Stedentrip: geplande activiteiten niet plaatsgevonden, reisorganisator vergoedt gevolgschade, bestaande uit vliegreis.

  • Home >>
  • Reizen >>
De Geschillencommissie




Commissie: Reizen    Categorie: Procedure    Jaartal: 2014
Soort uitspraak: -   Uitkomst: -   Referentiecode: REI00-2504

De uitspraak:

Onderwerp van het geschil

Het geschil vloeit voort uit een op 8 maart 2000 via een boekingskantoor met de reisorganisator tot stand gekomen overeenkomst. De reisorganisator heeft zich daarbij verplicht tot het leveren van verblijf in een hotel voor twee personen in Lissabon in Portugal op basis van logies en ontbijt voor de periode 21 april t/m 23 april 2000 voor de som van ƒ 788,– in totaal.

Standpunt van klager

Het standpunt van klager luidt in hoofdzaak.

Bij ontvangst van de reisbescheiden bleek de vlucht niet rechtstreeks maar met een overstap in Parijs te zijn. Tevens ontbraken de vouchers voor de stadsrondrit en de fadoavond. Navraag wees uit dat deze bij de receptie van het hotel zouden liggen.

Bij aankomst bleek het hotel echter te zijn volgeboekt. Het heeft circa 2½ uur geduurd eer wij een vervangend hotel kregen. Daar ik verontrust was over het verdere verloop van een en ander heb ik contact opgenomen met het boekingskantoor. Dit resulteerde erin dat de reisorganisator mij heeft teruggebeld. De agent zou worden ingeschakeld en die zou weer met mij contact opnemen. Dit gebeurde echter niet. Uiteindelijk werden wij door het boekingskantoor die avond teruggebeld met de mededeling dat alles zou zijn geregeld.

De volgende ochtend werden wij echter niet voor de stadsrondrit opgehaald. Het bleek ook niet mogelijk te zijn zelf een kaartje voor een stadrondrit te verkrijgen. Teleurgesteld zijn wij die dag teruggegaan naar het hotel. Wij hebben toen wederom het boekingkantoor gebeld, maar men verzekerde mij dat ik mij geen zorgen behoefde te maken over de fadoavond. Wij hebben tot 21.00 uur bij de hotelreceptie gewacht, maar wij werden niet opgehaald. Wij hebben nog geprobeerd via de receptie een fadoavond te regelen, maar alles zat vol.

Ook de transfer naar het vliegveld van Lissabon bleek niet geregeld te zijn. Hoewel het vliegtuig eerst om 14.00 uur zou vertrekken, was er nog slechts een mogelijkheid om van een transfer gebruik te kunnen maken en wel vijf uur eerder dan was toegezegd.

Klager verlangt een vergoeding van ƒ 2.944,35.

Standpunt van de reisorganisator

De reisorganisator heeft zijn standpunt met betrekking tot de klacht niet aan de commissie kenbaar gemaakt. Uit het dossier volgt dat de reisorganisator in hoofdzaak als volgt op de klachtmelding heeft gereageerd.

De waarde van de geboekte extra’s is niet precies te herleiden. Wij zijn derhalve uitgegaan van twee losse overnachtingen en komen zo uit op een prijsverschil van ƒ 458,–. De transferkosten laten wij verder buiten beschouwing daar de transfer ook niet correct is verlopen. Het prijsverschil hebben wij aangeboden te restitueren. Daarnaast hebben wij voor het ondervonden ongerief een vergoeding van ƒ 50,– per persoon aangeboden. Toen klager daarmee niet akkoord ging, hebben wij het aanbod nog verhoogd.

De reisorganisator heeft een vergoeding aangeboden van ƒ 795,–.

Beoordeling van het geschil

De commissie heeft het volgende overwogen.

De reisorganisator heeft de juistheid van de door klager gestelde gang van zaken in Lissabon erkend. Ter beantwoording aan de commissie staat de vraag of de reisorganisator in dit geval met de aangeboden restitutie van de betaalde som, waaronder de betaling van het calamiteitenfonds is begrepen, kan volstaan. De commissie oordeelt zulks niet het geval.

Bij een aankomst in het hotel aan het eind van de middag van 21 april en een vertrek uit het hotel vroeg in de ochtend van 23 april is het duidelijk dat onder de gegeven omstandigheden de volledige stedentrip in het water is gevallen. De daartussen liggende zaterdag met de daarvoor overeengekomen bezighedenheden zijn het enige doel geweest om naar Lissabon af te reizen. Deze dag is met wachten, telefoneren en vergeefse pogingen om op eigen initiatief een en ander recht te zetten verloren gegaan. De kosten van de vliegreis ten bedrage van ƒ 1.942,– zijn nu nodeloos uitgegeven. De vliegreis is weliswaar niet bij de reisorganisator geboekt – klager blijkt zich dit overigens niet gerealiseerd te hebben -, maar op een dergelijk kort tijdvak heeft de reisorganisator redelijkerwijs ook de gevolgschade te vergoeden. Aangezien de reisorganisator op zich had genomen om de transfers van het vliegveld naar het hotel vice versa te leveren, heeft hij immers geweten dat de vliegreis uitsluitend de stadstour en het diner in een Fado-restaurant met dans en muziek diende. Voorzover de reisorganisator mocht menen dat tevens het boekingskantoor in enige opzicht is tekortgeschoten – nu de reisorganisator een en ander ter zitting niet is komen toelichten valt niet na te gaan waar de fouten nu precies zijn gemaakt – zal hijzelf het boekingskantoor daarover moeten aanspreken. Het klachtonderdeel betreffende de overstap is verder van ondergeschikte betekenis. De gemaakte additionele kosten voor het afsluiten van de annuleringsverzekering en de deelname aan het calamiteitenfonds worden echter niet in de toe te wijzen vergoedingen meegenomen, daar de risico’s gedekt werden.

Op grond van het voorgaande en alle aan de commissie gebleken feiten en omstandigheden in aanmerking nemende, is de commissie van oordeel dat de reisorganisator bij het uitvoeren van het overeengekomene zodanig tekort is geschoten dat klager daardoor kosten heeft moeten maken, dat de reisorganisator hem een vergoeding verschuldigd is. De commissie stelt deze vergoeding naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid vast op het hierna te noemen bedrag. De commissie acht het eventueel meer of anders gevorderde echter niet toewijsbaar.

Ingevolge het reglement van de commissie moet de reisorganisator aan de commissie de hierna te noemen bijdrage in de kosten van de behandeling van het geschil voldoen.

Derhalve wordt als volgt beslist.

Beslissing

De reisorganisator dient aan klager in totaal een bedrag van ƒ 2.855,– te voldoen.
Het klachtengeld van ƒ 125,– en het reeds aangeboden bedrag zijn hierin begrepen.

Betaling dient plaats te vinden binnen één maand na verzenddatum van dit bindend advies.

Het meer of anders gevorderde wordt afgewezen.

De reisorganisator dient aan de commissie een bedrag van ƒ 400,– te voldoen.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Reizen op 8 december 2000.