Commissie: Rijopleidingen
Categorie: Rijschool / Terugbetaling / Voortijdig beëindigen les overeenkomst
Jaartal: 2024
Soort uitspraak: bindend advies
Uitkomst: gegrond
Referentiecode:
236253/248141
De uitspraak:
Waar gaat de uitspraak over?
De uitspraak gaat over een overeenkomst tussen een consument en ondernemer over de aankoop van een ‘supergarantiepakket’ voor rijlessen. Na het afsluiten en de betaling van het rijlespakket bij de ondernemer kwam de rijinstructeur soms wel en soms niet opdagen. Na een tijdje komt hij helemaal niet meer komen opdagen. De consument wil dan ook een deel van zijn geld terug. Er is overeenstemming tussen consument en ondernemer over het bedrag dat terugbetaald dient te worden, echter zijn partijen het niet eens over de betalingsregeling. De consument wil uiterlijk op 31 mei 2024 het bedrag ontvangen. De commissie beslist als volgt. Dat de rijschool het bedrag moet terugbetalen staat vast. De betaling hiervan moet uiterlijk 31 mei 2024 plaatsvinden. Na de vele telefonische en WhatsApp verzoeken van de consument waarop de ondernemer niet heeft gereageerd is er geen reden om dit termijn te verlengen.
De uitspraak
Behandeling van het geschil
Partijen zijn overeengekomen dit geschil bij bindend advies door de Geschillencommissie Rijopleidingen (verder te noemen: de commissie) te laten beslechten. De commissie heeft kennisgenomen van de overgelegde stukken. De behandeling van het geschil heeft op een (digitale) zitting van 26 maart 2024 te Den Haag plaatsgevonden. Partijen zijn tijdig en behoorlijk uitgenodigd om ter zitting te verschijnen. De consument heeft ter (digitale) zitting zijn standpunt nader toegelicht; de ondernemer is niet ter zitting verschenen.
Onderwerp van het geschil
Het geschil vloeit voort uit een tussen partijen op 30 april 2023 overeengekomen les overeenkomst. De ondernemer heeft daarbij een ‘Supergarantiepakket’ aangeboden tegen een door de consument te betalen prijs van € 1.950,– incl. BTW. De les overeenkomst is voortijdig beëindigd. De consument heeft op 5 oktober 2023 de klacht bij de ondernemer ingediend.
Standpunt van de consument
Voor het standpunt van de consument verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.
De consument kocht een lespakket bij de ondernemer. Na een paar lessen komt de rijinstructeur soms wel en soms niet. Ook deugde de planning vaak niet. Nadat de consument hem daarop aansprak beloofde de instructeur dat dit niet meer zou gebeuren. Hierna is de instructeur helemaal niet meer komen opdagen. Het is wel 6 keer niet goed gegaan. De consument benaderde de ondernemer en vroeg zijn geld terug. Dat beloofde de ondernemer te zullen doen, maar die belofte is hij niet nagekomen. De consument wil graag een deel van zijn geld terug.
Ter zitting heeft de consument voor zover van belang nog het volgende aangevoerd. Partijen hebben overeenstemming bereikt over het terug te betalen bedrag van € 668,–. Partijen hebben allebei een afzonderlijk schikkingsformulier getekend, maar hebben geen overeenstemming bereikt over de door de ondernemer verlangde betalingsregeling. De consument verlangt dat het door de ondernemer terug te betalen bedrag uiterlijk op 31 mei 2024 aan hem is terugbetaald.
Standpunt van de ondernemer
Voor het standpunt van de ondernemer verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer. De ondernemer heeft geen (formeel) verweer gevoerd. Uit de stukken blijkt dat hij aangaf zich tot een advocaat te wenden om hem bij te staan. Voorts blijkt uit een door de ondernemer getekend schikkingsformulier dat hij bereid is om een bedrag van € 668,– in 3 termijnen terug te betalen.
Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.
In deze zaak klaagt de consument over een onjuiste planning van de lessen en over het feit dat de instructeur regelmatig niet kwam opdagen. Uit de stukken blijkt dat partijen wel zijn overeengekomen dat een bepaald bedrag, te weten € 668,– aan de consument wordt terugbetaald, maar niet over de termijn waarbinnen dit dient te geschieden. De consument stelt zich op het standpunt dat die terugbetaling uiterlijk op 31 mei 2024 dient plaats te vinden. Naar het oordeel van de commissie wordt de ondernemer daarmee een ruime termijn gegeven om het overeengekomen bedrag terug te betalen, mede gelet op de vele telefonische en WhatsApp verzoeken van de consument waarop de ondernemer niet heeft gereageerd.
De commissie ziet dan ook geen reden om de ondernemer een langer uitstel dan tot 31 mei 2024 te gunnen voor de terugbetaling van het bedrag van € 668,-. Op grond van het bovenstaande is de klacht van de consument gegrond. Derhalve wordt beslist als volgt.
Beslissing
De ondernemer betaalt aan de consument een bedrag van € 668,–. Betaling dient plaats te vinden uiterlijk op 31 mei 2024. Bovendien is de ondernemer gehouden het door de consument betaalde klachtengeld van € 77,50 aan haar te voldoen en zal overeenkomstig het reglement van de commissie aan de ondernemer een bijdrage in de behandelingskosten in rekening worden gebracht.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Rijopleidingen, bestaande uit de heer mr. F.C. Schirmeister, voorzitter, H.H. van der Linden en A. Belt, leden, op 26 maart 2024.