Commissie: Energie
Categorie: Betaling
Jaartal: 2012
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
ENE06-0934
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil
Het geschil betreft het in rekening brengen van een te laag voorschot.
Standpunt van de consument
Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt.
De ondernemer heeft aan de consument een laag voorschot in rekening gebracht, waardoor de consument een hoge jaarafrekening heeft gekregen. De ondernemer heeft ingezien dat hij fout zat en heeft een korting van 10% aangeboden, die in mindering strekt op het bedrag van de jaarafrekening.
Standpunt van de ondernemer
De ondernemer erkent dat sprake is van een fout waarbij aan de consument een te laag bedrag aan voorschot in rekening is gebracht. Aangezien dit heeft geresulteerd in een te hoge en onverwachte jaarafrekening heeft de ondernemer naast zijn excuses ook aangeboden om 10% korting te geven. Nu sprake is van verbruik van de aan de consument in rekening gebrachte energie is de consument gehouden voor dat verbruik te betalen en is de ondernemer de consument met de korting voldoende tegemoet gekomen.
Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.
Uitgangspunt is dat de consument dient te betalen voor de nutsvoorzieningen die door hem worden afgenomen. Voorschotbedragen die door de ondernemer in rekening worden gebracht, dienen er onder meer toe om te bewerkstelligen dat de consument aan het eind van het verbruiksjaar niet wordt geconfronteerd met hoge naheffingen (of terugbetalingen). Bij de vaststelling van het voorschot wordt met name rekening gehouden met het verwachte verbruik van de consument, al dan niet op basis van historische gegevens. Daarbij is bovendien sprake van een inschatting en niet van een exact bedrag.
Dit brengt met zich dat een te laag voorschotbedrag er niet toe kan leiden dat de verplichting van de consument om te moeten bijbetalen, indien het saldo op basis van het verbruik hoger is dan het totaal van de voorschotbedragen, zou komen te vervallen.
Vast staat dat in het onderhavige geval een fout is gemaakt bij de vaststelling van het voorschotbedrag, zoals weergegeven in de brief van de ondernemer van 22 februari 2006, waarbij een te laag voorschotbedrag is vastgesteld. Daardoor is het totaal van de door de consument betaalde voorschotbedragen niet toereikend geweest voor het verbruik dat de consument in de betreffende periode heeft gehad. Op grond van het vorenstaande dient de consument derhalve het ontstane negatieve saldo bij te betalen, nu de omvang van dit verbruik door de consument niet wordt bestreden. Voorts is het de ondernemer toegestaan een redelijke inschatting te maken van het verbruik voor de komende periode en op basis daarvan een nieuw voorschotbedrag vast te stellen. Niet gebleken is dat het op grond van de jaarafrekening 2004/2006 vastgestelde nieuwe voorschotbedrag onredelijk of onjuist zou zijn in relatie tot de hoogte van het daadwerkelijke verbruik in die periode.
Nu de ondernemer de consument uit eigener beweging bovendien 10% van de betreffende naheffing heeft kwijtgescholden, excuses en een betalingsregeling (waarvan de consument overigens geen gebruik wenste te maken) heeft aangeboden, is de consument naar het oordeel van de commissie voldoende gecompenseerd en is de klacht ongegrond.
Beslissing
Het door de consument verlangde wordt afgewezen.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Energie en Water op 19 juni 2006.