Commissie: Reizen
Categorie: Procedure
Jaartal: 2014
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
REI04-1458
De uitspraak:
De commissie ontving op 22 juli 2004 het eerste bericht van klager waarin de commissie ervan in kennis wordt gesteld dat hij een geschil heeft met de reisorganisator. Het betreft een vliegreis met verblijf in twee appartementen in Tej Marhaba, Tunesië van 26 april 2004 tot 8 mei 2004.
De commissie constateert op grond van de overgelegde stukken dat de termijn waarbinnen het geschil aan de reisorganisator moest worden gemeld, is overschreden. Volgens artikel 5 van het reglement van de commissie kan het geschil alleen dan in behandeling worden genomen, indien klager ter zake van de overschrijding van de termijn naar het oordeel van de commissie redelijkerwijs geen verwijt treft.
Klager heeft in dat verband aangevoerd dat de termijn van een maand is verstreken alvorens de uiteindelijke versie van de klacht naar de reisorganisator is verzonden omdat kort na terugkomst de moeder van de klager ziek geworden is en klager en zijn echtgenote een deel van haar dagelijkse verzorging op zich hebben moeten nemen totdat zij naar het ziekenhuis is vervoerd waar zij tot en met 10 juni 2004 heeft gelegen.
Op grond van de door klager aangevoerde argumenten komt de commissie niet tot het oordeel dat klager redelijkerwijs geen verwijt treft van de termijnoverschrijding. De commissie heeft daarbij overwogen dat voor de termijnoverschrijding een reden is aangevoerd die niet kan worden beschouwd te liggen buiten de invloedssfeer althans de risicosfeer van klager. Met alle begrip voor de vervelende en enerverende omstandigheden die zich voor klager en zijn familie voordeden, moet worden geconstateerd dat het hem in redelijkheid niet onmogelijk was een bericht aan de reisorganisator te doen toekomen, al was het maar in een minder onderbouwde c.q. uitgewerkte vorm. Gelet op de strikte handhaving die bij het hanteren van de onderhavige termijnen past, kan in het onderhavige geschil niet gesproken worden van een verschoonbare overschrijding.
Klager wordt daarom in zijn klacht niet-ontvankelijk verklaard.
Derhalve wordt beslist als volgt.
Beslissing
Klager wordt in zijn klacht niet-ontvankelijk verklaard.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Reizen op 17 september 2004.