Toiletten bij oplevering niet aangesloten op riolering, ondernemer moet gevolgschade herstellen

De Geschillencommissie




Commissie: Garantiewoningen    Categorie: Ondeugdelijke levering / (non-)conformiteit    Jaartal: 2019
Soort uitspraak: Arbitraal Vonnis   Uitkomst: gegrond   Referentiecode: 113444

De uitspraak:

Waar gaat de uitspraak over

De woning is in mei 2017 opgeleverd. Drie maanden later bleek dat beide toiletten in de woning niet waren aangesloten op het riool en gedurende die periode rechtstreeks in de kruipruimte hebben geloosd. Na ontdekking is de kruipruimte leeggepompt en zijn de toiletten alsnog aangesloten op het riool. De stankoverlast is daarmee echter niet weggenomen. Ook is er volgens de consument sprake van overlast door vliegen die uit de kruipruimte via de buizen c.q. leidingen omhoog komen. De commissie oordeelt dat het gebrek weliswaar niet bij de oplevering is geconstateerd, maar wel binnen zes maanden na de oplevering. Dat de consument niet eerder heeft geklaagd kan haar niet worden verweten nu kenmerkend voor stankoverlast is dat deze zich in de loop der tijd manifesteert en in ernst toeneemt. Uit het deskundigenrapport volgt dat de ondernemer weliswaar het gebrek zelf inmiddels deugdelijk heeft hersteld, maar dat nog niet alle gevolgschade is hersteld. Volgt veroordeling tot herstel binnen 3 maanden na dagtekening van het vonnis.

Volledige uitspraak

Ondergetekenden: 

De heer mr. R.P.P. Hoekstra, wonende te Amersfoort, de heer W. Kroon, wonende te Rockanje en mevrouw mr. C. Muller, wonende te Baarn, die in het onderhavige geschil als arbiters optreden, hebben het volgende arbitrale vonnis gewezen. 

Bevoegdheid arbiters en plaats van arbitrage 
De bevoegdheid van de arbiters tot beslechting van het geschil berust op een overeenkomst tot arbitrage tussen de ondernemer en de consument met toepasselijkheid van de SWK Garantie- en waarborgregeling 2014 en het bijbehorende Garantiesupplement, bestaande uit module I C en II F (hierna te noemen: de garantieregeling). Hierin wordt bepaald dat voor “alle geschillen …, welke ontstaan naar aanleiding van de aannemingsovereenkomst met toepasselijkheid van de Garantie- en Waarborgregeling van SWK … worden beslecht door arbitrage conform het Geschillenreglement van de Geschillencommissie Garantiewoningen”. 

Aldus is voldaan aan de eis van artikel 1021 wetboek van burgerlijke rechtsvordering. 

De bevoegdheid van de arbiters om het geschil tussen partijen te beslechten is gezien het vorenstaande gegeven. De arbiters dienen gelet op het bepaalde in artikel 16 lid 1 van het reglement te beslissen als goede personen naar billijkheid, met inachtneming van de tussen partijen geldende voorwaarden. 

Als plaats van arbitrage is Utrecht vastgesteld. 

Standpunt consument
Voor het standpunt van de consument verwijzen de arbiters naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt van de consument op het volgende neer.

Tussen partijen is een geschil gerezen over gebreken aan de afvoer van beide toiletten en de riolering alsmede over de daardoor ontstane ernstige stankoverlast in de woning. 

De woning is op 17 mei 2017 opgeleverd. Op 19 augustus 2017 is in de kruipruimte geconstateerd dat beide toiletten in de woning niet aangesloten bleken op het riool. Gedurende drie maanden hebben de toiletten rechtstreeks in de kruipruimte geloosd. Op 23 augustus 2017 heeft de firma x de kruipruimte leeggepompt en de toiletten alsnog aangesloten op het riool. De stankoverlast is daarmee echter niet weggenomen. Ook is er sprake van overlast door vliegen die uit de kruipruimte via de buizen c.q. leidingen omhoog komen. 

