Storing avonduren vanwege hoofdzekering; dat de hoofdzekering te licht is gebleken, ligt in de risicosfeer van de consument.

  • Home >>
  • Energie >>
De Geschillencommissie




Commissie: Energie    Categorie: Installatie    Jaartal: 2013
Soort uitspraak: -   Uitkomst: -   Referentiecode: ENE06-1113

De uitspraak:

Onderwerp van het geschil

Het geschil betreft schade door storing.

De consument heeft een bedrag van € 110,– niet betaald en bij de commissie gedeponeerd.

Standpunt van de consument

Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt.

De ondernemer stelt mij ten onrechte verantwoordelijk voor een deel van de elektriciteitsaanvoer (dat conform de algemene voorwaarden niet tot mijn verantwoordelijkheid hoort).

Bij een storing in de avonduren kun je na de constatering dat deze zich niet voordoet in de eigen installatie (geen stoppen afgeslagen) weinig anders doen dan de ondernemer bellen.
Het is mijns inziens onjuist dat deze leverancier mij vervolgens kosten in rekening brengt voor een gecorrigeerde onvolkomenheid in het deel van de ondernemer van de installatie (opwaarderen hoofdzekering van 25 naar 35 Ampère).

De consument verlangt een vergoeding van € 110,–.

Standpunt van de ondernemer

Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt.

Zoals de consument aangeeft in de brieven van 27 maart 2006 (aan ons) en 28 april 2006 (aan de commissie) meldt (de vrouw van) de consument op 14 maart 2006 een storing of uitval van de stroomtoevoer bij de storingsdienst van de netbeheerder. De consument had voordien al gecontroleerd of er sprake was van meer uitgevallen groepen, afgeslagen stoppen of meer mensen in de buurt die zonder stroom zaten. Daarvan was geen sprake. De consument vermeldt bij 4.1 op het vragenformulier ‘geen doorgeslagen stoppen’.

De consument is tijdens het telefoongesprek de keuze geboden de storing direct of de volgende dag te verhelpen, in verband met het hogere avond- en weekendtarief van € 110,– voor het verhelpen van de storing, als de oorzaak de consument toe te rekenen zou zijn. Het tarief op werkdagen tussen 08.00 en 18.00 uur bedraagt € 55,–. Dit is tijdens het telefoongesprek onder de aandacht van (vrouw van) de consument gebracht. Zij heeft ervoor gekozen de storing direct te laten verhelpen.

Op het adres bleek dat de hoofdzekering van 25 Ampère was doorgeslagen en de stroom daardoor was uitgevallen als gevolg van overbelasting door gelijktijdig gebruik van onder meer een afwasmachine en een wasdroger. De monteur adviseerde om de hoofdbeveiliging te verzwaren naar 35 Ampère om stroomuitval in de toekomst te voorkomen, en heeft dit kosteloos uitgevoerd.

De hoofdbeveiliging en de capaciteit van een aansluiting kunnen op verzoek en voor rekening van een klant worden verzwaard. Een verzoek van de consument tot verzwaring van de hoofdbeveiliging heeft de netbeheerder voor 14 maart 2006 niet ontvangen. Het standaardtarief voor verzwaring van de hoofdbeveiliging van 25 naar 35 Ampère bedraagt € 75,20 (inclusief voorbereidings- en voorrijkosten). De storingsdienst heeft in dit geval eenmalig deze kosten niet in rekening gebracht, waardoor de consument een voordeel van € 75,20 heeft genoten.

Het is mogelijk dat door gelijktijdig gebruik van te veel apparatuur de zekeringen of aardlekschakelaars van de afzonderlijke groep(en) door- of afslaan, maar dat is niet altijd het geval. Bij een nominale netspanning van 230 Volt en een hoofdbeveiliging van 25 Ampère kan apparatuur met een maximaal totaal vermogen van 5.750 Watt (25A x 230V) worden gebruikt, voordat de hoofdzekering doorslaat. Als de afzonderlijke groepen met 16 Ampère zijn afgezekerd, kan per groep 3.680 Watt (16A x 230V) aan apparatuur worden gebruikt voordat de zekering of aardlekschakelaar doorslaat. Als tegelijkertijd bijvoorbeeld een wasmachine en een wasdroger van 2.500 Watt via twee afzonderlijke groepen in gebruik zijn, en daarnaast 1.000 Watt aan resterende apparatuur, in totaal 6.000 Watt, wordt de maximale capaciteit per groep niet overschreden, maar de maximale capaciteit van de hoofdzekering wel. In die gevallen slaan de afzonderlijke zekeringen of aardlekschakelaars niet door of af, maar de hoofdzekering wel.

Bij een hoofdbeveiliging van 35 Ampère kan in totaal 8.050 (35A x 230V) aan apparatuur tegelijkertijd gebruikt worden, apparatuur kan verder door veroudering meer elektriciteit gaan gebruiken, waardoor gedurende een bepaalde periode apparatuur wel tegelijkertijd kan worden gebruikt en op een gegeven moment niet meer.

De netbeheerder is gerechtigd het elektriciteitnet door middel van (hoofd)beveiligingen te beschermen tegen overbelasting of kortsluiting, om schade aan de bedrijfsmiddelen van de netbeheerder en/of stroomuitval bij andere afnemers te voorkomen.

Een doorgeslagen hoofdbeveiliging is in alle gevallen het gevolg van overbelasting of kortsluiting in de binnenhuisinstallatie en derhalve de betreffende klant toe te rekenen. De consument is derhalve op grond van artikel 20.7 van de algemene voorwaarden aansluiting en transport elektriciteit voor huishoudelijke afnemers van oktober 2001 (inmiddels vervangen door artikel 17.7 van de algemene voorwaarden 2006 voor aansluiting en transport elektriciteit voor kleinverbruikers) aansprakelijk voor de beschadigde hoofdbeveiliging. Wij hebben geen redenen om te veronderstellen dat de elektrische installatie van de consument niet aan de daarvoor geldende eisen heeft voldaan (artikel 3 van de algemene voorwaarden voor de levering van elektriciteit aan huishoudelijke verbruikers van oktober 2001).

Wij zijn van mening dat de factuur van € 110,– voor het verhelpen van de storing terecht in rekening is gebracht. In onze brief van 26 april 2006 en 22 mei 2006 is dit toegelicht. Wij kunnen derhalve niet ingaan op het voorstel van de consument om het betreffende bedrag voor onze rekening te nemen.

Beoordeling van het geschil

De commissie heeft het volgende overwogen.

Op grond van de stukken en het verhandelde ter zitting onderschrijft de commissie het standpunt van de ondernemer. De hoofdzekering heeft goed gefunctioneerd. De consument kan de overbelasting niet met succes aan de ondernemer tegenwerpen. Dat de hoofdzekering in het geval van de consument te licht is gebleken, ligt in de risicosfeer van de consument. Het is slechts te prijzen dat de ondernemer de kosten van verzwaring van de aansluiting niet aan de consument in rekening heeft gebracht. De klacht treft derhalve geen doel.

Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht ongegrond is.

Derhalve wordt als volgt beslist.

Beslissing

Het door de consument verlangde wordt afgewezen.

Met in achtneming van het bovenstaande wordt het depotbedrag als volgt verrekend.

Het in depot gestorte bedrag wordt aan de ondernemer overgemaakt.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Energie en Water op 12 juli 2006.