Commissie: Reizen
Categorie: Procedure
Jaartal: 2017
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
109118
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil
Het geschil vloeit voort uit een op 15 februari 2016 met de reisorganisator tot stand gekomen overeenkomst, waarbij de reisorganisator zich heeft verplicht tot het leveren van een vliegreis naar Hamburg (Duitsland) voor 2 personen alsmede een cruise op de [naam schip], gedurende de periode van 10 tot en met 24 juni 2016 voor de som van € 6.193,–.
Standpunt van klager
Het standpunt van klager luidt samengevat en in hoofdzaak als volgt.
De cruise heeft niet aan de verwachtingen voldaan.
Klager had een wat duurdere hut geboekt, teneinde vanuit de hut een mooi uitzicht te hebben op de bergen en fjorden en teneinde foto’s te kunnen maken. De reisorganisator heeft deze hut expliciet geadviseerd en heeft bevestigd dat dit de meest geriefelijke hut is. Klager heeft telefonisch herhaaldelijk aangegeven dat hij volledig zicht wilde hebben, geen beperkt zicht. De reisorganisator heeft herhaaldelijk bevestigd dat er volledig zicht zou zijn.
Bij aankomst in de hut bleek er een luifel boven het balkon te hangen die het uitzicht ernstig belemmerde. De luifel bevatte links en rechts stalen balken, die nog meer zicht wegnamen. De luifel gaf een claustrofobisch gevoel en nam ook in de hut veel licht weg. Klager heeft hierdoor noodgedwongen het grootste gedeelte van de cruise buiten de hut moeten verblijven.
Klager heeft de klacht direct bij de receptie geuit, maar er werd geen passende oplossing aangeboden. Volgens de rederij waren er geen hutten met beter uitzicht beschikbaar. Klager heeft echter later vernomen dat er wel degelijk hutten met beter uitzicht beschikbaar waren.
Klager is van mening dat sprake is van gederfd reisgenot. Klager heeft niet ingestemd met het aanbod van de reisorganisator, maar verlangt een vergoeding van € 500,– per persoon.
Standpunt van de reisorganisator
Het standpunt van de reisorganisator luidt samengevat en in hoofdzaak als volgt.
De reisorganisator verwijst naar de toepasselijke voorwaarden en stelt vast dat klager, ondanks het feit dat deze meent een serieuze klacht te hebben, deze klacht niet onverwijld aan de reisorganisator heeft gemeld. De reisorganisator is derhalve van mening dat hij niet in de gelegenheid is gesteld het probleem op te lossen en dat klager daarmee al zijn rechten heeft verspeeld. De reisorganisator stelt dat hij actie had kunnen ondernemen om klager tevreden te stellen.
Voorts neemt de reisorganisator het standpunt van de rederij over waar deze stelt dat een horizontaal frontaal zicht aanwezig was. Indien er beperkt zicht is, wordt dit door de rederij duidelijk vermeld. De hut die aan klager werd toegewezen stond niet aangemerkt als met beperkt zicht.
De reisorganisator heeft op 13 september 2016 coulancehalve een reischeque van € 200,– aangeboden en heeft dit aanbod bij verweer verhoogd tot € 500,–. Dit betreft een coulance gebaar en doet niets af aan het standpunt dat klager de klacht tijdig had moeten melden.
Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.
Op basis van de door klager overgelegde foto’s stelt de commissie vast dat klager een luxe hut toegewezen heeft gekregen met een balkon. In die zin is aan de reisovereenkomst zoals deze op 15 februari 2016 werd opgesteld voldaan. Daarnaast wordt niet door de reisorganisator weersproken dat klager tijdens het boekingsproces heeft aangegeven dat hij vanuit de hut een mooi uitzicht wilde hebben. Op basis van de foto’s stelt de commissie vast dat de hut een horizontaal onbelemmerd uitzicht bood. In die zin heeft klager ontvangen wat hij mocht verwachten.
Voorts heeft klager zijn onvrede met de toegewezen hut wel kenbaar gemaakt aan de receptie, echter toen dit niet het gewenste resultaat had, heeft klager niet meer de moeite genomen om contact op te nemen met de reisorganisator. Dit terwijl klager meende te weten dat er wel hutten beschikbaar waren die meer aan zijn verwachtingen voldeden.
De commissie moet derhalve vaststellen dat klager in beginsel heeft gekregen wat hij mocht verwachten en dat hij daarnaast de reisorganisator niet de gelegenheid heeft gegeven om de door hem als ongewenst ervaren situatie nog tijdens de cruise voor hem te verbeteren.
De commissie ziet derhalve geen aanleiding voor een compensatie achteraf.
Derhalve wordt als volgt beslist.
Beslissing
De klacht is ongegrond.
Het door klager verlangde wordt afgewezen.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Reizen op 18 mei 2017.