consument is hierop gewezen. Bij de door de ondernemer toegepaste bewerking, conform het verzoek van de consument, wordt geen garantie verleend. Dit blijkt ook uit de offerte en de rekening. De ondernemer is niet aansprakelijk voor de ontstane gebreken en het herstel dient derhalve ook niet voor rekening van de ondernemer te komen.

Ter zitting heeft de ondernemer verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd.

De ondernemer legt uit dat de problemen met het schilderwerk ontstaan op de overgangen van niet-kaal gemaakte delen naar wel kaal gemaakte delen van de boot. In de overgang komt koolstof vrij en die drukt de verfsystemen los. Het volledig kaal maken van de boot is zeker uitgebreid met de consument besproken, maar is niet als voorbehoud voor het geven van garantie vastgelegd in de offerte. Maar omdat het wel uitgebreid is besproken, dacht de ondernemer dat het wel goed zou zitten. Dit is de eerste keer dat de ondernemer een dergelijk geschil heeft; hij doet dit werk al vanaf 1980 en heeft dus ervaring genoeg.

Teneinde het probleem van corrosie door vrijgekomen koolstof te voorkomen, zoals in casu is opgetreden, dient het schip volledig gestraald te worden. Dan vindt namelijk ook oppervalaktebehandeling aan het staal plaats en dat voorkomt puterosie zoals bij de boot van consument is opgetreden. Bij het alleen schuren van de boot blijft ongeveer 10% van de verontreiniging zitten in tegenstelling tot bij stralen. Stralen is echter gezien de hoge kosten die daarmee gepaard gaan, geen optie.

De ondernemer biedt desgevraagd aan conform het expertiserapport de boot te repareren op zijn kosten. Eventueel is hij bereid mee te werken aan een financiële oplossing van deze kwestie en biedt de consument aan de netto kosten voor herstel ad € 2.500,– te vergoeden.

Deskundigenrapport

De door de commissie ingeschakelde deskundige heeft blijkens zijn rapport, voorzover thans van belang, het volgende vastgesteld.

Korte omschrijving van de klachten

De consument is ontevreden over de uitgevoerde werkzaamheden van de ondernemer, waaronder het uitgevoerde schilderwerk van de opbouw, dekken, boeisel en vertoont onregelmatigheden, te weten:

– barstjes in het verfsysteem rond de middenbolders aan de bakboord -en stuurboord.-zijde;
– corrosieplek naast de water vuldop;
– plamuurafwerking rond de vuldoppen in de gangboorden is niet juist afgewerkt;
– op diverse kleine plaatsen zijn kleine bobbeltjes onder het lakwerk waarneembaar;
– onder de aanhechting van de pijp van het boeisel is het verfsysteem op enkele plaatsen gebarsten;
– er is een verfnaad zichtbaar op het kajuitdak, omdat deze door de ondernemer nog een keer is over    
  geschilderd;
– op het kajuitdak zijn onder de laklagen de contouren zichtbaar van een geplamuurde plaats;
– bobbeltjes in het verfsysteem en/of plamuurlaag op de stootranden ter plaatse van het achterschip;
– bobbeltjes zichtbaar rond de omtrek van het luik van het kajuitdak.

Vaktechnisch oordeel

De consument heeft conform de offerte van de ondernemer d.d. 25-9-2012 de boot begin 2014 laten schilderen.
De boot is met de hand geschilderd met een Double Coat verfsysteem van de IJssel.
De ondernemer heeft alleen het achterdek, de gangboorden en rond de raamsponningen tot op het blanke staal geschuurd. De ramen waren hierbij gedemonteerd. De overgangen van scherpe randen van bijvoorbeeld de opbouw, het boeisel en de tankdoppen zijn geplamuurd. Op enkele plaatsen waar plamuur is gebruikt, is een lichte vorm van zeer kleine blaasjes waarneembaar.