De schade van de consument bestaat uit het navolgende. De tegels in de tuin van de woning zijn verzakt als gevolg van het bovenmatige hoge waterpeil in de kruipruimte. Bij de werkzaamheden zijn vieze vlekken op de oprit achtergebleven. Het woongenot is als gevolg van de stankoverlast ernstig beperkt. De consument en haar kinderen hebben veelvuldig last (gehad) van braakneigingen, hoofdpijn, duizeligheid en slapeloosheid. De consument heeft de woning daarom met haar kinderen waar mogelijk ontvlucht door verblijf bij familie, vrienden of buiten. Ook de aanwezigheid van de vele vliegen maakt dat de consument de keuken waar mogelijk vermijdt. 

De consument vordert herstel door de ondernemer door middel van het vervangen van het zand in de kruipruimte en het treffen van zodanige maatregelen dat de (stank)overlast in de woning is verholpen, binnen een maand na betekening van het vonnis op straffe van een dwangsom van € 500,– per dag, een dagdeel daaronder begrepen, dat de ondernemer hiermee in gebreke blijft. Subsidiair vordert de consument veroordeling van de ondernemer tot betaling van een door de arbiters in redelijkheid te bepalen bedrag aan schadevergoeding voor de stankoverlast in de woning, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 7 september 2017. Voorts vordert de consument herstel door de ondernemer van de vlekken op de oprit, binnen een maand na betekening van het vonnis op straffe van een dwangsom van € 50,- per dag, een dagdeel daaronder begrepen, dat de ondernemer hiermee in gebreke blijft en veroordeling van de ondernemer tot betaling van een door arbiters in redelijkheid te bepalen bedrag aan schadevergoeding aan de consument wegens de gebreken aan het tegelwerk aan de achterzijde van de woning. Tenslotte vordert de consument veroordeling van de ondernemer tot betaling van een bedrag van € 10.000,– aan schadevergoeding aan de consument wegens gederfd woongenot, althans een zodanig bedrag als arbiters in redelijkheid bepalen, voor de periode vanaf 17 mei 2017 tot heden, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 4 oktober 2017 tot de dag der algehele voldoening. Met veroordeling van de ondernemer in de proceskosten.

Terzake de hieronder beschreven vordering in reconventie concludeert de consument dat deze dient te worden afgewezen. Dat het ontbreken dan wel doorgezaagd zijn van de verzamelleiding ten tijde van de oplevering niet is geconstateerd betekent niet dat het gebrek niet aanwezig was. De x van de Vereniging Eigen Huis betwist de uitspraken te hebben gedaan zoals door de ondernemer gesteld. Hij heeft algemene informatie verstrekt over een opleveringskeuring en niet over de keuring van deze woning. Wegens de grote hoeveelheid aanwezige water in de kruipruimte was het niet mogelijk de kruipruimte te bekijken. 

Het grondwaterpeil staat regelmatig nog hoger dan tijdens het onderzoek van de deskundige. Het is niet onaannemelijk dat ook ten tijde van de inspectie het grondwater op een dergelijke hoogte stond waardoor de leidingen of het ontbreken daarvan niet zichtbaar was geweest. 

Ingevolge artikel 15 van de algemene voorwaarden heeft de ondernemer een garantie gegeven en ligt de bewijslast dat het gebrek door de consument zou zijn veroorzaakt tijdens de onderhoudsperiode bij de ondernemer. De consument betwist dat er na oplevering door haar of door derden in opdracht van de consument is gewerkt in de kruipruimte. 

De consument acht het waarschijnlijk dat de verzamelleiding door de ondernemer vóór oplevering verwijderd dan wel doorgezaagd is toen de kraan aan de buitenzijde van de woning moest worden aangelegd. Hiervoor was het namelijk noodzakelijk om door de kruipruimte heen te gaan. Vanwege de hoge grondwaterstand was de medewerker van de ondernemer hier niet gelukkig mee. De consument acht het waarschijnlijk dat deze medewerker de verzamelleiding heeft verwijderd dan wel heeft doorgezaagd om zo de kruipruimte makkelijker te kunnen betreden

De ondernemer maakt voor het eerst in deze procedure aanspraak op vergoeding van de herstelkosten. De consument is niet in gebreke gesteld. Van verzuim door de consument is geen sprake, zodat de vordering in reconventie reeds daarom dient te worden afgewezen. 

