Toerekenbare onduidelijkheid bij het sluiten van de energieleveringsovereenkomst

  • Home >>
  • Energie >>
De Geschillencommissie




Commissie: Energie    Categorie: Algemene voorwaarden / Oneerlijke handelspraktijk    Jaartal: 2024
Soort uitspraak: bindend advies   Uitkomst: ten dele gegrond   Referentiecode: 253966/520983

De uitspraak:

Waar gaat de uitspraak over?

Deze uitspraak betreft een geschil over een energieleveringsovereenkomst tussen consument en ondernemer. De consument is van mening dat de ondernemer haar niet goed heeft geïnformeerd en dat er sprake is van een oneerlijke handelspraktijk. Zij vordert dan ook vernietiging van de overeenkomst. Zo heeft de ondernemer zijn algemene voorwaarden niet duidelijk, en vooraf, ter hand gesteld aan de consument. Verder is de ondernemer heel onduidelijk in haar informatie over de kostenspecificaties en de inhoud van het contract. Door het niet duidelijk vermelden van de prijzen heeft de consument nooit een duidelijke vergelijking kunnen maken met andere aanbieders, en is er sprake van een oneerlijke handelspraktijk. De ondernemer weerspreekt de beweringen van de consument. De ondernemer is van mening dat de algemene voorwaarden wel aan de consument ter beschikking zijn gesteld. Voorafgaand aan de overeenkomst heeft de ondernemer ook alle prijzen, zowel vast als variabel, aan de consument overlegd.

Wat is de beslissing?

De commissie volgt de visie van de ondernemer dat er geen sprake is van misleiding. Echter, de onduidelijkheid over de prijs is wel aan de ondernemer toe te rekenen. Ook het niet in acht nemen van de juiste bedenktijd en het niet aanleveren van een herroepingsformulier is in strijd met een wettelijk voorschrift. . Zij is daarentegen niet van mening dat dit grond geeft voor de vernietiging van de overeenkomst. De ondernemer zal aan de commissie een vergoeding moeten betalen. De klacht is ten dele gegrond.

De volledige uitspraak

Samenvatting
De ondernemer heeft niet voldaan aan alle verplichtingen van art. 230m BW. De ernst daarvan rechtvaardigt niet vernietiging van de overeenkomst. De commissie kent aan de consument een vergoeding toe.

Standpunt van de consument

Onderhavige klacht heeft betrekking op de wijze van totstandkoming van de overeenkomst tussen partijen en het maandelijkse (voorschot)bedrag dat de ondernemer van de consument incasseert. De consument is door de ondernemer niet goed geïnformeerd. Nu sprake is van schending van de informatieverplichtingen en misleidende handelspraktijken door de ondernemer vordert de consument vernietiging van de overeenkomst. De ondernemer heeft op vele punten haar informatieplicht geschonden. De ondernemer heeft geen transparante, eerlijke en vooraf bekende voorwaarden gehanteerd. Verder is sprake van oneerlijke handelspraktijken doordat aan de consument informatie is verstrekt die misleidend is. Verder heeft de ondernemer ook niet voldaan aan de informatieverplichtingen in het kader van overeenkomsten gesloten buiten verkoopruimte. Ik licht dat hieronder toe.

Allereerst heeft de ondernemer de algemene voorwaarden niet voor het sluiten van de overeenkomst ter hand gesteld aan de consument, zodat deze niet van toepassing zijn. De overeenkomst tussen partijen is op afstand gesloten en de consument geldt als consument. Zij is foutief geïnformeerd over de bedenktijd. Deze zou volgens het aanbod slechts zeven dagen zijn, terwijl dit 14 dagen is. Ook is haar geen herroepingsformulier gegeven. Ook andere voorwaarden over het opzeggen van de overeenkomst zijn niet verstrekt. Uit het aanbod wordt niet duidelijk en inzichtelijk of de ondernemer een vast of variabel contract aanbiedt. De titel van het aanbod is: Hollands Vast 3 jaar zekerheid met cashback soho. In de kostenspecificatie wordt daarentegen gesproken over “variabele leveringskosten”. Het door de ondernemer gedane aanbod is allesbehalve een aanbod op maat. Het aanbod gaat uit van een volstrekt ander energieverbruik. Dit terwijl de consument mag verwachten dat het aanbod wordt gekoppeld aan het meest recente beschikbare verbruik. De consument kon dus niet weten wat haar daadwerkelijke jaarkosten zouden zijn. In het aanbod worden vele verschillende tarieven genoemd, zoals eerder uiteengezet, zodat voor de consument niet duidelijk werd welk leveringstarief zij zou betalen. Ook navraag bij de ondernemer heeft niet geleid tot duidelijkheid over de aan de consument gerekende tarieven. Inzake het verbruiksonafhankelijke deel (de vaste leveringskosten) is vooraf niet op duidelijk, begrijpelijk en ondubbelzinnig wijze geïnformeerd door de ondernemer. Allereerst staan bij de kostenspecificatie bij het aanbod van 26 juni 2023 verschillende leveringstarieven genoemd. De verbruiksafhankelijke component is zoals gezegd verkeerd voorgedaan door de ondernemer.

