Temperatuur werkkamer blijft aanzienlijk achter bij temperatuur overige verblijfsruimten; geen gebrek; koudeval / tocht onvoldoende gebleken.

  • Home >>
  • Garantiewoningen >>
De Geschillencommissie
Print Friendly, PDF & Email




Commissie: Garantiewoningen    Categorie: Bouwtechnische geschillen    Jaartal: 2013
Soort uitspraak: -   Uitkomst: -   Referentiecode: 54636

De uitspraak:

Verloop van de procedure

De arbiters verwijzen voor het verloop van de procedure naar hun arbitraal tussenvonnis dat op 13 oktober 2011 gewezen is, waarvan de inhoud als hier herhaald en ingelast dient te worden beschouwd. De consument is in het bezit gesteld van een waarborgcertificaat onder nummer [waarborgnummer]. Bij genoemd tussenvonnis is de behandeling van het geschil aangehouden om partijen de gelegenheid te geven nader onderzoek te (laten) verrichten naar de klachten in de woning van de consument en de mogelijkheid te onderzoeken tot het treffen van een schikking.   Op 1 november 2011 heeft de ondernemer in de hobbykamer in de woning onderzoek verricht met een infrarood-camera. De ondernemer heeft per brief van 8 november 2011 de resultaten doen toekomen aan de consument en aan de commissie. In die brief meldt de ondernemer dat de benodigde temperaturen worden behaald, dat, zo er al een warmtelek is, dit minimaal is en dat er geen temperatuurverschillen zijn geconstateerd tussen de binnenzijde van de voorgevel en de naastgelegen wanden. Volgens de ondernemer zijn er geen gebreken waargenomen.   De consument heeft op de inhoud van het rapport gereageerd bij brief van 13 januari 2012. De consument beroep zich erop dat het er alle schijn van heeft dat er sprake is van warmtelekken, hetgeen kan worden afgeleid uit de lichte (gele) vlekken op de foto’s. Tevens heeft de consument in die brief zijn eis vermeerderd, dat wil zeggen als aanvulling een compensatie voor het extra gasverbruik als gevolg van het gebruik van de weersafhankelijke regeling gevorderd.   In zijn brief van 26 januari 2012 heeft de ondernemer zijn standpunt hierover uiteen gezet.   Aanvulling deskundigenrapport   De commissie heeft vervolgens de deskundige op 3 april 2012 een aantal vragen voorgelegd. Hierop heeft de deskundige op 11 juli 2012 gereageerd. De inhoud van deze reactie geldt – voor zover hierna niet aangehaald – als hier herhaald en ingelast. Genoemd deskundigenbericht is naar partijen verzonden met het verzoek hierop te reageren. De consument heeft gereageerd per brief van 25 juli 2012 van zijn gemachtigde. De ondernemer heeft niet meer gereageerd.   Beoordeling   Naar aanleiding van het over en weer door partijen gestelde overwegen de arbiters het volgende.   Bevoegdheid   De arbiters stellen vast dat door de ondernemer op het moment van het wijzen van deze uitspraak geen schriftelijke verklaring is ondertekend waarin partijen er gezamenlijk voor kiezen om ook de totstandkoming en/of uitvoering van de koop- /aannemingsovereenkomst voor te leggen aan de arbiters. Dit brengt met zich dat de arbiters alleen bevoegd zijn te oordelen over de klachten zoals hierboven onder het kopje “bevoegdheid arbiters” aangegeven. Kort samengevat komt dat erop neer dat garantieklachten en opleveringsklachten behandeld kunnen worden en klachten uit hoofde van de koop-/ aannemingsovereenkomst niet.   Klacht 1: temperatuur in de hobbyruimte blijft achter   De arbiters stellen vast dat de klacht van de consument zoals aangebracht bij de commissie is: “de temperatuur in de hobbykamer/werkkamer blijft aanzienlijk achter bij de temperatuur in de overige verblijfsruimten”. De consument vordert dat “dat de ondernemer de noodzakelijke maatregelen zal treffen zodat de temperatuur in de hobbykamer niet meer achterblijft bij de temperatuur in de overige kamers”.   De deskundige merkt hierover het volgende op: “De oorzaak hiervan is gelegen in het feit dat de woonkamer een grote glaspui op het zuidoosten heeft en daardoor veel zoninstraling van buiten krijgt. De ruimte c.q. de massa (muren e.d.) wordt hierdoor opgewarmd (accumulerend vermogen) wat een bijdrage levert aan de ruimteverwarming. De hobbyruimte heeft dergelijke externe invloed niet of slechts in zeer beperkte mate. De glaspui van de hobbyruimte is gelegen aan de noordwestzijde, gepositioneerd onder een carport. Dit is de verklaring van het verschil in temperatuur in de vertrekken. In de hobbyruimte zal langer c.q. meer gestookt moeten worden.”   Voorop staat dat de ondernemer, na de oplevering, als aanvulling op de warmte-installatie een weersafhankelijke regeling heeft geleverd en aangebracht. Uit hetgeen de consument naar voren heeft gebracht, in het bijzonder in de brief van zijn gemachtigde van 13 januari 2012, leiden de arbiters af dat de hobbyruimte bij gebruik van die weersafhankelijke regeling de minimaal benodigde temperatuur van 20° behaalt.   De arbiters stellen vast dat met gebruikmaking van de weersafhankelijke regeling de klacht is opgelost. De arbiters sluiten voorts aan bij het oordeel van de deskundige. De vordering wordt afgewezen. Aan de gevorderde compensatie en het subsidiair gevorderde komen de arbiters gezien deze afwijzing niet meer toe.   