Commissie: Kinderopvang
Categorie: termijn tariefsverhoging
Jaartal: 2024
Soort uitspraak: bindend advies
Uitkomst: ten dele gegrondten dele niet ontvankelijk
Referentiecode:
226922/337405
De uitspraak:
Waar gaat de uitspraak over?
De consument heeft met de ondernemer een overeenkomst voor de opvang van haar dochter gesloten. Per brief heeft de ondernemer de consument op 30 juni 2023 medegedeeld dat de tarieven per 1 augustus 2023 met 4,5% worden verhoogd. De consument is het niet eens met deze tariefwijziging en heeft hierover een klacht ingediend bij de ondernemer. De ondernemer heeft tot op heden niet gereageerd op deze klacht. De commissie oordeelt dat de ondernemer met de aangekondigde tariefwijziging niet aan de vereiste drie maanden termijn heeft voldaan, zoals vermeld staat in het reglement van de ondernemer. De ondernemer was daarom niet gerechtigd op 1 augustus 2023 de tariefwijziging door te voeren in strijd is met de termijn vermeld in haar (op 30 juni 2023) geldende reglement. De conclusie is dan ook dat deze klacht gegrond zal worden verklaard. Verder heeft de consument de commissie verzocht te bepalen dat de tariefwijziging wordt teruggedraaid. De commissie zal de consument in dit verzoek niet-ontvankelijk verklaren, omdat de overeenkomst inmiddels per 1 oktober 2023 door de consument is opgezegd en zij geen persoonlijk belang meer heeft bij toewijzing van dit verzoek.
Volledige uitspraak
Onderwerp van het geschil
In geschil tussen partijen is of de ondernemer gerechtigd was de op 30 juni 2023 aangekondigde tariefswijziging met ingang van 1 augustus 2023 door te voeren.
Standpunt van de consument
Voor het standpunt van de consument verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt dat erop neer dat de ondernemer niet gerechtigd was op 1 augustus 2023 een tariefwijziging door te voeren. De consument voert hiertoe, voor zover relevant, de volgende argumenten aan.
1) De tariefwijziging is niet tijdig aangekondigd.
In het reglement van de ondernemer (laatst gewijzigd op 6 april 2023) is bepaald dat een termijn van drie maanden geldt voor een tariefwijziging. De ondernemer heeft in strijd met deze bepaling gehandeld door per 1 augustus 2023 een tariefwijziging door te voeren die slechts één maand van tevoren aan de consument is aangekondigd, te weten op 30 juni 2023. De ondernemer heeft weliswaar in de brief waarin de tariefwijziging is aangekondigd opgemerkt dat zij vanuit financieel oogpunt genoodzaakt is de tariefwijziging eerder in te laten gaan en dat de genoemde termijn in haar reglement hierop wordt aangepast, maar dit is juridisch niet toelaatbaar. De aanpassing van de termijn voor tariefwijziging naar één maand is immers niet tijdig aan de consument medegedeeld.
2) De ondernemer voldoet niet aan de adviesplicht van de oudercommissie.
De ondernemer voldoet niet aan de wettelijke verplichting tot het instellen van een oudercommissie (ex artikel 1.58.1 Wet Kinderopvang). Ook voldoet de ondernemer niet aan de wettelijke verplichting tot alternatieve ouderraadpleging (ex artikel 1.60.1 Wet Kinderopvang). De consument heeft hierdoor dus geen mogelijkheid gehad advies te geven over de tariefwijziging.
3) De tariefwijziging is onvoldoende onderbouwd.
De tariefwijziging is zeer summier en subjectief onderbouwd door de ondernemer in de brief van 30 juni 2023. Eerdere (verkapte) prijsstijgingen die de ondernemer in 2023 heeft ingevoerd zijn niet meegenomen in de toelichting. Daarnaast zijn de tarieven van de ondernemer al hoger dan het gemiddeld gehanteerde tarief van de kinderopvangbranche in de regio. De stelling van de ondernemer dat in mei 2023 de inflatie hoger was treft geen doel, nu de inflatie in juni 2023 weer lager was en de consumentenprijsindex een daling heeft ingezet door met name de daling van de energieprijzen. De consument benadrukt dat het niet de bedoeling is dat alle kostenstijgingen waar de ondernemer mee te maken heeft één op één worden doorbelast aan haar klanten. Het ligt op de weg van de ondernemer maatregelen te nemen om deze kostenstijgingen te absorberen door kostenbesparingen door te voeren in bijvoorbeeld ondersteunende processen en diensten. De ondernemer heeft niet aangegeven of zij dit heeft overwogen.
De consument verzoekt de commissie te bepalen dat de ondernemer de door de consument te veel betaalde kosten terugbetaalt en de tariefwijziging terugdraait. Daarnaast wenst de consument dat de ondernemer in de toekomst tariefwijzigingen tijdig en goed onderbouwt en communiceert aan haar klanten.
