
Commissie: Bruidsmode en Maatwerk
Categorie: (On)deugdelijke herstelwerkzaamheden ondernemer
Jaartal: 2013
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
TEX06-0010
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil
Het geschil vloeit voort uit een d.d. 26 september 2004 tussen partijen totstandgekomen overeenkomst, waarbij de ondernemer zich heeft verplicht tot het leveren van een trouwkostuum (hierna te noemen: het artikel) tegen de daarvoor door de consument te betalen prijs van € 1.520,–. Het artikel is vermaakt in het voorjaar van 2006 voor € 350,–. De consument heeft een bedrag van € 350,– niet betaald en bij de commissie gedeponeerd. De consument heeft op 18 mei 2006 de klacht voorgelegd aan de ondernemer. Standpunt van de consument Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt. Op 26 september 2004 is het trouwkostuum gekocht. Aangezien het huwelijk is uitgesteld tot juni 2006 moest het kostuum worden aangepast. Deze aanpassing is zo slecht gedaan, dat het kostuum na het vermaken niet meer bruikbaar was en er voor de bruiloft een nieuw kostuum moest worden aangeschaft. De consument verlangt ontbinding van de overeenkomst alsmede het niet betalen van de vermaakkosten. Standpunt van de ondernemer Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt. Het kostuum is gekocht op 16 september 2004 voor de bruiloft van de consument. Het huwelijk is uitgesteld. Begin 2006 heeft de consument een afspraak gemaakt om het kostuum te laten vermaken. In de tussenliggende tijd is de consument afgevallen. Bij aankoop van het kostuum had hij maat 54, tijdens het verzoek om aanpassing had hij nog maar maat 48. Het vermaken van het kostuum is op uitdrukkelijk verzoek en voor risico van de consument gedaan. Voorts is een alleszins redelijk aanbod, inhoudende de helft van de aankoopprijs retour onder inhouding van het kostuum, door de consument van de hand gewezen. Beoordeling van het geschil De commissie heeft het volgende overwogen. Ter zitting van de commissie heeft de commissie vastgesteld, dat het pas maken van het kostuum zodanig te wensen over heeft gelaten, dat het voor de consument in redelijkheid niet meer draagbaar is, wat er dan ook zij van de door de ondernemer gestelde gewichtsafname van de consument. De ondernemer heeft aangegeven, dat de consument bij aankoop maat 54 had en ten tijde van de aanpassing maat 48. Naar het oordeel van de commissie is het onmogelijk om vaktechnisch gezien met goed resultaat een dergelijke maatverandering te realiseren. Hier was het verkoopadvies op zijn plaats geweest om een ander kostuum aan te schaffen. De ondernemer had dit ook moeten doen. Immers, wanneer na vakkundige beoordeling blijkt, dat een opdracht tot vermaken niet zonder schade aan het artikel mogelijk is staat het de ondernemer vrij om de opdracht te weigeren. De stelling, dat de ondernemer het vermaken uitdrukkelijk voor risico van de consument heeft gedaan, kan hem ook niet baten, nu door hem geen enkel bewijs daarvan is overgelegd en dit ook door de consument wordt ontkend. Onder de thans gebleken feiten en omstandigheden kan de commissie tot geen andere conclusie komen dan dat de ondernemer zich niet kan vrijpleiten ten opzichte van de thans aanwezige schade. Nu de commissie heeft vastgesteld, dat herstel niet meer mogelijk is, zal de commissie het gedane verzoek van de consument om de overeenkomst te ontbinden honoreren. Zij acht dit de beste oplossing om dit slepende geschil definitief te beëindigen. Voorts acht zij het redelijk dat de consument geen vermaakkosten betaalt. Hetgeen van de zijde van de ondernemer is aangevoerd kan het gegeven oordeel van de commissie niet anders maken. De commissie is derhalve van oordeel dat de klacht gegrond is. Derhalve wordt als volgt beslist. Beslissing De d.d. 26 september 2004 gesloten overeenkomst wordt ontbonden verklaard. Dit betekent, dat de ondernemer het kostuum terugneemt en de consument de aankoopprijs, zijnde € 1.520,- terugbetaalt. Partijen dienen elkaar over en weer in de gelegenheid te stellen aan hun verplichtingen uit dit bindend advies te voldoen. Een en ander dient te geschieden binnen een termijn van 4 weken na de verzenddatum van dit bindend advies. Het kostuum is door de consument meegenomen na de zitting van de commissie. Bovendien dient de ondernemer overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 45,– aan de consument te vergoeden ter zake van het klachtengeld. Overeenkomstig het reglement van de commissie is de ondernemer aan de commissie als bijdrage in de behandelingskosten van het geschil een bedrag verschuldigd van € 45,–. Met in achtneming van het bovenstaande wordt het depotbedrag van € 350,– als volgt verrekend. Het depotbedrag wordt aan de consument teruggestort. Aldus beslist door de Geschillencommissie Textiel en Schoenen op 19 april 2007.