Storing slimme meter, wie is er verantwoordelijk?

De Geschillencommissie




Commissie: Energie Zakelijk    Categorie: Factuur    Jaartal: 2025
Soort uitspraak: Bindend Advies   Uitkomst: ongegrond   Referentiecode: 323682/598863 

De uitspraak:

Waar gaat de uitspraak over?

Het geschil betreft een zaak tussen een verbruiker en een netbeheerder over een slimme meter die geen meterstanden doorgeeft. De energieleverancier rekent af op basis van schattingen, wat leidt tot de vraag of het bedrijf aansprakelijk kan worden gehouden voor een deel van de verbruikskosten als de schatting te laag blijkt.
De commissie besluit eerder dat de leverancier betrokken moet worden in de procedure om te bepalen of zij verantwoordelijk is voor het informeren over de niet goed functionerende meter en of dit tot een tegemoetkoming in de kosten moet leiden. De leverancier wordt betrokken in de procedure en de klacht tegen hen wordt afgewezen. De verbruiker staakt haar onderneming per 1 februari 2025 en is in overleg met crediteuren over gedeeltelijke betaling van openstaande vorderingen. De leverancier stelt dat zij niet verantwoordelijk is voor het verhelpen van de storing op afstand en dat zij de klant juist heeft geïnformeerd en het juiste verbruik in rekening heeft gebracht. Het bedrijf benadrukt dat de leverancier verantwoordelijk is voor het vaststellen van de meterstanden, ook bij een communicatiestoring, en dat zij dit correct heeft gedaan door middel van schatting.
De commissie oordeelt dat de verbruiker zelf verantwoordelijk is voor het controleren van de jaarrekeningen en het doorgeven van correcte meterstanden. De klacht wordt ongegrond verklaard en het door de verbruiker verlangde wordt afgewezen.

Volledige uitspraak:

in het geschil tussen

Verbruiker/aangeslotene

en

Netbeheerder

Samenvatting
De slimme meter gaf geen meterstanden door. De energieleverancier rekent af op basis van schattingen. Als achteraf blijkt dat er te laag geschat is, is het bedrijf dan aansprakelijk te houden voor een deel van de verbruikskosten? De commissie wijst de klacht af.

Behandeling van het geschil
De Geschillencommissie Energie zakelijk (verder te noemen: de commissie) heeft bij tussenadvies d.d.
28-11-2024 de eindbeslissing aangehouden. De inhoud van dit tussenadvies moet als hier ingevoegd worden beschouwd.

De commissie heeft kennisgenomen van de overgelegde stukken.

Partijen zijn tijdig en behoorlijk opgeroepen ter zitting te verschijnen.

De behandeling heeft plaatsgevonden op 8 april 2025 te Den Haag.

De verbruiker/aangeslotene en het bedrijf hebben ter zitting via een videoverbinding hun standpunten toegelicht.

Ter zitting werd verbruiker/aangeslotene vertegenwoordigd door [naam].

Ter zitting werd het bedrijf vertegenwoordigd door [naam].

De commissie heeft het volgende overwogen.

Beoordeling
In haar genoemd tussenadvies overwoog de commissie onder meer als volgt: “De commissie stelt, na de behandeling ter zitting, vast dat alleen de vraag resteert of verbruiker/aangeslotene eerder geïnformeerd had moeten worden over de niet goed functionerende meter en wiens verantwoordelijkheid dat is. Daarbij is het ook de vraag of dat tot een tegemoetkoming in de kosten moet leiden. Omdat ook een tegemoetkoming van de leverancier gevraagd wordt, dient deze in de procedure betrokken te worden. Om die reden wordt de zaak aangehouden en wordt het secretariaat van de commissie verzocht de leverancier in de procedure te betrekken.” De beslissing luidde: “De commissie draagt het secretariaat op [leverancier] in deze procedure te betrekken. Dat dient te gebeuren door het dossier aan [leverancier] toe te sturen, waarop zij een verweer kan indienen. Zo partijen niet tot een beëindiging van het geschil komen, zal een vervolgzitting gepland moeten worden waarin alle betrokken partijen (digitaal) dienen te verschijnen.”

[Leverancier] is vervolgens in de procedure betrokken onder nummer 810294/815277. Bij bindend advies van heden is de klacht tegen [leverancier] afgewezen.

