Commissie: Reizen
Categorie: Aansprakelijkheid
Jaartal: 2014
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
REI07-0690
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil
Het geschil vloeit voort uit een op 15 februari 2007 met de reisorganisator tot stand gekomen overeenkomst. De reisorganisator heeft zich daarbij verplicht tot het leveren van een vliegreis voor zes personen naar Lesbos in Griekenland voor de periode van 15 t/m 22 mei 2007, voor de som van € 2.5175,– inclusief de huur van een auto. De reis heeft niet plaatsgehad.
Klager heeft op 18 mei 2007 de klacht voorgelegd aan de reisorganisator.
Standpunt van klager
Het standpunt van klager luidt in hoofdzaak als volgt.
Bij aankomst op Schiphol vernamen wij dat er een staking was van grondpersoneel op de luchthaven van Lesbos, zodat de vlucht daarheen geen doorgang kon vinden. Als alternatief werd ons een vlucht naar Athene aangeboden met een aansluitende bus- en boottocht die 10 uur in beslag zou nemen. Voor ons was dit alternatief met twee kleine kinderen en mijn schoonvader die net een schouderoperatie achter de rug had niet te doen en wij hebben dit dus moeten afwijzen. Andere, meer aanvaardbare alternatieven waren er niet. De reisorganisator wil de reissom (met uitzondering van € 485,– voor de huur van de auto, welk bedrag wij inmiddels hebben terugontvangen) niet terugbetalen. De reisorganisator doet daarvoor een beroep op overmacht. Dat beroep gaat ons inziens niet op. Circa 14 dagen voor ons vertrek was de onderhavige staking al aangekondigd, zodat de reisorganisator daarop voorbereid had kunnen zijn. Dat werd ons door andere reizigers op Schiphol verteld. Ik wil tevens mijn vervolgschade vergoed hebben. Die bestaat uit € 32,– annuleringskosten van het hotel, dat wij zelf hadden geboekt, en € 77,– parkeerkosten Schiphol.
Standpunt van de reisorganisator
Het standpunt van de reisorganisator luidt in hoofdzaak als volgt.
Wij doen een beroep op overmacht als bedoeld in artikel 12 van de ANVR-voorwaarden. Er was wel een stakingsoproep door de vakbond aangekondigd, maar of er ook werkelijk een staking zou komen was nog onzeker. Ingeval van overmacht dient volgens de ANVR-voorwaarden iedere partij de eigen schade te dragen. Wij kunnen de reissom (met uitzondering van de reeds terugbetaalde autohuur) dus niet terugbetalen. Daarbij komt dat wij hebben voldaan aan onze verplichting om te zorgen voor het best mogelijke alternatief. Dat klager dat alternatief niet heeft geaccepteerd, kan niet voor onze rekening komen.
Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.
In het dossier bevindt zich een uitdraai van een internet nieuwsbericht d.d. 1 mei 2007, waarin gewag wordt gemaakt van een reeds begonnen 24-uurs staking van grondpersoneel in Griekenland, waardoor Olympic Airlines verschillende vluchten heeft moeten annuleren. In dat bericht wordt ook melding gemaakt van een oproep van de grootste Griekse vakbond tot een nationale staking op 15 mei. Een oproep tot staking houdt nog niet de zekerheid in dat die staking daadwerkelijk zal plaatsvinden. Bovendien droeg de staking van grondpersoneel op Lesbos geen nationaal karakter, want vliegen op Athene was blijkbaar wel mogelijk. De commissie is derhalve van oordeel dat de reisorganisator geen rekening had behoevenren te houden met de staking op Lesbos op de dag van klagers vertrek. Staking is een gebeurtenis waarop de reisorganisator geen invloed heeft en valt dus onder het begrip overmacht, omschreven in artikel 12 van de ANVR-voorwaarden. Dit ontslaat de reisorganisator van de verplichting tot schadevergoeding. Dat geldt echter uitsluitend voor gevolgschade, in het geval van klager de parkeerkosten en de annuleringskosten van het hotel. De reisorganisator is niet bevrijd van zijn verplichting tot terugbetaling van de reissom. Die verplichting valt af te leiden uit artikel 11 van de ANVR-voorwaarden, dat kort samengevat bepaalt dat de reisorganisator het recht heeft de reis op een of meer wezenlijke punten te wijzigen wegens gewichtige omstandigheden, waartegenover echter het recht van de reiziger staat die wijziging af te wijzen. Klager heeft dat gedaan en hij had daarvoor naar het oordeel van de commissie een redelijke grond.
De commissie is derhalve van oordeel dat de klacht gegrond is.
Derhalve wordt als volgt beslist.
Beslissing
De reisorganisator betaalt aan klager de volledige reissom van € 2.517,50 terug, indien en voorzover dat nog niet is geschied. Betaling dient plaats te vinden binnen een maand na de verzenddatum van dit bindend advies. Indien betaling niet tijdig plaatsvindt, betaalt de reisorganisator bovendien de wettelijke rente over het onbetaalde bedrag vanaf de verzenddatum van het bindend advies.
De commissie wijst het meer of anders verlangde af.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Reizen op 28 augustus 2007.