
Commissie: Recreatie
Categorie: algemene voorwaarde/ Kosten
Jaartal: 2023
Soort uitspraak: bindend advies
Uitkomst: gegrond
Referentiecode:
174146/192684
De uitspraak:
Waar gaat de uitspraak over?
Consument heeft een chalet op de camping. Bij de verkoop hiervan zijn er door de ondernemer toestemmingskosten van € 5.000,– in rekening gebracht. Consument vindt dat deze kosten onterecht zijn. De commissie oordeelt dat de ondernemer de verkoop van het chalet afhankelijk heeft gesteld aan de betaling van € 5.000,–. Dit is volgens de RECRON-voorwaarden niet toegestaan. De ondernemer moet de betaalde kosten terugbetalen aan consument. De commissie verklaart de klacht gegrond.
De uitspraak
Behandeling van het geschil
Partijen zijn overeengekomen dit geschil bij bindend advies door de Geschillencommissie Recreatie (verder te noemen: de commissie) te laten beslechten.
De commissie heeft kennisgenomen van de overgelegde stukken.
De behandeling heeft plaatsgevonden op 16 maart 2023 te Utrecht.
Partijen zijn tijdig en behoorlijk opgeroepen ter zitting te verschijnen.
De consument – bijgestaan door de heer [naam] – heeft ter (digitale) zitting hun standpunt toegelicht.
De ondernemer heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid om zijn standpunt ter (digitale) zitting toe te lichten.
Onderwerp van het geschil
De consument heeft de klacht voorgelegd aan de ondernemer.
Het geschil betreft de zogenaamde toestemmingskosten die de ondernemer bij de consument in rekening heeft gebracht.
Standpunt van de consument
Voor het standpunt van de consument verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.
Ik heb vier jaar een chalet gehad op de camping [naam] via de [naam vakantiepark]. Tijdens de verkoop is een bedrag van € 5.000,– aan toestemmingskosten bij mij in rekening gebracht. Ik heb hier bezwaar tegen gemaakt, aangezien ik van mening ben dat deze kosten ten onrechte in rekening zijn gebracht.
Standpunt van de ondernemer
Voor het standpunt van de ondernemer verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.
De stelling van de consument dat hij ten onrechte met de overdrachtskosten ter waarde van € 5.000,– zou zijn belast, is niet juist. De consument is op voorhand meermaals geïnformeerd over de overdrachtskosten en heeft hiermee ingestemd, zowel mondeling als ook schriftelijk door de verkoopregels bij de overdracht te tekenen.
Wij verwijzen naar de aktes die de consument heeft ondertekend. In artikel 22 van de RECRON-voorwaar-den is aangegeven dat een overdracht alleen wordt toegestaan bij de acceptatie van de separate verkoopregels die door ons ter beschikking zijn gesteld op de receptie van ons park. Zowel de voorwaarden als ook de overschrijving zijn door de consument ondertekend voor akkoord.
Juridisch kader
Artikel 9 van de van toepassing zijnde RECRON-voorwaarden voor vaste plaatsen (hierna te noemen: de RECRON-voorwaarden) luidt -voor zover thans van belang- als volgt:
“ARTIKEL 9 – VERKOOP KAMPEERMIDDEL
1. Verkoop van het kampeermiddel is te allen tijde toegestaan. De verkoop van het kampeermiddel met behoud van plaats is slechts toegestaan na schriftelijke toestemming van de ondernemer.
2. De ondernemer kan verkoopvoorwaarden hanteren welke de recreant in acht dient te nemen.
3. De recreant die het kampeermiddel verkoopt, dient dit voorafgaand aan de verkoop aan de ondernemer bekend te maken. Bij levering van het kampeermiddel eindigt de overeenkomst van rechtswege met onmiddellijke ingang. Het staat de ondernemer vrij al dan niet met de koper een overeenkomst aan te gaan. De ondernemer mag het sluiten van de overeenkomst met de koper niet afhankelijk stellen van een financiële tegemoetkoming of van een opdracht tot bemiddeling aan de ondernemer.
4. Het staat de recreant vrij zijn kampeermiddel zelf te verkopen dan wel de ondernemer, of -na schriftelijke toestemming van de ondernemer- een derde, hiervoor in te schakelen. Indien de recreant de ondernemer of een door de ondernemer aangewezen derde opdracht geeft op te treden als bemiddelaar bij de verkoop van het kampeermiddel kan dit uitsluitend bij schriftelijke overeenkomst.