Tijdens de inspectie heeft de deskundige met toestemming van cliënt, de blaas in het gangboord, bij de tankdop met een mes open gemaakt. Onder deze blaas kwam corrosie tevoorschijn. Gelet op de foto’s die in het dossier zitten, zijn de gangboorden, tot op het kale staal, blank geschuurd. Deze zeer plaatselijke corrosie, moet een hechtingsprobleem zijn geweest, tijdens het aanbrengen van de primer lagen (base coat).
De ervaring leert dat blaasjes in het verfsysteem ten gevolge van plamuren kunnen ontstaan, door niet goed uitgeharde plamuur laag of lagen. De plaatsen waar de verflagen zijn gebarsten, kan eveneens een plamuurfout zijn geweest.
Op het kajuitdak is een plamuur plaats, een plek van circa 40 x 30 cm, alleen visueel waarneembaar met een bepaalde lichtval. Omdat dit zo minimaal is, gaat de deskundige hier verder niet op in. Voorts zijn op het kajuitdak twee snijlijnen waarneembaar, waar de verflaag is afgeplakt. De ondernemer verklaarde dat het kajuitdak nog een keer was overgeschilderd, waardoor een snijlijn is ontstaan.

De verfdikte laag en de glans zijn als ruim voldoende te kwalificeren.
De romp is eveneens door de ondernemer geschilderd, over de bestaande verflagen heen.
Hier zijn geen problemen mee.
De barsten in het schilderwerk bij de bolders en de corrosie in het gangboord zijn door werkfouten van de ondernemer ontstaan. Hierbij merkt de deskundige op dat over oude plamuurlagen en verfsystemen van een boot uit 1980 de kans op problemen, na het aanbrengen van nieuwe verfsystemen altijd aanwezig kan zijn.

In het onderhavige geval is de deskundige van mening dat de algehele dekken en opbouw niet geheel behoeft te worden overgeschilderd. Plaatselijk herstel, zoals bijvoorbeeld het over schilderen van de het boeisel aan de binnenzijde tot de overgang naar het gangboord, het antislip gedeelte, is mogelijk. Dat hierbij een snijlijn van de verfsystemen eventueel zichtbaar zouden kunnen worden acht de deskundige acceptabel en billijk.

Conclusie:
De kwaliteit van het geleverde schilderwerk conform de offerte van de ondernemer is op diverse plaatsen onvoldoende.
Plaatselijk herstel van onvolkomenheden is acceptabel.

Herstel

Herstel is technisch mogelijk door opnieuw schuren, gronden en aflakken van de binnenzijde van het boeisel aan de bakboord en stuurboordzijde inclusief de pijp op het boeisel, overschilderen van het kajuitdak, plaatselijk bijwerken van de blazen op het achterdek en op de stootlijsten aan de achterzijde.

De herstelkosten hiervan zullen zijn:
(bij benadering de kosten van materiaal en/of arbeid (incl. BTW) specificeren)

Hellingen uit in het water inclusief stadagen in de hal     1.000,–
Schuren, gronden, plamuren waar nodig
en aflakken opbouw en gangboorden 
32 x 56,-          1.792,–

Materiaal, verf, plamuur, klein materiaal       500,–

Totaal exclusief BTW       €   3.292,–
       BTW                                                                                        691,32
        TOTAAL                                                                    €             3.983,32

Toelichting
1)
Voor de realisatie van 100% kwaliteit van het schilderen van een boot uit 1980, zal zo’n schip geheel gestraald moeten worden, om vanaf de basis opnieuw te kunnen beginnen. Schilderen of spuiten over oude plamuurlagen, heeft de praktijk bewezen dat dit vaak problemen met zich mee brengt.
In de offerte van de ondernemer staat niets over het verwijderen van het verfsysteem. Eveneens staat er niets over het verwijderen van de ramen van de salon.