Namens de verbruiker/aangeslotene werd medegedeeld dat zij haar onderneming per 1 februari 2025 heeft gestaakt. Er vindt overleg met de crediteuren plaats over gedeeltelijke betaling van de openstaande vorderingen.

Het bedrijf heeft in reactie op het verweerschrift van [leverancier] als volgt gereageerd: Voor de goede orde merkt het bedrijf vooraf op dat, anders dan in het voornoemde tussenadvies wordt overwogen, het niet meent dat [leverancier] de verbruiker/aangeslotene eerder had dienen te informeren over de storing. Het bedrijf heeft die stelling niet ingenomen. Het bedrijf meent dat [leverancier] verbruiker/aangeslotene er slechts op had moeten wijzen dat zij het gebruik heeft geschat, hetgeen blijkens de jaarafrekeningen ook telkens is vermeld. In haar verweerschrift heeft [leverancier] toegelicht waarom zij niet verantwoordelijk is voor het verhelpen van de storing op afstand, zij de klant juist heeft geïnformeerd, zij het juiste verbruik in rekening heeft gebracht en zij niet aansprakelijk is voor de gevolgen van de uitleesstoring. Zij concludeert daarom tot ongegrondverklaring van de klacht. Het bedrijf is vervolgens verzocht te reageren op het bericht van [leverancier]. Het bedrijf stelt voorop dat het vaststellen van meterstanden niet hetzelfde is als het (op afstand) uitlezen van een slimme meter. Uit artikel 1.1.7 en paragraaf 5.1.2 (met titel: ‘De leverancier collecteert meterstanden’) en paragraaf 5.1.3 (met titel: ‘de leverancier valideert meterstanden en stelt deze vast’) van de Informatiecode elektriciteit en gas volgt dat [leverancier] verantwoordelijk is voor het collecteren, valideren en vaststellen van de meterstanden. Het vaststellen van de meterstanden kan op verschillende wijzen. Eén van die mogelijkheden is de vaststelling op basis van gegevens, zoals verkregen uit het Centraal Toegangssysteem (‘Portaal CTS’). Bij een communicatiestoring kunnen die meetgegevens echter niet aan [leverancier] verstrekt worden. Om de meterstanden in dat geval vast te stellen, heeft de energieleverancier andere mogelijkheden. Zo kan [leverancier] de meterstanden (laten) aflezen op het display van de meter, of kan zij ervoor kiezen om de meterstanden te schatten op grond van art. 5.1.3.3 Informatiecode elektriciteit en gas. Dat er een communicatiestoring was, waardoor de meterstanden niet op afstand uitgelezen konden worden, betekent dus niet dat [leverancier] de meterstanden daardoor niet kon vaststellen. Zij kon dat wel en zij heeft dat ook gedaan, namelijk door middel van een schatting. In onderhavig geval heeft [leverancier] verzocht om de meterstanden via het Portaal CTS, dat door Energie Data Services Nederland (‘ESDN’) wordt beheerd. Via de back-end (‘Connexo’) worden dan de meterstanden van de netbeheerder opgevraagd, die vervolgens via de applicatie van het Portaal CTS automatisch aan [leverancier] worden teruggekoppeld. Als Connexo geen meterstanden heeft kunnen registreren, omdat er een communicatiestoring is, genereert Portaal CTS automatisch de juiste storingscode met een bijbehorende toelichting (zoals foutcode 14: ‘Meetdata niet beschikbaar. Storing bekend en in behandeling’). Dit betreft een volledig geautomatiseerd systeem, dat op dagbasis ongeveer 27 miljoen verzoeken afhandelt, waarvan zo’n 10 miljoen verzoeken per dag voor aansluitingen van het bedrijf. De suggestie dat het bedrijf hierin een actieve rol vervult en het aan [leverancier] ‘berichten’ stuurt met de opmerking dat ‘de meetdata niet beschikbaar is en [netbeheerder] de storing in behandeling heeft’ (en het bedrijf om die reden de storing zou hebben gesignaleerd) is dus niet terecht. Dit neemt niet weg dat zodra het bedrijf een communicatiestoring signaleert, bijvoorbeeld wanneer de klant of de leverancier de communicatiestoring bij het bedrijf aankaart, het die storing – mits mogelijk en mits de klant dit ook wil – zo spoedig mogelijk oplost. Indien een communicatiestoring wordt geconstateerd, meldt een verbruiker/aangeslotene en/of de leverancier zich in de regel ook bij het bedrijf. De verbruiker/aangeslotene kan zich tot de klantenservice wenden. De energieleverancier kan terecht bij de afdeling Marktpartijen. Volgens het bedrijf ontspoort het juridisch debat enigszins, doordat [leverancier] (conform de overwegingen in de tussenbeslissing) zich erover uitlaat of zij verantwoordelijk is voor het verhelpen van de communicatiestoring. Het bedrijf meent evenwel dat [leverancier] daarvoor niet verantwoordelijk is. Het bedrijf heeft die stelling niet ingenomen en volgens het bedrijf is dit ter zitting ook niet ter sprake geweest. Het gaat volgens het bedrijf niet om de vraag wie zorg dient te dragen voor de werking van de communicatiemodule van de meter. Waar het wel om gaat, is de vraag wie de meterstanden dient vast te stellen, of die partij de meterstanden daartoe mag schatten (en zo ja, op welke wijze) en of zij de aangeslotene daarover moet informeren. Dat het bedrijf in deze driehoeksverhouding de partij is die een communicatiestoring dient te verhelpen, wordt niet betwist. Indien het bedrijf de communicatiestoring eerder had dienen te verhelpen, hetgeen het bedrijf wel betwist, betekent dit niet dat de voornoemde taak tot collecteren, valideren en vaststellen van de meterstanden daardoor van [leverancier] naar het bedrijf verschiet. Die taak blijft voorbehouden aan de leverancier. Bij een communicatiestoring dient de leverancier de meterstanden gewoonweg op een andere wijze vast te stellen, bijvoorbeeld door middel van een schatting, zoals omschreven in artikel 5.1.3.3 van de Informatiecode elektriciteit en gas. Het bedrijf meent dan ook dat [leverancier] correct heeft gehandeld door de meterstanden te schatten en dit op de jaarafrekeningen te vermelden. Het ligt volgens het bedrijf op de weg van de verbruiker/aangeslotene om de jaarrekening te controleren en als zij niet wil afrekenen op basis van die schatting, zij daarover contact opneemt met de leverancier. Resumerend concludeert het bedrijf dat eventuele gevolgen van het niet communiceren van de slimme meter niet voor zijn rekening komen, omdat het niet verantwoordelijk is voor de vaststelling van de meterstanden en de vaststelling daarvan bovendien op andere wijze kan plaatsvinden. Dat verbruiker/aangeslotene naar eigen stellingname de jaarrekeningen niet heeft gecontroleerd en zij hierover kennelijk nooit contact met de leverancier heeft opgenomen, leidt er volgens het bedrijf toe dat de eventuele gevolgen daarvan voor haar eigen rekening dienen te komen.

