
Commissie: Afbouw
Categorie: Deskundigenonderzoek / gebreken / Schadevergoeding
Jaartal: 2024
Soort uitspraak: bindend advies
Uitkomst: gegrond
Referentiecode:
221568/234211
De uitspraak:
Waar gaat de uitspraak over?
Het geschil betreft een overeenkomst waarbij de ondernemer stukadoorswerkzaamheden uitvoerde aan de buitengevels van de woning en garage van de consument. De consument klaagde over scheurvorming en onvolledige afwerking, met kale plekken en vlekken als gevolg. Ondanks pogingen tot contact met de ondernemer, werd geen verdere actie ondernomen door de ondernemer. Een deskundige bevestigde dat het werk technisch onvoldoende was uitgevoerd, met duidelijke gebreken. De commissie verklaarde de klacht gegrond en bepaalde dat de consument een financiële compensatie ontvangt om het werk door een derde te laten herstellen.
De uitspraak
Onderwerp van het geschil
Het geschil vloeit voort uit een op 27 september 2022 tussen partijen tot stand gekomen overeenkomst. De
ondernemer heeft zich daarbij verplicht tot het uitvoeren van stukadoorswerkzaamheden tegen de daarvoor
door de consument te betalen prijs van € 11.000,–.
De werkzaamheden zijn uitgevoerd in of omstreeks mei/juni 2023.
Het geschil betreft de vraag of het uitgevoerde werk voldoet aan de eisen van goed en deugdelijk werk.
De consument heeft de klacht voorgelegd aan de ondernemer.
De consument heeft een bedrag van € 10.198,98 niet betaald en bij de commissie gedeponeerd.
Standpunt van de consument
Voor het standpunt van de consument verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt
het standpunt op het volgende neer.
De buitengevels van de woning en garage van de consument hadden scheurvorming en daar is in mei/juni
2023 nieuw sierpleisterwerk opgekomen. De consument is niet tevreden met de kwaliteit die is geleverd
door de stucadoors. Het is bij de kozijnen en hoeken niet netjes aangewerkt. Het sierpleisterwerk is niet
volledig tot in de hoek of tot aan het kozijn uitgesmeerd waardoor er kale plekken zijn ontstaan. Hoeken zijn
niet strak, hier en daar zitten vlekken op het stucwerk, onder de vensterbanken is het sierpleisterwerk niet
recht en niet netjes aangewerkt.
Ook is de klus niet netjes achtergelaten. De consument heeft een schoonmaakbedrijf moeten inzetten om
de stucresten te verwijderen van kozijnen, muren (gemetselde spatrand), bestrating, buitentrap, rvs
armleuning, ramen enzovoorts. De kosten hiervan bedragen € 801,02.
Ter zitting heeft de consument verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd.
Met de ondernemer is overeenstemming bereikt over verrekening van de schoonmaakkosten. Daarom is
dat bedrag ook afgetrokken.
De consument kan zich vinden in het rapport van de deskundige. De consument was niet tevreden met het
resultaat. De deskundige heeft dat ontevreden gevoel bevestigd.
De consument zou het liefste alles opnieuw laten doen. Het is echter niet duidelijk of dat wel kan. Ook heeft
de consument er twijfels bij of het door de deskundige genoemde bedrag wel toereikend is voor goed
herstel.
De ondernemer reageert al enige tijd nergens meer op. De consument twijfelt eraan of hij het werk zelf nog
af zou willen of kunnen afmaken
De consument verlangt kosteloos herstel, dan wel een financiële compensatie zodat de consument het
werk door een derde kan laten afwerken.
Standpunt van de ondernemer
De ondernemer heeft geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid zijn standpunt aan de commissie kenbaar
te maken.
Deskundigenrapport
De door de commissie ingeschakelde deskundige heeft blijkens zijn rapport, voorzover thans van belang,
het volgende vastgesteld.
Aan het oppervlak van de gevels werd het volgende geconstateerd:
Voorgevel woning (noordzijde)
Plaatselijk enige lichte structuurverschillen, in de vorm van wisselingen in de
gelijkmatigheid/dichtheid van de korrelstructuur.
Uitwendige hoeken bij raam- en deuropeningen waar de korrelstructuur van de spachtelpleister niet
strak is afgewerkt. Hier liggen plaatselijk ruwe korrelfragmenten op de hoeken.
Enige kleurverschillen (donkerdere plekken). Deze zijn ontstaan door of ten gevolge van het te laat
structureren van een vers/nat spachtelpleister oppervlak dat reeds in enige mate aan het drogen is.
Ontbrekende delen spachtelpleister. Dit met name langs randen van profielen en aan de onderzijde
van hoeken en neggekanten.
Licht getoogde beeindigingsprofielen ter plaatse van de voordeur (zowel links als rechts). De mate
waarin dit plaatsvindt is echter minimaal en geen reden voor vervanging.