5. Bij de opdracht als bedoeld in de tweede zin van het vierde lid, bedraagt de bemiddelingsvergoeding een vastgesteld overeengekomen bedrag of een bepaald percentage van de verkoopprijs. Deze bemiddelingsvergoeding dient in redelijke verhouding te staan tot de te verwachten uren en kosten die de bemiddelaar maakt of zal maken voor zijn opdracht. In afwijking van het hiervoor in dit lid bepaalde kunnen recreant en ondernemer voorafgaand aan de bemiddeling een vergoeding van de kosten en uren van de ondernemer op basis van nacalculatie overeenkomen (…).”
Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.
Onder de stukken bevindt zich een e-mail van de ondernemer aan de consument van 5 april 2022, die -voor zover thans van belang – als volgt luidt:
“Geachte heer [naam], beste [naam],
En geef u toestemming voor verkoop van uw chalet op jaarplaats H019.
De volgende afspraken zijn gemaakt:
-Kosten voor verkoop op de jaarplaats bedraagt € 5000,–, deze dient voldaan te worden bij de receptie voor de overdracht (…)”.
Uit deze e-mail blijkt duidelijk dat de ondernemer de verkoop van de stacaravan van de consument met behoud van de standplaats (onder meer) afhankelijk heeft gesteld van de betaling van het bedrag van
€ 5.000,–. Volgens artikel 9, lid 3, van de RECRON-voorwaarden is dit echter niet toegestaan. Reeds op grond hiervan zal de commissie de klacht gegrond verklaren en bepalen dat de ondernemer een bedrag van € 5.000,– aan de consument dient terug te betalen.
Volledigheidshalve merkt de commissie nog het volgende op.
De ondernemer heeft in zijn verweerschrift verwezen naar verkoopregels en daarbij onder meer gesteld dat de consument met die verkoopregels heeft ingestemd, zowel mondeling als schriftelijk door de betreffende verkoopregels bij overdracht te tekenen. In dit verband heeft de ondernemer de huurovereenkomst met de consument, het door de consument geparafeerde ‘Algemeen reglement jaarplaatsen’ en het door de consument geparafeerde ‘Huishoudelijk reglement jaarplaatsen [naam vakantiepark]’ overgelegd, maar uit die stukken blijkt geenszins dat de consument zich akkoord heeft verklaard met de betreffende verkoopvoorwaarden.
Volgens vaste uitspraken van de commissie moet een ondernemer die verkoopvoorwaarden hanteert, die voorwaarden op grond van de informatiebepaling in artikel 1, lid 1 in samenhang met artikel 2, lid 4, van de RECRON-voorwaarden wel tijdig schriftelijk of elektronisch aan de recreant bekend maken. Tijdig wil zeggen: vooraf aan het sluiten van de huurovereenkomst (onderstreping door de commissie), zo bepaalt artikel 2, lid 4, van de RECRON-voorwaarden. Dat een consument deze informatie vooraf aan het sluiten van de huurovereenkomst moet weten, is vanuit een oogpunt van rechtsbescherming en rechtszekerheid ook logisch, omdat de consument een weloverwogen beslissing over het sluiten van de overeenkomst pas kan maken, als hij over alle relevante informatie als bedoeld in artikel 1, lid 1, van de RECRON-voorwaarden beschikt.
Gesteld noch gebleken, is dat de ondernemer verkoopvoorwaarden, als bedoeld in artikel 9, lid 2 van de RECRON-voorwaarden vóór het sluiten van de (eerste) huurovereenkomst op 22 april 2016 schriftelijk of elektronisch aan de consument kenbaar heeft gemaakt. De commissie vindt hierbij overigens nog steun in de bepaling onder punt 22 van het ‘Huishoudelijk reglement jaarplaatsen [naam vakantiepark].’, inhoudende dat de ondernemer verkoopregels heeft opgesteld die bij de receptie verkrijgbaar zijn. Op die wijze voldoet de ondernemer niet aan de verplichting die op hem rust ingevolge de hierboven uiteengezette regelgeving. Echter, ook al had de ondernemer aan deze verplichting voldaan, dan nog was overeind gebleven dat hij in strijd heeft gehandeld met artikel 9, lid 3, van de RECRON-voorwaarden, zoals hiervoor overwogen.
Derhalve wordt als volgt beslist.
Beslissing
De commissie verklaart de klacht gegrond.
De commissie bepaalt dat de ondernemer een bedrag van € 5.000,– aan de consument dient terug te betalen. Betaling van dit bedrag dient plaats te vinden binnen een termijn van 14 dagen na de verzenddatum van dit bindend advies.
Bovendien dient de ondernemer overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 52,50 aan de consument te vergoeden ter zake van het klachtengeld.
Overeenkomstig het reglement van de commissie is de ondernemer aan de commissie behandelingskosten verschuldigd.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Recreatie, bestaande uit de heer mr. H.A. van Gameren, voorzitter, mevrouw J. Hagedoorn, de heer mr. P. Rijpstra, leden, op 16 maart 2023.