Commissie: Energie
Categorie: Switchprocedure
Jaartal: 2013
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
ENE08-1700
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil
Het geschil vloeit voort uit een switch/overstap voor de levering van energie (gas en elektra) van de consument van de ondernemer 1 naar de ondernemer 2 per 27 juli 2007, alsmede de eindnota van de ondernemer 2 aan het adres van de consument van 7 november 2008 ter zake geleverde energie (elektriciteit en gas) voor de periode 27 juli 2007 tot 24 juli 2008 ten bedrage van in totaal (in hoofdsom) € 1.118,08.
De consument heeft op 18 juli 2007 schriftelijk de klacht voorgelegd aan de ondernemer 1 (en later ook aan de ondernemer 2).
Standpunt van de consument
Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt.
Ten aanzien van de ondernemer 1
De ondernemer 1 heeft in het geheel niet gereageerd op mijn brief van 18 juli 2007 aan de ondernemer 1 waarin ik heb aangegeven te protesteren en niet akkoord te gaan met een door de ondernemer 1 bij brief van 11 juli 2007 aangekondigde beëindiging van het contract omdat de consument per 27 juli 2007 zou overstappen naar een nieuwe energieleverancier. Ik was en ben namelijk in het geheel niet overgestapt/geswitcht naar een nieuwe energieleverancier en wilde gewoon klant blijven bij de ondernemer 1. Na mijn brief van 18 juli 2007 ben ik er vanuit gegaan dat de ondernemer 1 alles zou hebben gecorrigeerd (en ik dus niet zou zijn overgestapt naar een nieuwe energieleverancier), maar achteraf en naderhand is mij gebleken dat mij energie werd geleverd door de ondernemer 2 (en dat de ondernemer 1 niets met mijn verzoek heeft gedaan). Ik stel de ondernemer 1 dan ook volledig verantwoordelijk voor de door mij geleden schade naar aanleiding van het incorrecte handelen van de ondernemer 1.
Ten aanzien van de ondernemer 2
De ondernemer 2 heeft ten aanzien van mijn persoon gewerkt met een telefonische aanmelding die vervalst is. Nadat ik na lang aandringen eindelijk een audio kopie heb verkregen van de telefonische aanmelding is mij gebleken dat ik in het geheel niet de persoon ben geweest met wie de ondernemer heeft gesproken en met wie de ondernemer beweerdelijk een contract heeft afgesloten. Allereerst is het niet mijn stem, is de weergegeven geboortedatum onjuist (24 september 1974 moet zijn 11 november 1928), zijn mijn adresgegevens onjuist, is mijn e-mailadres niet correct en is ook het opgegeven bankrekeningnummer onjuist omdat dit geen bankrekeningnummer van mij is. Ik heb dus geen contract gesloten met de ondernemer 2.
De consument verlangt dat de ondernemer 1 zijn leveringscontract weer herstelt zoals dat voor juli 2007 bestond, dat de ondernemer 1 een factuur voor het energieverbruik (gas) opstelt en verstuurt aan het adres van de consument over de periode van de eindafrekening tot datum einde geschil (met de ondernemer 2), dat alle overige vorderingen komen te vervallen en dat in het leveringscontract met de ondernemer 1 een passage zal worden opgenomen waarin wordt bepaald dat zonder de persoonlijke en schriftelijke toestemming van de consument hij niet van energieleverancier wordt veranderd. Ten aanzien van de ondernemer 2 verlangt de consument dat hem een audio kopie van de telefonische aanmelding wordt toegestuurd (hetgeen naderhand ook is gebeurd en waarop de consument heeft gereageerd). De consument ziet af van terugvordering van de door hem in deze zaak gemaakte kosten.
Standpunt van de ondernemer 1
Het standpunt van de ondernemer 1 luidt in hoofdzaak als volgt.
Het leveringscontract met de consument is beëindigd op 27 juli 2007 vanwege een overstap door de consument naar een andere energieleverancier. De ondernemer 1 heeft de consument op 11 juli 2007 schriftelijk geïnformeerd dat hij voor de levering van gas per 27 juli 2007 is overgestapt naar een andere leverancier. In zijn klachtenbrief van 18 juli 2007 geeft de consument aan dat die overstap volgens hem ongeldig is. De ondernemer 1 heeft evenwel vanaf 27 juli 2007 geen leveringscontract meer met de consument. De ondernemer 1 is dan ook van mening dat hij geen partij is in dit geschil en verwijst de consument met zijn klacht door naar de ondernemer 2 door wie hij meent onterecht te zijn aangemeld. De onterechte leverancier is de schuldige van de onterechte switch zodat de ondernemer 1 geen blaam treft.