De ondernemer heeft misleidende informatie verstrekt over de prijs, inclusief alle belastingen, die de consument zou moeten betalen én over de wijze waarop de prijs berekend wordt. In totaal worden in de voorgestelde overeenkomst vier verschillende bedragen genoemd in het kader van de (geschatte) jaarlijkse kosten, te weten: € 4.923,37, € 2.959,66 € 4.413,70 en € 3.181,22. Ook hier is essentiële informatie weggelaten en op onduidelijke, onbegrijpelijke en dubbelzinnige wijze verstrekt. De consument heeft mede daarom nooit een goede vergelijking kunnen maken met andere aanbieders. Uit de informatie van de ondernemer blijkt niet welke belastingen precies worden gerekend. Er wordt op de hoofdpagina onder meer geadverteerd met een prijs exclusief BTW, zonder te vermelden dat hierbij nog BTW zal worden gerekend. Verder blijkt niet duidelijk en ondubbelzinnig welk effect het prijsplafond heeft en wanneer deze korting niet meer zou gelden. De ondernemer brengt de consument tarieven in rekening die het prijsplafond (1,45 voor gas en 0,40 voor stroom) ver overstijgen. Deze tarieven liggen tevens ver boven de door andere partijen gerekende tarieven. Alleen al op basis hiervan is sprake van een oneerlijke handelspraktijk. De consument zou, ware zij juist, volledig, duidelijk en ondubbelzinnig geïnformeerd nooit een overeenkomst met de ondernemer hebben gesloten.

Gelet op het voorgaande is sprake van een schending van de informatieverplichtingen, misleiding en oneerlijke handelspraktijken door de ondernemer. De consument heeft zodoende de door de ondernemer geïncasseerde bedragen onverschuldigd betaald. De consument verzoekt uw Geschillencommissie dan ook om haar vordering tot vernietiging van de overeenkomst toe te wijzen en de ondernemer te veroordelen tot terugbetaling van het door haar aan de ondernemer reeds betaalde.

Standpunt van de ondernemer

Geheel nieuwe klacht – niet ontvankelijk.
De klacht van de consument is niet-ontvankelijk aangezien deze niet eerst is ingediend bij ondernemer. Hierdoor heeft ondernemer niet kunnen reageren op de klacht zoals die bij u is ingediend. Klager heeft weliswaar een klacht ingediend (zie bijgesloten brief van 15 november 2023). Echter, deze klacht richt zich tegen het maandbedrag en bevat drie vragen, die overigens door ondernemer al zijn beantwoord (zie bijgesloten bijlagen). Nieuwe niet ontvankelijke klacht tevens ongegrond Derhalve geheel ten overvloede wijst ondernemer er op dat de nieuwe klacht van klaagster bovendien ongegrond is. De nieuwe klacht richt zich op een geheel ander punt, namelijk de totstandkoming van de overeenkomst, waar gebreken aan zouden kleven die tot de vernietigbaarheid, c.q. nietigheid zouden moeten leiden. Dit is niet het geval. Klager stelt in haar nieuwe klacht gericht aan de Geschillencommissies dat sprake zou zijn van schending van informatieverplichtingen, misleiding en oneerlijke handelspraktijken. Hetgeen daartoe wordt aangevoerd is echter onjuist en de klacht is daardoor ongegrond.

Informatieplicht. De algemene voorwaarden zijn volgens de standaard procedure wel degelijke vooraf toegezonden aan klager tezamen met de overeenkomst. Tevens zijn alle essentiële elementen van de overeenkomst voorafgaand aan de ondertekening voorgehouden aan klager. Uit de stellingen van klager zelve volgt reeds dat de tarieven wel degelijk zijn voorgehouden aan klager Zo verklaart zij zelf dat vele verschillende tarieven zijn voorgehouden. Dat klopt en zelfs meer dan dat: Alle tarieven, vast en variabel, zijn vooraf voorgehouden aan klager en genoemd in de overeenkomst. Bedenktijd Na ondertekening is aan klager duidelijk gemeld dat sprake is van een bedenktijd. De bedenktijd is vervolgens nogmaals bevestigd in de welkomstmail verzonden na ondertekening. Immers, in de welkomstmail van 26 juni 2024 wordt duidelijk aangegeven dat er een bedenktijd is van 14 dagen (dit document is reeds overlegd door klager).