Standpunt ondernemer
Voor het standpunt van de ondernemer verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het verweer op het volgende neer. 

x B.V. heeft op 23 augustus 2017 de klacht onderzocht. Daarbij bleek dat de verzamelleiding in de kruipruimte, ter hoogte van het kruipluik, op twee punten te zijn afgezaagd. Het afgezaagde leidingdeel werd op de bodemafsluiting in de kruipruimte aangetroffen. De kruipruimte is diezelfde dag leeggepompt en de verzamelleiding hersteld.

De ondernemer heeft de bevindingen ter plaatste voorgelegd aan de ondernemer van het loodgieterswerk, x. Desgevraagd ontkent en betwist x de verzamelleiding te hebben afgezaagd. Bij gebrek aan wetenschap betwist de ondernemer iets van doen te hebben gehad met het afzagen van de verzamelleiding.

Indien ten tijde van de oplevering sprake zou zijn geweest van een afgezaagde verzamelleiding, dan is sprake van een bij oplevering zichtbaar gebrek. De verzamelleiding bevindt zich namelijk in de kruipruimte die (via het kruipluik) vrij toegankelijk is en zodoende kan worden geïnspecteerd. Uit hoofde van de koop-aannemingsovereenkomst en de algemene voorwaarden is de ondernemer dan ook niet aansprakelijk. 

Een bouwkundige van Vereniging Eigen Huis heeft in opdracht van de consument een opleveringskeuring verricht. In het opleveringsrapport wordt echter geen melding gemaakt van de gebrekkige verzamelleiding. De bouwkundige heeft tegenover de gemachtigde van de ondernemer verklaard dat het visueel inspecteren van de kruipruimte deel uitmaakt van een opleveringskeuring. Als de verzamelleiding ten tijde van de oplevering was doorgezaagd dan zou dat bij de 

opleveringskeuring zeker zijn opgevallen, aldus de bouwkundige. 

De ondernemer betwist dan ook aansprakelijk te zijn voor de door de consument gestelde schade. De vorderingen van de consument dienen dan ook te worden afgewezen. Voor het geval arbiters tot een ander oordeel komen stelt de ondernemer nog het navolgende. 

Dat de woning als gevolg van stankoverlast ongeschikt was of is voor bewoning wordt door de ondernemer betwist. Het had voor de hand gelegen dat de consument bij de door haar gestelde stankoverlast direct contact zou hebben opgenomen met de ondernemer en niet eerst 3 maanden na oplevering. Uit het serviceverzoek van de consument van 22 augustus 2017 blijkt de omvang van de door de consument gestelde overlast niet. Ten tijde van de inspectie van de deskundige was het leidingwerk hersteld en werd in het geheel geen geur waargenomen.

Dat de bestrating aan de achterzijde van de woning is verzakt als gevolg van het handelen of nalaten van de ondernemer, is niet gebleken. Verzakking van het grondwerk in de kruipruimte werd door de deskundige niet waargenomen. Causaal verband tussen het uitstromen van rioolwater en verzakkingen van tuintegels ontbreekt.

De ondernemer betwist bij gebrek aan wetenschap en ontkent dat bestrating van de oprit van de consument vervuild is geraakt als gevolg van het leegpompen van de kruipruimte. Overigens is dit gebrek zeer eenvoudig en tegen geringe kosten te verhelpen door het omkeren van de desbetreffende stenen.

Tijdens de inspectie door de deskundige werd geen geur waargenomen in of nabij de kruipruimte. Enige noodzaak voor het vervangen van de bodemafsluiting ontbreekt. 

Van gederfd woongenot is geen sprake. Voor de melding op 14 augustus 2017 heeft de consument haar klacht niet aan de ondernemer kenbaar gemaakt. De deskundige heeft tijdens zijn inspectie geen geur waargenomen. De ondernemer gaat er van uit dat de geuroverlast met het herstel van de verzamelleiding tot het verleden behoort. Als de ondernemer al aansprakelijk kan worden gehouden voor geuroverlast dan zou dat de periode van 14 augustus 2017 tot en met de dag van herstel 23 augustus 2017 moeten betreffen. De ondernemer kan niet worden verweten geen actie te ondernemen in de periode gedurende welke zij zich niet bewust is geweest (en kon zijn) van de klacht. Een wettelijke grondslag voor schadevergoeding ontbreekt. Evenmin heeft de consument gesteld dat sprake is van vermogensschade. 