De commissie onderkent dat de verbruiker/aangeslotene ervan uitging dat de slimme meter de juiste meterstanden aan het bedrijf zou doorgeven en dat zij daarom erop kon vertrouwen dat de jaarrekeningen het juiste verbruik in rekening brachten. Zij heeft echter over het hoofd gezien dat [leverancier] haar telkens in de jaarnota geïnformeerd heeft dat de meterstanden geschat waren en dat zij de correcte meterstanden kon opgeven. De verbruiker/aangeslotene heeft de jaarnota’s niet bekeken, evenals – naar ter zitting bleek – haar accountant. Zij heeft niet de juiste standen doorgegeven. Het bedrijf heeft de meter op 17 december 2023 vervangen. De commissie is van oordeel dat het op de weg van de verbruiker/aangeslotene ligt om in geval de meter niet goed werkt, daarover bij het bedrijf te klagen. Dat heeft zij niet gedaan; zij heeft op de door [leverancier] geschatte standen niet gereageerd. In die situatie kan van het bedrijf, mede gezien het geautomatiseerde berichtenverkeer betreffende opgevraagde meterstanden, niet verwacht worden dat het onderzoek instelt naar een communicatiestoring. Er is dan ook geen reden een deel van de jaarnota voor zijn rekening te laten komen.

Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht ongegrond is

Derhalve wordt als volgt beslist.

Beslissing
Het door de verbruiker/aangeslotene verlangde wordt afgewezen.

Overeenkomstig het reglement van de commissie is het bedrijf aan de commissie behandelingskosten verschuldigd.

Deze behandelingskosten worden geheel betaald.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Energie zakelijk, bestaande uit de heer mr. R.J. Paris, voorzitter, de heer mr. F.J. Pirard, de heer mr. C.J.J. Havermans, leden, op 8 april 2025.

Print/PDF