Synthetische maatwerk pruik blijkt confectie pruik te zijn

De Geschillencommissie
Print Friendly, PDF & Email




Commissie: Uiterlijke verzorging    Categorie: Ondeugdelijk werk (non conformiteit)    Jaartal: 2024
Soort uitspraak: bindend advies   Uitkomst: gegrond   Referentiecode: 236735/252564

De uitspraak:

Waar gaat de uitspraak over?

Dit geschil vloeit voort uit een koopovereenkomst tussen consument een ondernemer waarbij ondernemer zich heeft verplicht tot het leveren van een synthetische maatwerk pruik. Consument stelt dat de pruik niet een maatwerk betreft, maar dat het ergens goedkoop is ingekocht. Een deskundige heeft onderzoek gedaan naar de pruik. Hierbij heeft de deskundige geconstateerd dat de pruik die ondernemer heeft geleverd hetzelfde is als een andere confectie pruik. Dit zou niet mogelijk moeten zijn als het een maatwerk pruik betreft. De commissie oordeelt dat consument de helft van het aankoopbedrag gecrediteerd moet krijgen nu consument de betreffende pruik al vijf jaar in gebruik heeft.

De uitspraak

Behandeling van het geschil
Partijen zijn overeengekomen dit geschil bij bindend advies door de Geschillencommissie Uiterlijke Verzorging (verder te noemen: de commissie) te laten beslechten.

De commissie heeft kennisgenomen van de overgelegde stukken.

De behandeling heeft plaatsgevonden op 13 juni 2024 te Utrecht.

Partijen zijn tijdig en behoorlijk opgeroepen ter zitting te verschijnen.

De consument heeft ter zitting het standpunt toegelicht. Door de ondernemer is geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid ter zitting het standpunt toe te lichten.

Onderwerp van het geschil
De consument heeft de klacht voorgelegd aan de ondernemer.

Het geschil betreft een in 2019 tussen partijen gesloten overeenkomst tot koop van een synthetische maatwerk pruik. De consument heeft de koopsom van € 500,– aan de ondernemer betaald.

Standpunt van de consument
Voor het standpunt van de consument verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.

Volgens de consument is haar bij gelegenheid van de koop verteld dat de pruik machinaal gemaakt werd op maat door hun eigen in-house haarwerkspecialist. Zij heeft ontdekt dat de geleverde pruik hoogstwaarschijnlijk ergens anders heel goedkoop is ingekocht (voor rond de € 40,–) wat zou betekenen dat er gewoon tegen haar gelogen is. Zij eist ontbinding van de koopovereenkomst.

Standpunt van de ondernemer
Voor het standpunt van de ondernemer verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.

De ondernemer stelt dat de geleverde pruik wel degelijk op maat is gemaakt volgens de specificaties die de consument heeft verstrekt. Aan de consument is het productieproces in het atelier getoond en uitgelegd. Thans worden veel producten nagemaakt, ook maatwerk producten. Het is dus heel wel mogelijk dat in de markt een confectie pruik wordt aangeboden die identiek is aan de maatwerk pruik.

Het deskundigenonderzoek
De deskundige [naam] heeft onderzoek verricht aan de door de ondernemer in 2019 geleverde pruik en aan een confectie pruik die in 2023 door de consument bij Amazon is gekocht, en heeft daarvan op 28 april 2024 rapport uitgebracht.

De deskundige heeft daarbij vastgesteld dat beide haarwerken identiek zijn aan elkaar. Volgens de deskundige is het niet mogelijk dat een originele maatwerk pruik identiek is aan een nagemaakte confectie pruik. Volgens de deskundige is met het door de ondernemer geleverde haarwerk zelf niks mis.

Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.

Gelet op de bevindingen en beoordeling van de deskundige, waaraan de commissie zich conformeert, moet het er ondanks de betwisting door de ondernemer voor worden gehouden dat de synthetische pruik die de consument in 2019 als maatwerk pruik bij de ondernemer heeft gekocht een confectie pruik is. In zoverre heeft die pruik dus niet de maatwerk eigenschap die de consument op grond van de overeenkomst mocht verwachten, hetgeen overeenkomstig haar eis tot ontbinding van de koopovereenkomst leidt.

De ongedaanmaking van de door partijen geleverde prestaties leidt er evenwel in dit geval naar het oordeel van de commissie niet toe dat de ondernemer gehouden is tot restitutie van de gehele koopsom, omdat de consument de pruik gedurende ongeveer vijf jaar in gebruik heeft gehad en er bij een dergelijk gebruiksgoed na verloop van tijd sprake is van een zekere afwaardering. De commissie acht het redelijk en billijk dat de consument tegen afgifte van de pruik aan de ondernemer van deze terugontvangt € 250,–.
Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht gegrond is.

Daarom wordt als volgt beslist.

Beslissing
De in 2019 tussen partijen gesloten koopovereenkomst betreffende de synthetische pruik wordt ontbonden.

Binnen 30 dagen na dagtekening van de verzending van deze uitspraak dient de ondernemer die pruik van de consument terug te nemen tegen gelijktijdige terugbetaling door de ondernemer aan de consument van € 250,–.

Bovendien dient de ondernemer overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 52,50 aan de consument te vergoeden ter zake van het klachtengeld.
Overeenkomstig het reglement van de commissie is de ondernemer aan de commissie behandelingskosten verschuldigd.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Uiterlijke Verzorging, bestaande uit de heer mr. R.J. van Boven, voorzitter, de heer J.W.F. Oortwijn, mevrouw mr. L. Schots – Smit, leden, op 13 juni 2024.