De ondernemer stelt een vordering in reconventie in. De ondernemer heeft kosten gemaakt, althans wordt tot vergoeding van die kosten aangesproken door x. De kosten voor het leegpompen van de kruipruimte en het repareren van de verzamelleiding belopen een bedrag van € 1.945,56 inclusief BTW. Nu de ondernemer niet aansprakelijk is voor de door de consument gestelde schade dient deze de kosten die zijn gemaakt te vergoeden. De ondernemer vordert veroordeling van de consument tot betaling aan de ondernemer van een bedrag van € 1.945,56 inclusief BTW, althans een door arbiters naar redelijkheid en billijkheid te bepalen bedrag, binnen een termijn van 14 dagen na dagtekening vonnis. Met veroordeling van de consument in de proceskosten. 

Behandeling van het geschil
Op 15 december 2017 heeft te Utrecht de mondelinge behandeling plaatsgevonden, ten overstaan van de arbiters bijgestaan door mevrouw mr. L. Kramer fungerend als secretaris. 

Beide partijen zijn ter zitting verschenen en hebben hun standpunten nader toegelicht. De consument werd vergezeld door haar partner en bijgestaan door haar gemachtigde. Namens de ondernemer is de gemachtigde verschenen. 

De consument heeft ter zitting nog het navolgende aangevoerd.

Dat het grondwater ten tijde van de oplevering zo hoog stond, heeft de consument niet verbaasd. Zij woonde op dat moment in een woning in dezelfde straat en ook bij die woning stond het grondwater hoog. Volgens de tuinman zijn de verzakkingen in de tuin ontstaan door bewegingen in het grondwater door het lozen van de toiletten en het lozen van waswater in de kruipkelder. Voor de installatie van de keuken is men niet in de kruipkelder geweest. Alle leidingen zijn bovengronds geplaatst. 

Ter zitting heeft de ondernemer nog het volgende aangevoerd.

De ondernemer betwist dat sprake is van een inbreuk op een fundamenteel persoonlijkheidsrecht als bedoeld in artikel 6:105 lid 1 sub b BW. Psychisch letsel ontbreekt, althans is niet aangevoerd en aangetoond. Niet is aangetoond dat het gebrek niet al bij de oplevering zichtbaar was. Indien sprake was van een zodanig hoge waterstand in de kruipkelder dat deze daardoor niet kon worden geïnspecteerd, had het voor de hand gelegen dat hiervan melding was gemaakt in het keuringsrapport, maar dat is niet gebeurd. De deskundige heeft bovendien geconstateerd dat het water nooit hoger is geweest dan de onderzijde van de grondleiding. Daarbij komt dat ten tijde van de oplevering sprake was van een extreem warme en zonnige periode. Het komt de ondernemer onwaarschijnlijk voor dat zich in die periode een dermate hoge grondwaterstand heeft kunnen voordoen zodanig dat de verzamelleiding niet langer zichtbaar was. 

Het doorzagen van de verzamelleiding kan ook zijn gebeurd bij het installeren van de keuken. 

Deskundigenrapport
De commissie heeft een onderzoek laten uitvoeren door de heer x, die daarover schriftelijk heeft gerapporteerd aan de commissie. De inhoud van dit rapport geldt – voor zover hierna niet aangehaald – als hier herhaald en ingelast. 

De deskundige geeft in zijn rapport van 5 december 2017 het volgende aan.