Enige scheurvorming en loszittende delen gevelstucwerk ter hoogte van de aansluiting van de
dakgoot met de dakrand.
Linkerzijgevel (oostzijde)
Plaatselijk enige lichte structuurverschillen, in de vorm van wisselingen in de
gelijkmatigheid/dichtheid van de korrelstructuur.
Enige verdikt opliggende delen spachtelpleister.
Een onvolledig aansluitend gedeelte spachtelpleister ter hoogte van het kopschot van het
waterslagprofiel bij een raamopening.
Achtergevel (zuidzijde)
Plaatselijk enige lichte structuurverschillen, in de vorm van wisselingen in de
gelijkmatigheid/dichtheid van de korrelstructuur.
Uitwendige hoeken bij raam- en deuropeningen waar de korrelstructuur van de spachtelpleister niet
strak is afgewerkt. Hier liggen plaatselijk ruwe korrelfragmenten op de hoeken.
Enige kleurverschillen (donkerdere plekken). Deze zijn ontstaan door of ten gevolge van het te laat
structureren van een vers/nat spachtelpleister oppervlak dat reeds in enige mate aan het drogen is.
Enkele ontbrekende delen spachtelpleister. Dit met name langs randen van profielen en aan de
onderzijde van hoeken en neggekanten.
Rechterzijgevel (westzijde)
Uitwendige hoeken bij raam- en deuropeningen waar de korrelstructuur van de spachtelpleister niet
strak is afgewerkt. Hier liggen plaatselijk ruwe korrelfragmenten op de hoeken.
Enige kleurverschillen (donkerdere plekken). Deze zijn ontstaan door of ten gevolge van het te laat
structureren van een vers/nat spachtelpleister oppervlak dat reeds in enige mate aan het drogen is.
Restanten afplakmateriaal bij kozijnen.
Vrijstaande garage
Op de gevels van de garage zijn geen gebreken aangetroffen voor wat betreft de esthetische
kwaliteit.
Naar het vaktechnisch oordeel van de deskundige is de omvang van de problemen deels opvallend, deels
gering.
Herstel is technisch mogelijk.
Op basis van de oppervlaktecriteria volgens groep 2 is er aanleiding tot plaatselijk herstel. Hierbij gaat de
deskundige ervan uit dat:
– Verdikt opliggende delen spachtelpleister korrels worden verwijderd.
– Ontbrekende delen spachtelpleister worden aangevuld.
– Ruwe uitwendige hoeken worden hersteld.
– Resten afplakmateriaal worden verwijderd.
– Loszittende delen spachtelpleister worden herstellen.
– De gevels van de woning geheel worden voorzien van een dampopen siliconenhars gebonden
verfsysteem.
De daaraan verbonden kosten bedragen bij benadering, inclusief 9% BTW, € 5.552,46.
Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.
De door de commissie ingeschakelde deskundige heeft voldoende duidelijk gemaakt dat het werk van de
ondernemer niet voldoet aan de eisen van goed en deugdelijk werk. Het werk schiet deels opvallend tekort,
deels gering.
Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht gegrond is.
De ondernemer is eerder ruimschoots in de gelegenheid gesteld om het werk af te ronden dan wel te
herstellen. Daarom is er naar het oordeel van de commissie geen ruimte meer om de ondernemer
nogmaals herstel zelf uit te laten voeren.
De commissie zal daarom een vergoeding bepalen, waarmee de consument geacht kan worden in de
gelegenheid te zijn het werk door een derde te laten afronden. De hoogte van die vergoeding wordt door de
commissie, met inachtneming van hetgeen de deskundige daarover gerapporteerd heeft, in redelijkheid en
billijkheid vastgesteld op € 5.552,46.
Dit bedrag zal aan de consument uit het aan de commissie betaalde depotbedrag worden terugbetaald. Het
restant, € 4.646,52, zal aan de ondernemer worden doorbetaald, waarbij ook het aan de consument te
betalen klachtengeld nog zal worden verrekend.
Derhalve wordt als volgt beslist.
De beslissing
De ondernemer is aan de consument een vergoeding verschuldigd van € 5.552,46, te verrekenen met het
depotbedrag.
Bovendien dient de ondernemer overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 127,50
aan de consument te vergoeden ter zake van het klachtengeld, te verrekenen met het depotbedrag.
Overeenkomstig het reglement van de commissie is de ondernemer aan de commissie behandelingskosten
verschuldigd.
Met inachtneming van het bovenstaande wordt het depotbedrag ad € 10.198,98 als volgt verrekend.
Aan de consument wordt terugbetaald € 5.552,46 en € 127,50, in totaal € 5.679,96.
Aan de ondernemer wordt doorbetaald € 4.646,52 minus € 127,50, in totaal € 4.519,02.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Afbouw, bestaande uit
mr. F.H.C.M. van Schaijk, voorzitter, mr. A.B. van Kruistum en mr. M.J. Boon, leden,
op 29 mei 2024.