Standpunt van de ondernemer
De ondernemer heeft, ondanks daartoe in de gelegenheid te zijn gesteld, geen verweer gevoerd.
Beoordeling van het geschil
Inleiding
De consument heeft met de ondernemer vanaf 13 september 2021 een overeenkomst voor de opvang van haar dochter. Bij brief van 30 juni 2023 heeft de ondernemer de consument medegedeeld dat zij haar tarieven per 1 augustus 2023 met 4,5% verhoogt. De consument is het niet eens met deze tariefwijziging en heeft hierover op 2 juli 2023 een klacht ingediend bij de ondernemer. De ondernemer heeft tot op heden niet gereageerd op de klacht van de consument.
In geschil tussen partijen is of de ondernemer gerechtigd was de tariefwijziging op 1 augustus 2023 door te voeren. De commissie overweegt hiertoe het volgende.
Termijn aankondiging tariefwijziging
In de eerste plaats heeft de consument aangevoerd dat de tariefwijziging niet tijdig is aangekondigd door de ondernemer. Van belang is dus vast te stellen aan welke termijn de ondernemer is gebonden voor het aankondigen van een tariefwijziging.
De commissie constateert dat de ondernemer in de brief van 30 juni 2023 aan de consument aankondigt dat de (aanzeg)termijn voor een tariefwijziging wordt aangepast omdat zij “vanuit financieel oogpunt genoodzaakt is de tariefwijziging eerder in te laten gaan”. Het wijzigen van deze termijn is echter eveneens gebonden aan regels. In artikel 15 lid 2 van de op de overeenkomst toepasselijke algemene voorwaarden is bepaald:
“Wijzigingen van de Overeenkomst kondigt de ondernemer tijdig van te voren aan, met een termijn die minimaal één maand bedraagt.”
Gelet hierop is de door de ondernemer beoogde wijziging van de (aanzeg)termijn voor een tariefwijziging naar één maand dus niet per direct in werking getreden.
Dit betekent dat op het moment van aankondiging van de tariefwijziging, op 30 juni 2023, (in ieder geval) nog de ‘oude’ aanzegtermijn gold. De consument heeft onbetwist gesteld dat uit het reglement van de ondernemer (laatst gewijzigd op 6 april 2023) volgt dat dit een termijn van drie maanden betreft. De commissie zal dan ook uitgaan van deze drie maanden termijn bij de beoordeling van deze klacht.
De ondernemer heeft met de op 30 juni 2023 aangekondigde tariefwijziging per 1 augustus 2023 niet aan deze drie maanden termijn voldaan. De commissie is dan ook van oordeel dat de ondernemer niet gerechtigd was op 1 augustus 2023 de tariefwijziging door te voeren, nu dit in strijd is met de in haar op 30 juni 2023 geldende reglement bepaalde termijn. De conclusie uit het voorgaande is dat de klacht van de consument gegrond zal worden verklaard.
De overig aangevoerde argumenten van de consument behoeven geen nadere bespreking, nu dit niet tot een andere conclusie zal leiden.
Verzoeken
De consument heeft de commissie verzocht te bepalen dat de ondernemer de door haar te veel betaalde kosten dient terug te betalen. De commissie zal dit verzoek gelet op het voorgaande toewijzen. Deze kosten zien op de onterecht in rekening gebrachte 4,5% verhoging van de opvangkosten in de maanden augustus en september 2023. De consument heeft immers haar overeenkomst met de ondernemer per 1 oktober 2023 beëindigd.
Verder heeft de consument de commissie verzocht te bepalen dat de tariefwijziging wordt teruggedraaid. De commissie zal de consument in dit verzoek niet-ontvankelijk verklaren, nu zij wegens de opzegging van de overeenkomst per 1 oktober 2023 geen persoonlijk belang heeft bij toewijzing van dit verzoek.
Klachtengeld
De commissie is van oordeel dat het door de consument betaalde klachtengeld voor rekening van de ondernemer dient te komen, nu de klacht van de consument gegrond wordt verklaard. De ondernemer dient daarom het door de consument betaalde klachtengeld van € 25,00 aan de consument te vergoeden.
Derhalve wordt als volgt beslist.
Beslissing
De commissie:
– verklaart de klacht van de consument gegrond,
– verklaart de consument niet-ontvankelijk in haar verzoek om te bepalen dat de ondernemer de tariefwijziging dient terug te draaien,
– bepaalt dat de ondernemer aan de consument binnen 14 dagen de door de consument te veel betaalde opvangkosten van de maanden augustus en september 2023 dient terug te betalen,
– bepaalt dat de ondernemer aan de consument vergoedt het door de consument betaalde klachtengeld van € 25,00.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Kinderopvang, bestaande uit mevrouw mr. A.D.R.M. Boumans, voorzitter, mevrouw mr. S.A.M.F. Sjoukes, mevrouw mr. M. Stroetenga, leden, in aanwezigheid van mevrouw mr. R.H.W. Theuns-van Waasdijk, secretaris, op 16 juli 2024.