“(…) Aan de hand van de ingebrachte foto’s en bevindingen van x is het duidelijk dat een stuk afvoerleiding is doorgezaagd. (…) Rondom het vloerluik bevinden zich leidingen in de kruipruimte. De vermoedelijke reden om een stuk leiding er tussen uit te zagen is dat door de hoge waterstand in de kruipruimte het andere deel van de kruipruimte moeilijk bereikbaar was. Vervolgens is men vergeten de doorgezaagde afvoerleiding weer te herstellen. (…)

In het opgemaakte opleveringsrapport (…) door de Vereniging Eigenhuis is niets genoteerd betreffende de kruipruimte. (…) Het is gebruikelijk dat bij een oplevering van een woning vanaf de vloerluiksparing de kruipruimte wordt bekeken. Gezien het feit dat er niets over de kruipruimte is genoteerd mag worden aangenomen dat er geen tekortkomingen zijn geconstateerd.

In de kruipruimte stond tijdens het technisch onderzoek circa 25 cm water of te wel 35 cm onder onderkant isolatie van de vloerribben. (…) Aan de aftekeningen en sporen op de afvoerleidingen en zijkant funderingsbalken is zichtbaar dat het hoogste waterpeil circa 25 cm onder onderkant isolatie vloerribben is geweest. Bij deze hoge waterstand ligt het waterniveau ongeveer gelijk met onderkantgrondleiding. (…) Op het water drijven alleen enkele stukken polystyreen schuim. De achtergebleven vervuiling ligt vermoedelijk op de kruipruimtebodem. (…)

Bij het openen van het vloerluik is geen rioolluchtwaargenomen alleen een geringe grondlucht. Evenzo is in de woning geen riool- of grondlucht waargenomen. (…) 

De riolering in de kruipruimte is niet door de keukenleverancier of derde aangepast c.a. uitgebreid. De riolering in de kruipruimte is conform de ingebrachte tekening uitgevoerd. Om vast te stellen dat er geen lekkage optreedt in de kruipruimte zijn beide toiletten een aantal keren doorgespoeld. Er is geen lekkage aan het afvoersysteem geconstateerd. Voor zover zichtbaar is de door x uitgevoerde reparatie correct uitgevoerd. 

In de kruipruimte is vastgesteld dat dat er ook geen elektrakabel of iets dergelijks door derde is aangelegd. 

Gezien de waarnemingen mag in redelijkheid worden aangenomen dat de monteurs van de keukenleverancier niet in de kruipruimte zijn geweest. 

Aan de achtergevel is met name de strook straatklinkers langs de achtergevel verzakt. De aansluitende terrastegels zijn eveneens iets aan de gevelzijde verzakt. (…) Aangezien in de kruipruimtebodem circa 25 cm onder het water staat is vanuit het vloerluik niet te constateren of het zand de kruipruimte is ingespoeld. (…) Er kan niet worden gesteld dat de verzakking een direct gevolg is van het feit dat de toiletten rechtstreeks in de kruipruimte hebben geloosd (…).”

Ten aanzien van de herstelmethode heeft de deskundige aangegeven dat de fecaliën in de kruipruimte verwijderd moeten worden bijvoorbeeld door middel van vlakzuigers. Daarna dient een laag schoonzand op de kruipruimtebodem te worden gespoten, zodat de stankoverlast en de overlast van de vliegjes in de woning zijn opgelost. De dikte van de aan te brengen laag schoonzand in de kruipruimte is afhankelijk van de hoeveelheid weggezogen verontreinigde grond. De zes vervuilde straatklinkers van de oprit dienen te worden vervangen. 

Uitgangspunten
In de op 30 maart 2016 tussen partijen gesloten aannemingsovereenkomst heeft de ondernemer zich jegens de consument onder meer verbonden de woning (af) te bouwen conform de betreffende technische omschrijving en tekening(en) en – voor zover aanwezig – staten van wijzigingen, zoals aangegeven op de bij de koop-/aannemingsovereenkomst behorende situatietekening, zulks naar de eisen van goed en deugdelijk werk en met inachtneming van de voorschriften van overheid en nutsbedrijven. De woning is op 17 mei 2017 opgeleverd. 