Zijdens de ondernemer is, conform de afspraak tijdens de mondelinge behandeling (coulancehalve),  de hobbykamer onderzocht op eventuele warmtelekken. Hierbij zijn geen gebreken geconstateerd. De consument verlangt een aanvullend deskundigenonderzoek omdat er op de kleurenfoto’s lichtere gele vlekken zichtbaar zijn en omdat boven het kozijn aan de voorzijde van de hobbykamer een prefab geïsoleerd houten rekwerk is gemonteerd. Dit zouden indicaties zijn dat er een isolatieprobleem is dat de oorzaak is van de 3-4 graden lagere temperatuur.   De arbiters zijn van oordeel dat de consument onvoldoende heeft aangevoerd waaruit kan worden afgeleid dat er daadwerkelijk warmtelekken zijn of dat er overigens gebreken aan de constructie zijn. Uit de door de ondernemer ingebrachte foto’s kunnen de arbiters dit niet afleiden. Inzake het houten rekwerk blijkt uit de rapportage van het onderzoek dat dit slechts een minimaal warmtelek geeft. De arbiters zien derhalve onvoldoende aanleiding voor een aanvullend onderzoek op dit punt.   De vraag die partijen daarnaast nog verdeeld houdt is, of het gebruik van de weersafhankelijke regeling een hoger gasverbruik met zich brengt. De consument heeft in dit kader gesteld dat zijn gasverbruik substantieel verhoogd is en heeft een extra gasverbruik van 900m³ genoemd. De ondernemer heeft betwist dat de weersafhankelijke regeling tot een hoger gasverbruik zou leiden dan een kamerthermostaat-regeling.   De arbiters overwegen dat de deskundige heeft vastgesteld dat de weersafhankelijke regeling een minimale of zelfs geen verhoging van het gasverbruik tot gevolg heeft. Voorts heeft de consument weliswaar gesteld dat van een hoger gasverbruik sprake is, maar heeft hij dit -ondanks de uitdrukkelijke betwisting van dit standpunt door de ondernemer- niet onderbouwd. Evenmin heeft de consument gegevens overgelegd waaruit dat hogere gasverbruik is af te leiden. Deze klacht wordt eveneens afgewezen.   Toetsing aan de garantienormen Nu de temperatuur in de hobbyruimte de minimaal vereiste waarde behaalt, zijn de arbiters van oordeel dat wordt voldaan aan de uit hoofde van de garantienormen te stellen eisen.   Klacht 2: onaangename ‘koude’ luchtstroom/tocht in de woonkamer   De consument heeft gesteld dat in de woonkamer/keuken op een hoogte van circa 50 centimeter vanaf de vloer een koude luchtstroom voelbaar is, met name in de ochtenduren, wanneer er aan de keukentafel gezeten wordt. De deskundige heeft geoordeeld dat de woning wat de ventilatie betreft geen overcapaciteit heeft en ook overigens voldoet aan de garantie-eisen. De arbiters nemen het oordeel van de deskundige op dit punt over.   De arbiters overwegen dat het ervaren van een ‘koude luchtstroom’ een subjectieve beleving is. Tevens geldt dat, nu de gestelde ‘koude luchtstroom’ niet vanaf de vloer voelbaar is, maar zich een halve meter boven de vloer voordoet, deze luchtstroom het gevolg kan zijn van de wijze van bewoning. De deskundige heeft dit in haar rapportage ook vermeld. De consument betwist het oordeel van de deskundige (dat de ventilatie de oorzaak is van de koude luchtstroom).   Voorts wordt overwogen dat tijdens onderzoek in de woonkamer geen gebreken zijn geconstateerd waaruit kan worden afgeleid dat zich daar warmtelekken voordoen.   De arbiters zijn van oordeel dat door de consument onvoldoende is aangevoerd om aan te nemen dat de klacht over de koude luchtstroom het gevolg is van een tekortkoming van de ondernemer. Zij zien dan ook geen aanleiding om hiernaar nader onderzoek te laten verrichten en zullen de klacht afwijzen.   Toetsing aan de garantienormen Niet gebleken is dat de woning een gebrek vertoont dat een ‘koude luchtstroom’ (tocht) veroorzaakt. De arbiters zijn van oordeel dat wordt voldaan aan de uit hoofde van de garantienormen te stellen eisen.   Klachtengeld De arbiters stellen vast dat de klachten van de consument worden afgewezen. Daarmee wordt de consument voor 100% in het ongelijk gesteld. Derhalve zal aan de consument op grond van het Geschillenreglement het klachtengeld niet worden gerestitueerd.   Op grond van vorenstaande wordt beslist als volgt.   Beslissing   De arbiters, rechtdoende naar de regelen des rechts:   I. verklaren zich niet bevoegd om kennis te nemen van de onderdelen van het geschil tussen partijen die uitsluitend betrekking hebben op de wijze van totstandkoming, inhoud en/of uitvoering van de gesloten koop- /aannemingsovereenkomst met uitzondering van opleveringsklachten;   II. verklaren zich wel bevoegd kennis te nemen van de onderdelen van het geschil tussen partijen die uitsluitend betrekking hebben op de nakoming van de garantie- en waarborgregeling en de verplichtingen die die regeling op de ondernemer heeft gelegd en opleveringsklachten, en alleen in zoverre oordelend:   III. wijzen de klachten af.   Dit arbitraal vonnis is gewezen te Den Haag op 1 november 20123 door de Geschillencommissie Garantiewoningen.