Standpunt van de ondernemer 2
Het standpunt van de ondernemer 2 luidt in hoofdzaak als volgt.
Middels een telefonische aanmelding is op 27 juni 2007 tussen de ondernemer 2 en de consument een overeenkomst afgesloten voor het leveren van gas en elektra aan het adres van de consument te Terschelling. Na die aanmelding heeft de ondernemer 2 zowel per post als per e-mail aan de consument een welkomstbevestiging toegestuurd met de leveringsovereenkomst en de algemene voorwaarden waarbij is aangegeven dat het mogelijk is om die aanmelding binnen zeven dagen te annuleren. De consument heeft daarvan geen gebruik gemaakt zodat de ondernemer 2 op 27 juli 2007 is gestart met de levering van gas en elektra aan het adres van de consument. De ondernemer 2 is de leverancier geweest van energie voor dat adres in de periode van 27 juli 2007 tot 24 juli 2008. Indien en voor zover het bestaan van de door de ondernemer 2 gestelde overeenkomst tussen partijen niet komt vast te staan doet de ondernemer 2 tevens een beroep op de grondslag van ongerechtvaardigde verrijking.
De ondernemer 2 heeft de maandelijkse (voorschot-)bedragen trachten te incasseren bij het hem bekende rekeningnummer, welke betalingen evenwel allemaal door de consument zijn gestorneerd. Op dit moment is er nog een openstaande hoofdsom ten bedrage van € 1.118,08.
Ter zitting heeft de ondernemer 2 verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd.
Wegens wanbetaling heeft de ondernemer 2 per 24 juli 2008 de levering van energie aan het adres van de consument gestaakt. Desgevraagd heeft de ondernemer 2 ter zitting de voicelog van het telefoongesprek van 27 juni 2007 afgespeeld.
Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.
Ten aanzien van de ondernemer 1
Wat er al zij van de gangbare switchprocedure (waarbij de nieuwe leverancier een verzoek doet aan de netbeheerder die op zijn beurt de huidige energieleverancier bericht dat een klant wil overstappen naar een andere leverancier waarbij de huidige leverancier zonder belemmeringen meewerkt aan een switchverzoek en de nieuwe leverancier moet kunnen aantonen dat het gaat om een terechte switch, zoals neergelegd in de informatiecode van de DTE), vaststaat dat de consument bij brief van 18 juli 2007 op ondubbelzinnige wijze jegens de ondernemer 1 heeft aangegeven geen overstap naar een nieuwe energieleverancier te wensen en zijn contract met de ondernemer 1 te willen continueren. Dat heeft de consument voor de beoogde switchdatum van 27 juli 2007 aan de ondernemer 1 meegedeeld. Onder dat gesternte had van de ondernemer 1 verwacht mogen worden dat hij onderzoek had gedaan naar de gang van zaken en in ieder geval adequaat had gereageerd jegens de consument. De ondernemer 1 heeft dat nagelaten en dat valt hem te verwijten. Nog voor de beoogde switchdatum was en kon het de ondernemer 1 duidelijk zijn dat de consument de beoogde switch in het geheel niet wenste. Met die informatie heeft de ondernemer 1 niets gedaan. De commissie acht het onzorgvuldig dat de ondernemer, onder die omstandigheden het contract met de consument heeft beëindigd. Omdat in deze zaak verder zal worden vastgesteld dat sprake is geweest van een onterechte switch is het ook zo dat de ondernemer 1 gehouden is om de consument weer als klant terug te nemen indien en voor zover de consument dat nog zou wensen en voor zover dat nog niet gebeurd is. Het is verder niet de taak van de commissie om voor een energieleverancier (zoals de ondernemer 1) te bepalen welke passage en/of bepaling hij in zijn leveringscontract met de consument zal wensen op te nemen zodat het verzoek van de consument dat de commissie zal dienen te bepalen dat in het contract wordt bepaald dat zonder zijn persoonlijke en schriftelijke toestemming hij niet van energieleverancier kan worden veranderd niet zal worden toegewezen. Het al dan niet opnemen van bepalingen in tussen partijen overeen te komen en lopende contracten behoort tot de contractsvrijheid van partijen zelve. Nu verder de ondernemer 1 over de periode 27 juli 2007 tot 24 juli 2008 geen energie heeft geleverd aan het adres van de consument is de ondernemer 1 ook niet gehouden om een factuur voor niet door hem geleverde energie aan het adres van de consument te doen toekomen. Wel is het zo dat zoals vermeld de handelwijze van de ondernemer 1 onzorgvuldig is geweest zodat hem daarvan een verwijt valt te maken en de klacht van de consument dien ten gevolge gegrond wordt bevonden en de ondernemer jegens de consument schadeplichtig is. De commissie acht het redelijk en billijk dat de ondernemer 1 aan de consument een schadevergoeding zal betalen van € 250,– voor het door de consument geleden ongerief.