Tevens is op genoemde aannemingsovereenkomst eerdergenoemde garantieregeling van toepassing verklaard. Op grond van de van toepassing zijnde artikelen van de garantieregeling heeft de ondernemer aan de consument gegarandeerd dat de toegepaste constructies, materialen, onderdelen en installaties onder redelijkerwijs te voorziene externe omstandigheden deugdelijk en bruikbaar zijn voor het doel waarvoor zij zijn bestemd, een en ander voor zover ter zake geen beperkingen zijn opgenomen. Op grond hiervan heeft de ondernemer tevens gegarandeerd dat de woning voldoet aan de toepasselijke eisen van het Bouwbesluit, dat van toepassing is op de verkregen bouwvergunning. Deze normen worden hierna gezamenlijk aangeduid als de garantienormen. De consument is in het bezit gesteld van een waarborgcertificaat onder nummer x. 

Overeenkomstig artikel 16 lid 2 sub g bevat het arbitrale vonnis, naast de beslissing, in elk geval vaststelling welk gedeelte van het arbitrale vonnis betrekking heeft op die onderdelen van het geschil die vallen onder de SWK Garantie- en Waarborgregeling en welk gedeelte van het vonnis betrekking heeft op die onderdelen van het geschil die geen betrekking hebben op de SWK Garantie- en Waarborgregeling. 

Beoordeling van het geschil
Naar aanleiding van het over en weer door partijen gestelde overweegt de commissie het volgende. 

Toetsing aan de koop-/aanneemovereenkomst

In het kader van de toetsing aan de koop-/aannemingsovereenkomst dienen de arbiters te beoordelen of de woning is gebouwd naar de eis van goed en deugdelijk werk. 

Ingevolge artikel 18 lid 1 van de van toepassing zijnde algemene voorwaarden garandeert de ondernemer rechtstreeks ingevolge deze voorwaarden de woning gedurende zes maanden na de datum van oplevering tegen daarin aan de dag getreden tekortkomingen. Klachten dient de verkrijger binnen genoemde garantieperiode en binnen bekwame tijd na de ontdekking van de tekortkoming schriftelijk aan de ondernemer kenbaar te maken, in welk geval de ondernemer onverwijld zal overgaan tot het nodige herstel. 

De woning is op 17 mei 2017 opgeleverd en de consument heeft de klacht in ieder geval op 14 augustus 2017 bij de ondernemer gemeld. Door de tekortkoming kan van de toiletten en afvoerleidingen niet op normale wijze gebruik worden gemaakt aangezien de lozingen in de kruipruimte plaatsvinden en als gevolg daarvan stankoverlast in de woning ontstaat.

De consument heeft de tekortkoming binnen zes maanden na de datum van oplevering schriftelijk aan de ondernemer kenbaar gemaakt. In deze onderhoudsperiode van zes maanden garandeert de ondernemer de woning en is het aan de ondernemer te bewijzen dat hij de tekortkoming aan de woning niet heeft veroorzaakt. De ondernemer is daarin niet geslaagd.

Integendeel, uit het rapport van de deskundige volgt dat het door de ondernemer geschetste scenario dat bij de installatie van de keuken mogelijk de leiding is doorgezaagd niet aannemelijk is nu er bij de installatie van de keuken niet in de kruipruimte is gewerkt en de leidingen bovengronds zijn aangelegd. 

Weliswaar is het gebrek niet bij de oplevering geconstateerd, maar wel binnen zes maanden na de oplevering. Dat de consument niet eerder heeft geklaagd kan haar niet worden verweten nu kenmerkend voor stankoverlast is dat deze zich in de loop der tijd manifesteert en in ernst toeneemt. 

Met betrekking tot de doorgezaagde verzamelleiding is niet voldaan aan de eis van goed en deugdelijk werk. Uit het deskundigenrapport volgt dat de ondernemer weliswaar het gebrek zelf inmiddels deugdelijk heeft hersteld, maar dat nog niet alle gevolgschade is hersteld. De ondernemer zal dan ook worden veroordeeld tot herstel daarvan, zoals door de deskundige aangegeven. Dit houdt derhalve in het verwijderen van de resterende fecaliën in de kruipruimte (bijvoorbeeld door middel van vlakzuigers), het aanbrengen van een laag schoon zand en het vervangen van de zes vervuilde straatklinkers van de oprit. 

Ten aanzien van de schade van de verzakte straatklinkers is niet aannemelijk gemaakt dat deze het gevolg is van het ontbreken van (een deel van) de verzamelleiding en de lozingen in de kruipruimte. De vordering van de consument zal op dit punt worden afgewezen. 

