Te laat bekendmaken van ingrijpende wijzigingen in reglement.

De Geschillencommissie




Commissie: Recreatie    Categorie: Informatie    Jaartal: 2014
Soort uitspraak: -   Uitkomst: -   Referentiecode: REC03-0096

De uitspraak:

Onderwerp van het geschil   Het geschil vloeit voort uit de huur van een vaste standplaats voor de caravan van de consument. De consument heeft een bedrag van € 1.180,70 gedeponeerd bij de commissie.   Standpunt van de consument   Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak:   De consument heeft de navolgende acht klachten geformuleerd. Van 1 oktober 2002 tot 1 april 2003 was de camping niet opengesteld. 1. De eigenaar wil geen betalingsregeling voor het betalen van de huur treffen. 2. De ondernemer heeft de toevoer van de elektriciteit naar de standplaats afgesloten. 3. De camping verkeert in een erbarmelijke staat van onderhoud en er is sprake van levensgevaarlijke situaties. 4. De eigenaar weigert de nieuwe Recron-voorwaarden te hanteren. 5. Wij betwisten de opzegging aangezien de redenen van opzegging niet kloppen. 6. Zonder voorafgaande schriftelijke mededeling heeft de eigenaar de reglementen gewijzigd. 7. Zonder exploitatievergunning wordt de camping beheerd door de eigenaren.   Standpunt van de ondernemer   Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak:   De ondernemer heeft op de verschillende klachten als volgt gereageerd. 1. De camping is wel degelijk open geweest gedurende de gewraakte periode, maar vanwege het niet vorstvrij zijn van de infrastructuur is pas op 1 april weer druk op de leiding gezet. Dit wijkt niet af van voorgaande jaren. 2. De huur is bij vooruitbetaling verschuldigd en er is geen recht op uitgestelde betaling. 3. De elektriciteit is afgesloten omdat sprake was van wanbetaling. 4. Er is geen sprake van een slechte staat van onderhoud. Bij gelegenheid van een bezoek op 27 mei 2003 heeft de regiomanager van Recron Brabant, vastgesteld dat, zakelijk weergegeven, gegeven de herstructurering die gaande is, de camping in behoorlijke staat verkeert. 5. De Recron-voorwaarden worden gehanteerd. Ten gevolge van de herstructurering echter dienen op basis van de oude Recron-voorwaarden, versie 1998 te worden beoordeeld. 6. Formeel is nog geen sprake van opzegging van de overeenkomst vanwege herstructurering. Deze opzegging zal wel volgen. De brief van 10 september 2001 betreft de aankondiging van herstructurering. 7. Op de bestaande overeenkomsten blijven de voorwaarden Vaste Plaatsen tot 31 december 2003 van toepassing. De doorgevoerde wijzigingen zijn niet ingrijpend van aard. 8. De exploitatievergunning in het kader van de WOR is een aangelegenheid tussen de ondernemer en de gemeente.   Beoordeling van het geschil   De commissie heeft het volgende overwogen.   De brief van de jurist van 21 oktober 2003 wordt wel in de beoordeling betrokken. De consument heeft tegelijk met verzending een afschrift daarvan ontvangen. De termijn van één maand waarbinnen ingevolge het reglement van de commissie schriftelijk verweer kan worden gedaan is weliswaar overschreden doch die termijn is geen fatale termijn en de brief is zó tijdig ter kennis van de consument gekomen dat deze zich behoorlijk op het standpunt van de ondernemer heeft kunnen voorbereiden. De commissie stelt vast dat de huidige exploitant de camping heeft overgenomen van de vorige exploitant op 1 november 2002. Door die vorige exploitant is op 10 september 2001 aan alle recreanten, inclusief de consument, schriftelijk meegedeeld dat op 1 oktober 2004 de camping ophoudt te bestaan. De inhoud van die brief heeft te gelden als vooraankondiging van een herstructurering zoals bedoeld in artikel 12, lid 3, sub c van de Recron-voorwaarden Vaste Plaatsen 1998. De commissie stelt voorts vast dat na 10 september 2001 telken male in de schriftelijke jaarovereenkomsten de mededeling is opgenomen dat de camping per 1 oktober 2004 met de huidige exploitatie stopt.   Aangaande de verschillende klachten oordeelt de commissie als volgt. 1. De commissie acht niet aannemelijk gemaakt dat de camping tussen 1 oktober 2002 en 1 april 2003 niet is opengesteld voor recreatie. Dat als gevolg van de voortschrijdende werkzaamheden op het campingterrein, de kwaliteit van de camping in allerlei opzichten is verminderd, is aannemelijk doch onvermijdelijk. Dat onvoldoende onderhoud plaats zou vinden of gevaarlijke situaties zouden ontstaan, acht de commissie evenmin aannemelijk gemaakt. In dit verband komt betekenis toe aan de door de ondernemer overgelegde brief van de regiomanager van Recron Brabant waarin is vermeld dat ontruimde plaatsen door de ondernemer worden geëgaliseerd nadat de leidingen zijn teruggegraven tot de hoofdleiding en voorts wordt medegedeeld dat de camping in de aanloop naar herstructurering schoon en goed onderhouden. Uit het voorgaande volgt dat de klacht nummer 1 en klacht nummer 4 ongegrond zijn. 3. In het midden kan blijven of de consument – zoals deze stelt doch door de ondernemer wordt betwist – met de rechtsvoorganger van de ondernemer een recht op