Prijsplafond.
Ook de verwijzing naar het prijsplafond en de daarop gebaseerde conclusie ten aanzien van de in rekening gebrachte prijzen is onjuist. Immers, het prijsplafond is juist ingevoerd om te voorkomen dat prijzen boven een bepaald bedrag volledig worden doorberekend aan de klant. Daarom is besloten dat in die gevallen (waarin de prijzen boven een bepaald plafond uit komen) de klant een subsidie ontvangt van de overheid. Dat is kennelijk ook bij klager het geval. De stelling dat de prijzen hoger zouden zijn dan het prijsplafond en reeds op die grond sprake zou zijn van oneerlijke handelspraktijken is dan ook onbegrijpelijk, en/of althans onjuist.

Oordeel van de commissie

Met betrekking tot het beroep van de ondernemer op niet ontvankelijkheid van de consument in haar klacht merkt de commissie op dat volgens artikel 6 van het reglement van de commissie de commissie dit alleen doet wanneer de ondernemer bij eerste gelegenheid daarom vraagt. Nu de ondernemer dit in zijn bericht van 6 augustus 2024 niet heeft gedaan en dit eerst heeft gedaan op 7 oktober 2024 wordt het beroep op niet ontvankelijkheid verworpen. Bovendien zijn de klachten niet meer dan een juridische onderbouwing van de reden waarom de consument gevolgen wenst te verbinden aan onduidelijkheden.
Allereerst constateert de commissie dat beide partijen niet scheutig zijn geweest met het overleggen van stukken, hetgeen de beoordeling niet vergemakkelijkt.

Naar het oordeel van de commissie heeft de ondernemer een voldoende verklaring gegeven voor het feit dat In de communicatie verschillende bedragen zijn genoemd. Waar het gaat om totaalbedragen per jaar hangt dit samen met de verwachte omvang van het verbruik en de inschatting van het effect van de prijsplafondregeling. Naar het oordeel van de commissie is in dat opzicht geen sprake van misleiding.
Verder zijn partijen het van het begin af aan over eens geweest dat tussen partijen een consumentenovereenkomst tot stand is gekomen. Wat dan wel verwarrend is is dat In de overeenkomst ook een bedrijfsnaam ingevuld is. Dat verklaart dat de consument ook zakelijke algemene voorwaarden heeft overgelegd en dat de ondernemer ook spreekt over prijzen exclusief BTW. Die verwarring is aan de ondernemer toe te rekenen en in die zin is niet voldaan aan art. 230m lid aanhef en onder e BW. Verder noemt de overeenkomsten bedenktijd van zeven dagen en heeft de commissie bij de stukken geen herroepingsformulier aangetroffen. Dit levert strijd op met art 230m aanhef en onder h BW. Waar In de overeenkomst over verschillende tariefsoorten wordt gesproken is duidelijk dat dit alleen gaat om rekenvoorbeelden in verband met de prijsplafondregeling. Deze regeling wordt slechts toegepast om te zorgen dat overeengekomen tarieven de consument niet bovenmatig belasten, maar doet niets af aan de overeengekomen tarieven zelf.

Al met al stelt de commissie vast dat de ondernemer op enkele punten in strijd heeft gehandeld met de verplichtingen van art. 230m BW. Naar het oordeel van de commissie rechtvaardigt dit niet de door de consument gewenste vernietiging van de overeenkomst. De commissie zal in verband daarmee aan de consument een vergoeding toekennen die zij naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid zal vaststellen op het hierna te noemen bedrag.

Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht ten dele gegrond is.

Derhalve wordt als volgt beslist.

Beslissing
De ondernemer betaalt binnen 14 dagen na datum verzending van het bindend advies aan de consument een bedrag van € 750,–.

Bovendien dient de ondernemer overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 52,50 aan de consument te vergoeden ter zake van het klachtengeld.

Overeenkomstig het reglement van de commissie is de ondernemer aan de commissie behandelingskosten verschuldigd.

Deze behandelingskosten worden geheel betaald.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Energie, bestaande uit de heer mr. D.J. Buijs, voorzitter, de heer mr. F.J. Pirard , de heer drs. L. van Rootselaar , leden, op 9 oktober 2024.