De gevorderde schadevergoeding voor gederfd woongenot wordt eveneens afgewezen. Hoewel arbiters zich kunnen voorstellen dat de stankoverlast voor de consument en haar gezin erg vervelend is geweest, is de door haar gestelde schade onvoldoende onderbouwd. Onvoldoende inzichtelijk is gemaakt gedurende welke periode deze overlast tot de door de consument gestelde schade heeft geleid; daarbij speelt een rol dat de consument de stankoverlast op 14 augustus 2017 heeft gemeld en dat het gebrek op 23 augustus 2017 is hersteld

Toetsing aan de garantieregeling
De arbiters overwegen dat in het kader van de garantieregeling dient te worden beoordeeld of de woning voldoet aan de uit hoofde van de garantienormen te stellen eisen. Artikel 6.2 van de garantieregeling SWK 2014 bepaalt voor zover van belang het volgende “Gegarandeerd wordt, dat de toegepaste constructies, materialen, onderdelen en de installaties, onder redelijkerwijs te voorziene externe omstandigheden deugdelijk zijn en bruikbaar voor het doel waarvoor ze zijn bestemd; een en ander voor zover in deze regeling ter zake geen beperkingen zijn opgenomen.” 

Op grond van het bovenstaande zijn arbiters van oordeel dat de ondernemer ter zake van het ontbreken van (een deel van) de verzamelleiding niet aan de algemene garantienorm van artikel 6.2 heeft voldaan nu de toiletten en afvoerleidingen niet bruikbaar zijn voor het doel waarvoor deze is bestemd. Immers, de afvoerleidingen zijn bedoeld om de lozingen uit de toiletten en het water uit de woning te lozen in het riool. Door het ontbreken van (een deel van) de verzamelleiding voldoet het geheel niet de garantienormen.

Arbiters oordelen dan ook dat de consument een beroep op de garantieregeling toekomt. Ten aanzien van het herstel en de gevorderde schadevergoeding geldt hetgeen hiervoor reeds is overwogen. 

Dwangsom
Aan de veroordeling tot herstel van de gevolgschade zal een termijn van drie maanden worden verbonden. Ook zal daar, zoals gevorderd (en niet gemotiveerd bestreden) een dwangsom aan worden verbonden. Deze zal worden gemaximeerd als hierna te melden.

De vordering in reconventie
Gelet op hetgeen hiervoor is overwogen dient de vordering in reconventie te worden afgewezen. 

Proceskosten
De consument heeft nog gevorderd dat de ondernemer wordt veroordeeld in de proceskosten. De arbiters wijzen deze vordering af aangezien op grond van artikel 21 lid 1 van het Arbitragereglement vergoeding van kosten van processuele bijstand steeds is uitgesloten. De gemaakte kosten voor juridische bijstand zijn onvoldoende onderbouwd en worden op die grond afgewezen.

Klachtengeld
Ten aanzien van het klachtengeld dat de consument aan de commissie heeft voldaan overwegen de arbiters als volgt. De arbiters stellen vast dat de consument voor 100% in het gelijk wordt gesteld en zullen op grond van het Reglement bepalen dat de consument het klachtengeld retour ontvangt. 

Beslissing
De arbiters, als goede personen naar billijkheid, met inachtneming van de tussen partijen geldende voorwaarden: 

  • veroordelen de ondernemer tot het herstellen van de gevolgschade zoals hiervoor omschreven. Deze werkzaamheden dienen, voor zover deze inmiddels niet al naar behoren zijn uitgevoerd, zo spoedig mogelijk doch uiterlijk binnen drie maanden na dagtekening van dit vonnis te zijn uitgevoerd, zulks op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 500,– per dag of dagdeel dat de ondernemer hiermee na deze termijn in gebreke blijft tot een maximum van € 25.000,–;
  • stellen vast dat de consument een beroep op de Garantieregeling toekomt;
  • stellen vast dat het klachtengeld conform het toepasselijke Reglement aan de consument zal worden terugbetaald;
  • wijzen af het meer of anders gevorderde.