uitgestelde betaling was overeengekomen. Zelfs indien een dergelijk recht niet zou kunnen worden aangenomen is de afsluiting van de elektriciteitstoevoer naar de standplaats van de consument naar het oordeel van de commissie een disproportionele maatregel van de kant van de ondernemer. Op dit punt beperkt de commissie zich tot de vaststelling dat de ondernemer en de consument in geschil zijn geraakt omtrent de vraag of er recht was op uitgestelde betaling. In die situatie mocht van de ondernemer verwacht worden dat deze het geschil vervolgens zou voorleggen aan de (rechter of de) geschillencommissie in plaats van over te gaan tot afsluiting van de elektriciteitstoevoer van de standplaats waarmee in wezen elke mogelijkheid tot het huurgenot aan de consument ontnomen is. Onderdeel 3 van de klacht is dan ook gegrond. Bij onderdeel 2 heeft de consument geen zelfstandig belang. 5. Ten onrechte stelt de consument dat de nieuwe Recron-voorwaarden van toepassing zijn. Op de eerste plaats geldt dat ingevolge de overgangsbepaling in artikel 20 van die nieuwe Recron-voorwaarden Vaste Plaatsen, deze nieuwe voorwaarden op bestaande overeenkomsten eerst van toepassing worden vanaf 1 januari 2004. De consument heeft weliswaar aangevoerd dat de ondernemer op de overeenkomst voor de periode van 1 oktober 2002 tot 1 oktober 2003 de clausule heeft opgenomen dat de Recron-voorwaarden voor Vaste Plaatsen, laatste versie, van toepassing zijn doch die overeenkomst is door de consument niet ondertekend. Bovendien is de commissie van oordeel dat, met name vanwege het feit dat in het onderhavige geval herstructurering van het terrein reeds een aanvang had genomen voor totstandkoming van de laatste versie van de Recron-voorwaarden voor Vaste Plaatsen, met de gevolgen van de herstructurering onder regime van de oude voorwaarden vallen. Op basis van de regeling in die oude voorwaarden (versie 1998) immers heeft de ondernemer beslist tot herstructurering van het terrein en is hij reeds begonnen met het geven van uitvoering aan die herstructurering. De ondernemer in die situatie confronteren met een wezenlijk ander regime op de verhouding met de vertrekkende recreanten acht de commissie in een dergelijke situatie onbillijk. 6. Hiervoor is reeds beslist dat de brief van 10 september 2001 geen opzegging van de standplaatsovereenkomst betreft doch slechts een vooraankondiging van de bedrijfsbeëindiging/herstructurering bevat. Voor zover geklaagd wordt over opzegging van de standplaatsovereenkomst in die brief mist de klacht derhalve feitelijke grondslag. 7. Uit de toelichting op de klachten leest de commissie dat de consument klaagt over wijzigingen in het reglement met ingang van 1 januari 2003 welke wijzigingen bekend zijn gemaakt in het recreatieprogrammaboekje dat de consument niet ontvangen heeft, maar dat, zo begrijpt de commissie, zeer recent voor ingang van het nieuwe reglement bekend is gemaakt. De commissie toetst deze wijzigingen aan artikel 9, lid 3 van de Recron-voorwaarden Vaste Plaatsen 1998. Daaruit volgt dat minder ingrijpende wijzigingen uiterlijk één maand voor het einde van het lopende contractjaar bekend dienen te worden gemaakt en ingrijpende wijzigingen tijdig bekend dienen te worden gemaakt. Ingrijpend acht de commissie de wijziging van de tarieven voor bezoekers en logé ’s van respectievelijk nihil naar € 1,50 en € 1,50 naar € 3,–. Ingrijpend is tevens de regel dat verhuur van de caravan niet meer is toegestaan waar dat voorheen wel mocht. De overige wijzigingen acht de commissie niet ingrijpend. De klacht is gegrond voor zover die betrekking heeft op deze ingrijpende wijzigingen nu die eerder bekend hadden moeten worden gemaakt. 8. De klacht van de consument dat de ondernemer niet zou beschikken over een geldige exploitatievergunning is ongegrond. Het betreft hier een kwestie tussen de ondernemer en de overheid waar de consument, zonder nadere toelichting die hier ontbreekt, geheel buiten staat. De commissie is van oordeel, dat aan de consument een schadevergoeding toekomt, met name voor het gederfde huurgenot over de periode waarin de elektriciteit afgesloten is geweest en dus in wezen geen gebruik gemaakt kon worden van het kampeermiddel op de gehuurde standplaats. De commissie acht in dit verband passend dat ongeveer de helft van het ter zake van huur verschuldigde, in depot gestorte bedrag (van € 555,–) aan de consument zal worden voldaan nu gebleken is dat de stroomtoevoer is afgesloten bij aanvang van het zomerseizoen. Het restant van het depot dat betrekking heeft op de restant huur en het voor 2002 verschuldigde bedrag voor stroomverbruik komt de ondernemer toe.   Derhalve wordt als volgt beslist.   Beslissing   De consument heeft aanspraak op een schadevergoeding ten bedrage van € 555,– welk bedrag middels betaling van het in depot gestorte bedrag aan de consument zal worden voldaan.   De commissie wijst het meer of anders verlangde af.  

Het in depot gestorte bedrag aan de ondernemer overgemaakt.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Recreatie op 31 oktober 2003