Toerekenbaarheid schade van poststuk; computer niet in originele doos verpakt maar ander doos kleiner gemaakt en buffers op maat gesneden. Niet vastgesteld of sprake is van een deugdelijke verpakking.

  • Home >>
  • Post >>
De Geschillencommissie




Commissie: Post    Categorie: Postzending - algemeen    Jaartal: 2015
Soort uitspraak: -   Uitkomst: -   Referentiecode: 94921

De uitspraak:

Onderwerp van het geschil

Het geschil betreft een door de consument via PostNL verzonden poststuk.

De consument heeft op 30 maart 2015 de klacht voorgelegd aan PostNL.

Standpunt van de consument

Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt.

De consument stelt dat hij een goed verpakte computer verstuurd heeft met PostNL en dat deze beschadigd is afgeleverd. De consument heeft een doos van een HP laserjet PRO 200 MFP en bijbehorende buffers gerecycled. Dat wil zeggen dat de doos door de consument kleiner is gesneden en de buffers op maat zijn gemaakt zodat de ingepakte computer goed beschermd was. PostNL weigert ten onrechte de schade te vergoeden. De verantwoordelijkheid wordt niet aanvaard omdat de consument geen foto’s heeft van de verstuurde verpakking.

De consument verlangt schadevergoeding.

Standpunt van PostNL

Het standpunt van PostNL luidt in hoofdzaak als volgt.

De consument heeft de te repareren computer als ‘aangetekend pakket’ verzonden. De inhoud van een aangetekend pakket is tegen beschadiging verzekerd tot een bedrag van € 500,–. Wanneer de inhoud van een aangetekend pakket bij aflevering beschadigd blijkt en deze schade is opgetreden tijdens het vervoer door PostNL, is PostNL daarvoor in principe aansprakelijk en heeft de consument daarmee aanspraak op schadevergoeding. Dan moet de schade wel aan PostNL toerekenbaar zijn.

PostNL kan zich in het geheel geen oordeel vormen of de schade daadwerkelijk veroorzaakt is tijdens het vervoer van het pakket en als gevolg hiervan verwijtbaar handelen van PostNL. Een goede verpakking dient voldoende afgestemd te zijn op het gewicht, de grootte en mate van kwetsbaarheid van het artikel. Nu er geen foto’s van de verpakking – na aflevering – beschikbaar zijn gesteld, blijft onbeantwoord of er bij aflevering schade was aan de transportdoos en of deze verpakking stevig was, en welke binnenverpakking – en in welke hoeveelheid – er is gebruikt om het artikel te beschermen. PostNL constateert dat deze vragen bij gebrek aan adequate informatie nog steeds niet beantwoord kunnen worden. De vraag blijft dan daarmee ook onbeantwoord of de consument bij het verzendklaar maken van de computer voldoende rekening heeft gehouden met het (algemeen bekende) feit dat het sorteerproces van PostNL geheel automatisch is. Dat pakketten op enig moment met elkaar in aanraking komen is inherent aan dit proces. Waar het bij het postvervoer om gaat is dat de verpakking – en dus ook de binnenverpakking – schokken moet kunnen opvangen die onvermijdelijk optreden in het geautomatiseerde sorteerproces van PostNL. In een geschikte transportverpakking wordt een kwetsbaar apparaat als het ware ‘zwevend’ opgehangen, dat wil zeggen zonder direct contact met de buitenverpakking en zonder bewegingsruimte. Daarvoor is vooral een stevige hoekvulling noodzakelijk. PostNL wijst er in dit verband ook op dat ‘een op maat gesneden’ kartonnen doos door het verbreken van de structuur als verpakking niet meer dezelfde stevigheid kan bieden die de oorspronkelijke doos – indien goed afgevuld – wel had.
Beoordeling van het geschil

De commissie heeft het volgende overwogen.

De aansprakelijkheid van PostNL voor schade die voortvloeit uit het vervoer van poststukken is geregeld in artikel 29 van de Postwet en uitgewerkt in artikel 9 van de Algemene voorwaarden voor de universele Postdienst 2014 (AVP). Het komt er in hoofdzaak op neer dat PostNL een beperkte aansprakelijkheid aanvaardt voor schade aan poststukken als die aangetekend worden verstuurd (artikel 9.3 AVP). Die schade moet aan PostNL toerekenbaar zijn. Als dat niet zo is, heeft de afzender geen recht op schadevergoeding (artikel 9.6 AVP).

De toerekenbaarheid van de schade betreft de kern van dit geschil. De consument voert aan dat hij een doos kleiner heeft gemaakt en de daarbij behorende buffers op maat heeft gesneden. Het betreft dus niet de originele doos waarin de computer is verpakt. Het was een verpakking van een ander apparaat. Dat de kleiner gemaakte doos en de op maat gesneden buffers in dit geval een deugdelijke verpakking zouden zijn heeft de consument niet aangetoond door middel van foto’s of anderszins onderbouwd. Er kan daarom niet worden vastgesteld of er sprake is geweest van een deugdelijke verpakking die bestand was tegen het automatisch sorteerproces van PostNL.

De commissie is van oordeel dat op grond van de overgelegde stukken niet kan worden vastgesteld of in dit geval de aan de computer ontstane schade is toe te rekenen aan PostNL.

Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht ongegrond is.

Derhalve wordt als volgt beslist.

Beslissing

Het door de consument verlangde wordt afgewezen.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Post, op 22 juni 2015.