Tekortkoming huurovereenkomst boot

De Geschillencommissie




Commissie: Waterrecreatie    Categorie: Tekortkoming in de nakoming    Jaartal: 2024
Soort uitspraak: gegrond   Uitkomst: gegrond   Referentiecode: 225999/243135

De uitspraak:

Behandeling van het geschil

Partijen zijn overeengekomen dit geschil bij bindend advies door de Geschillencommissie Waterrecreatie (verder te noemen: de commissie) te laten beslechten.

De commissie heeft kennisgenomen van de overgelegde stukken.

De mondelinge behandeling heeft op 11 maart 2024 plaatsgevonden, waarbij partijen digitaal hebben deelgenomen.
Ter (digitale) zitting zijn verschenen:
– de consument, voornoemd,
– de ondernemer.

Onderwerp van het geschil

Het geschil betreft de tekortkoming van de ondernemer in de nakoming van de huurovereenkomst tussen partijen.

Standpunt van de consument

Voor het standpunt van de consument verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt dat op het volgende neer.

De consument heeft een boot gehuurd van de ondernemer voor de periode 17 juli 2023 (opstaptijd 14:00) tot en met 21 juli 2023 (afstaptijd 10:00). Na het uitvaren bleek dat de boot in zeer slechte staat was en meerdere gebreken had, zoals een lekkende schroefas, een kromme en doorgebogen kabellat en een defecte ankelier, marifoon en aanvaringsklamp. Daarnaast ontbrak de navigatie en ankerverlichting. De consument heeft door het wachten op reparatie van de schroefas één dag en nacht stilgelegen, waardoor hij de gehele planning moest veranderen en deze wijziging uiteindelijk invloed heeft gehad op twee dagen. Daarnaast zou de partner van de consument de laatste dag nog blijven op de boot zonder de consument, maar zij durfde dit door de (wederom) lekkende schroefas niet aan. De consument heeft mondeling bij de ondernemer geklaagd over de gebreken aan de boot. De ondernemer heeft vervolgens beloofd compensatie te betalen aan de consument. Partijen hadden een belafspraak gemaakt om de hoogte van de compensatie te bespreken, maar de consument heeft tot op heden niets meer vernomen van de ondernemer.
De consument verzoekt de commissie om te bepalen dat de ondernemer drie van de vijf dagen huur van de boot aan de consument dient terug te betalen.

Standpunt van de ondernemer

Voor het standpunt van de ondernemer verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt dat op het volgende neer.

De consument heeft slechts vijf uur geen gebruik kunnen maken van de gehuurde boot toen deze door de monteur werd gerepareerd en getest. De ondernemer heeft de consument gevraagd om hiervoor begrip te hebben, omdat de reparatie niet binnen een uur kon worden gedaan. De storingsmonteur was namelijk met zijn vrouw in het ziekenhuis.

Voorts heeft de ondernemer nog ter zitting aangevoerd dat de consument op grond van de algemene voorwaarden de klacht eerst schriftelijk bij de ondernemer diende in te dienen alvorens de klacht aan de commissie voor te leggen.

Beoordeling van het geschil

Het verweer van de ondernemer dat de consument zijn klacht eerst schriftelijk aan de ondernemer diende voor te leggen faalt. Ingevolge artikel 13 lid 2 sub a van de toepasselijke algemene voorwaarden (HISWA algemene voorwaarden huur en verhuur vaartuigen) neemt de commissie een geschil in behandeling als de consument zijn klacht eerst bij de ondernemer heeft ingediend. Voor het indienen van de klacht is dus geen vormvereiste bepaald. De consument heeft voldaan aan deze voorwaarde, nu hij onbetwist heeft gesteld dat hij de klacht mondeling bij de ondernemer heeft ingediend. De commissie zal de klacht van de consument dan ook inhoudelijk behandelen.

Als onweersproken is komen vast te staan dat de ondernemer is tekortgeschoten in de nakoming van zijn verplichtingen door een boot aan de consument te verhuren die meerdere gebreken heeft. De consument heeft als gevolg hiervan schade geleden. De consument begroot de door hem geleden schade op drie dagen huur, te weten € 543,43 ((€ 905,72 : 5 dagen) x 3 dagen). Hij voert hiertoe aan dat de reparatie van de schroefas invloed heeft gehad op twee dagen van zijn vaarvakantie en dat op de laatste dag de schroefas wederom lekte waardoor de partner van de consument niet meer op de boot durfde te blijven. De ondernemer betwist dat de reparatie van de schroefas invloed heeft gehad op twee dagen. Volgens de ondernemer heeft de consument door de reparatie één dag vijf uur geen gebruik kunnen maken van de boot.

De commissie zal gelet op de toelichting van partijen de schade vaststellen op twee dagen huur, te weten
€ 362,29 ((€ 905,72 : 5 dagen) x 2 dagen). Als onbetwist is immers komen vast te staan dat de consument (in ieder geval) één dag last heeft gehad van de reparatie van de schroefas en één dag, de laatste dag van de huurperiode, last heeft gehad van een wederom lekkende schroefas.

De conclusie uit het voorgaande is dat de commissie zal bepalen dat de ondernemer aan de consument
€ 362,29 aan schadevergoeding dient te betalen.

Klachtengeld
Nu de consument in het gelijk wordt gesteld dient de ondernemer overeenkomstig het reglement van de
commissie een bedrag van € 102,50 aan de consument te vergoeden ter zake van het klachtengeld.
Behandelingskosten
De commissie zal voorts bepalen dat de ondernemer als de in het ongelijk gestelde partij overeenkomstig het reglement van de commissie behandelingskosten aan de commissie verschuldigd is.

Derhalve wordt als volgt beslist.

Beslissing

De commissie:
– verklaart de klacht van de consument gegrond;
– bepaalt dat de ondernemer aan de consument binnen twee weken na ontvangst van dit
bindend advies € 362,29 dient te betalen;
– bepaalt dat de ondernemer eveneens binnen twee weken het door de consument
betaalde klachtengeld van € 102,50 aan haar vergoedt;
– bepaalt dat de ondernemer overeenkomstig het reglement van de commissie aan de
commissie behandelingskosten verschuldigd is.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Waterrecreatie, bestaande uit de heer mr. J.N. de Blécourt, voorzitter, de heer M.P. Bakker, mevrouw mr. M. Lodewijkx – Spithoff, leden, in aanwezigheid van mevrouw mr. R.H.W. Theuns – van Waasdijk, secretaris, op 11 maart 2024.