2)
De deskundige heeft niet de originele offerte van de ondernemer overgenomen ad € 5.262,40 exclusief btw voor het behandelen van de bovenbouw, omdat het thans minderwerk is. Tevens hoeft niet alles te worden overgeschilderd.

Beoordeling van het geschil

De commissie heeft gelet op hetgeen over en weer door partijen voor zover hier relevant het volgende overwogen.

De klacht betreft de kwaliteit van het schilderwerk, uitgevoerd door de ondernemer. 
De commissie heeft een deskundige opdracht gegeven om de klacht van de consument te onderzoeken. De commissie neemt de technische bevindingen van de deskundige, zoals hiervoor weergegeven, over nu zij geen aanleiding heeft daaraan te twijfelen. Daarmee staat vast dat het geleverde schilderwerk conform de offerte van de ondernemer op diverse plaatsen onvoldoende is.
Op grond daarvan is de ondernemer tekort geschoten in de nakoming van zijn verplichtingen jegens de consument, zoals vastgesteld in de offerte van 25 september 2012. Derhalve zal de commissie vast moeten stellen of de ondernemer de herstelwerkzaamheden zal moeten uitvoeren aan de boot danwel vervangende schadevergoeding zal dienen te betalen aan de consument.

De ondernemer stelt dat hij een uitdrukkelijk voorbehoud heeft gemaakt ten aanzien van de garantie op de werkzaamheden, nu de onderliggende verflagen voor problemen zouden kunnen zorgen bij de opgedragen werkzaamheden (waarbij de ondergrond niet volledig kaal wordt gemaakt). Wordt een dergelijk voorbehoud gemaakt, dan mag naar het oordeel van de commissie worden verwacht, dat dit voorbehoud zijn weerslag vindt in de offerte. Nu een dergelijk voorbehoud niet schriftelijk is vastgelegd, wordt deze stelling van de ondernemer op geen enkele wijze onderbouwd.
Dit staat echter los van het feit dat de commissie geen enkele aanleiding heeft om aan het vakmanschap van de ondernemer te twijfelen. Ook ter zitting heeft de ondernemer van zijn de gedegen kennis doen blijken.
 
De ondernemer heeft ter zitting aangeboden de herstelwerkzaamheden conform het deskundigenrapport uit te voeren, doch de commissie kan begrijpen dat de consument daar – na meerdere herstelpogingen – geen vertrouwen meer in heeft. De commissie zal daarom de ondernemer verplichten tot het betalen van een schadevergoeding.

De deskundige heeft plaatselijk herstel van de werkzaamheden begroot op een totaal bedrag van      € 3.983,32 inclusief BTW. De commissie ziet echter aanleiding de vergoeding voor de post ‘Hellingen uit in het water inclusief stadagen in de hal’ te matigen, omdat de reparatiewerkzaamheden plaatsvinden aan de bovenbouw van het schip, zodat er geen hellingkosten zullen zijn.

De commissie acht het op grond van het voorgaande redelijk en billijk de ondernemer de consument een schadevergoeding te laten betalen, welke de commissie ex aequo et bono begroot op € 3.250,- waaronder begrepen de kosten voor herstel van de in het deskundigenrapport genoemde te herstellen punten.
Daarnaast dient de ondernemer het door de consument betaalde klachtengeld voor zijn rekening te nemen.

Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht van de consument gegrond is.

Derhalve zal de commissie als volgt beslissen.

Beslissing

De ondernemer betaalt binnen 4 weken na ontvangst van dit bindend advies aan de consument terzake schadevergoeding een bedrag van € 3.250,- en vergoedt binnen die termijn aan de consument voorts het door deze voldane klachtengeld van € 127,50.

Het door de consument meer of anders verlangde wordt afgewezen.

Overeenkomstig het reglement van de commissie is de ondernemer aan de commissie als bijdrage in de behandelingskosten van het geschil een bedrag verschuldigd van € 150,-.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Waterrecreatie op 3 april 2017.