Ten aanzien van de ondernemer 2
Het bewijs van het daadwerkelijk aangaan en bestaan van een (telefonische) overeenkomst met de consument ligt in het licht van de gemotiveerde betwisting door de consument bij de ondernemer 2. De door de ondernemer 2 ter zitting ten gehore gebrachte voicelog is voor dat bewijs onvoldoende gelet op de gemotiveerde betwisting van de zijde van de consument dat 1) hij degene is die het telefoongesprek met de ondernemer heeft gevoerd (niet zijn stem), 2) zijn geboortedatum aantoonbaar onjuist is, 3.) zijn (e-mail)adres onjuist is, alsmede ook zijn bankrekeningnummer.
Aldus heeft de consument in feite alle essentiële informatie betreffende zijn persoon gemotiveerd weesproken. Het heeft er alle schijn van dat de ondernemer 2 met een geheel andere persoon heeft gesproken dan de consument.
In het licht van de gestelde omstandigheden komt de commissie dan ook tot het oordeel dat de ondernemer 2 geen rechtsgeldige overeenkomst met de consument is aangegaan. Aldus bestaat er geen contractuele betalingsverplichting van de consument aan de ondernemer 2. Dit houdt in dat de ondernemer 2 zonder rechtsgrond en derhalve onverplicht energie aan de consument heeft geleverd. De aard van de geleverde energie brengt echter met zich mee dat teruglevering of een andere vorm van ongedaanmaking naar zijn aard niet mogelijk is. Evenwel is de consument met de door hem ontvangen energie verrijkt zodat de consument voor het afgenomen verbruik wel dient te betalen. Dat betekent dat de consument de eindnota van de ondernemer 2 ten bedrage van € 1.118,08 aan de ondernemer 2 dient te voldoen. Immers, de met dat bedrag corresponderende energie heeft de consument ook daadwerkelijk genoten.
De handelwijze van de ondernemer 2 is evenwel onzorgvuldig geweest nu is vastgesteld dat er geen overeenkomst tussen partijen tot stand is gekomen zodat de commissie het redelijk en billijk acht dat de ondernemer 2 aan de consument een schadevergoeding zal betalen van € 250,– voor het door de consument geleden ongerief.
Derhalve wordt als volgt beslist.
Beslissing
Ten aanzien van de ondernemer 1
De klacht is gegrond.
De ondernemer 1 is gehouden om de consument kosteloos (zonder aansluitkosten/boetes e.d.) weer als klant terug te nemen indien en voor zover de consument dat nog zou wensen en voor zover dat nog niet gebeurd is. De consument dient zelf deze switch kenbaar te maken aan ondernemer 1.
De ondernemer 1 is aan de consument een bedrag van € 250,– schadevergoeding verschuldigd. De ondernemer 1 dient dit bedrag binnen 14 dagen na verzending van dit bindend advies aan de consument te voldoen.
Bovendien dient de ondernemer 1 overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 12,50 aan de consument te vergoeden ter zake van het klachtengeld.
De commissie wijst het meer of anders verlangde af.
Ten aanzien van de ondernemer 2
De klacht is gegrond.
De consument dient aan de ondernemer een bedrag te betalen van € 868,08 (de hoofdsom van
€ 1.118,08 – € 250,– schadevergoeding = € 868,08). De ondernemer dient een bedrag van € 250,– te crediteren.
Bovendien dient de ondernemer overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 12,50 aan de consument te vergoeden ter zake van het klachtengeld.
De commissie wijst het meer of anders verlangde af.
Ten aanzien van de ondernemers 1 en 2
Overeenkomstig het reglement van de commissie zijn de ondernemers ieder aan de commissie als bijdrage in de behandelingskosten van het geschil een bedrag verschuldigd van € 25,–.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Energie en Water op 10 juni 2009.