
Commissie: Recreatie
Categorie: Overlast
Jaartal: 2014
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
REC06-0107
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil Het geschil betreft tussentijdse beëindiging van de overeenkomst door de ondernemer naar aanleiding van een vechtpartij. Standpunt van de consument Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt. De consument huurt een vaste standplaats bij de ondernemer sinds 1999. Op 3 augustus 2006 heeft de ondernemer de overeenkomst met de consument opgezegd met onmiddellijke ingang op grond van artikel 12 lid 1 van de Recron-voorwaarden voor vaste plaatsen en werd hem en zijn gezin de toegang tot het kampeerterrein ontzegd. Aanleiding voor de opzegging was een handgemeen tussen de consument en zijn zoon enerzijds en de huurder van een naburige caravan en zijn zoon anderzijds in de nacht van 29 op 30 juli 2006. Die avond vierde de consument het verjaarsfeest van zijn zoon met een aantal familieleden en kennissen. De muziek was heel zacht hoorbaar. Toch kwam de (Duitse) buurman klagen over geluidsoverlast, hoewel daarvan naar het oordeel van de consument geen sprake was. De ondernemer die kort daarvoor een controleronde uitvoerde op het terrein had geen aanmerkingen gemaakt. De zoon en later ook de echtgenote van de consument stonden de buurman te woord. De buurman reageerde agressief en duwde de zoon en de echtgenote de bossen in. Op instigatie van de gasten en familie van de consument vertrok de buurman, maar daarna kwam hij plotseling terug. Hij kwam zo agressief op de consument aflopen dat deze zich bedreigd voelde. Hierna ontstond een worsteling waarbij over en weer klappen vielen. Toen de zoon van de buurman de consument van achteren wilde aanvallen, wilde de zoon van de consument dit voorkomen. Zo raakten ook de beide zonen bij de worsteling betrokken. Alles gebeurde heel snel. De consument betreurt deze vechtpartij, maar meent dat hij en zijn zoon meer slachtoffer dan dader waren. De consument voelde zich genoodzaakt zijn gezin te verdedigen. De consument heeft bezwaar aangetekend tegen de opzegging. Hij zou graag voortzetting van zijn overeenkomst willen. Zijn caravan staat nog op de standplaats in afwachting van de uitspraak van de commissie. Standpunt van de ondernemer Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt. Op 30 juli omstreeks 0.30 uur werd de ondernemer door een Duits sprekende heer geïnformeerd over een burenruzie. Het betrof een tijdelijke huurder van een caravan op de standplaats naast die van de consument die samen met zijn zoon een slaande ruzie had gehad met de consument en zijn zoon. Deze tijdelijke huurder verzocht de politie te waarschuwen. Deze arriveerde omstreeks 01.30 uur. De buren hebben de politie en de ondernemer de tijdens het gevecht ontstane verwondingen getoond. De vader had een verwonding aan zijn achterhoofd en de zoon die de volgende dag naar het ziekenhuis ging, had gekneusde ribben en een schouderblessure. Volgens informatie van de ondernemer hebben beide families aangifte gedaan bij de politie. De ondernemer is van mening dat misdragingen die dusdanig ernstige vormen aannemen dat ziekenhuisbezoek noodzakelijk is en die uitmonden in aangifte van mishandeling een dringende reden vormen die rechtvaardigen dat de overeenkomst met onmiddellijke ingang wordt opgezegd zonder voorafgaande schriftelijke waarschuwing. Voortzetting van de overeenkomst met de consument kan in alle redelijkheid niet van de ondernemer worden verlangd. De overeenkomst met de huurder van de belendende standplaats die zijn caravan verhuurde, is niet opgezegd. Wel is verhuur van de caravan gedurende de rest van het seizoen verboden. De ondernemer voert een strikt beleid ingeval van lichamelijk geweld. Hij heeft hierover advies gevraagd aan de Recron. De ondernemer is bang dat hij lichamelijk geweld op de camping niet onder controle kan houden indien hij niet direct kan opzeggen, maar opzegging pas kan plaatsvinden na een voorafgaande schriftelijke waarschuwing. Ook vreest hij precedentwerking. Ter zitting heeft de ondernemer meegedeeld dat de consument niet eerder lichamelijk geweld op de camping heeft gebruikt. Beoordeling van het geschil De commissie heeft het volgende overwogen. Op grond van artikel 12 lid 1 van de Recron-voorwaarden voor vaste plaatsen heeft de ondernemer het recht de overeenkomst met onmiddellijke ingang op te zeggen indien de recreant of een van zijn mederecreanten de verplichtingen uit de overeenkomst ondanks voorafgaande schriftelijke waarschuwing niet behoorlijk naleeft. De schriftelijke waarschuwing kan in dringende gevallen achterwege worden gelaten. Gezien het ingrijpende karakter van opzegging van een vaste standplaats, meent de commissie dat slechts bij uitzondering kan worden afgeweken van de hoofdregel dat de consument recht heeft op een “herkansing” na een eerste overtreding. De commissie meent dat lichamelijk geweld op de camping een ernstige zaak is en heeft er begrip voor dat een ondernemer dit wenst te beteugelen door een “lik op stuk” beleid. Toch meent de commissie dat niet ieder gebruik van lichamelijk geweld automatisch een dringende reden oplevert op grond waarvan opzegging zonder voorafgaande schriftelijke waarschuwing mogelijk is. Er moet een zorgvuldige weging van de feiten plaatsvinden. In dit geval speelt naar het oordeel van de commissie een rol dat wellicht het gedrag van de buurman aanleiding is geweest voor het begin van de vechtpartij. Vermoedelijk waren de gemoederen wat snel verhit door alcoholgebruik. De commissie heeft de indruk dat de consument het gebeurde serieus betreurt, gezien zijn schriftelijke verklaring van 1 augustus 2006 en acht het van belang dat er nooit eerder klachten over lichamelijk geweld door de consument bij de ondernemer zijn gemeld. Alles afwegende komt de commissie tot de conclusie dat in dit geval eerst een schriftelijke waarschuwing gegeven had moeten worden. De opzegging heeft derhalve niet rechtsgeldig plaats gevonden. De commissie meent dat het feit dat de consument de rest van het seizoen in 2006 geen gebruik heeft kunnen maken van zijn standplaats, beschouwd kan worden als “straf” voor het gebeurde en kent de consument dan ook geen compensatie in de vorm van restitutie van een deel van de huursom of schadevergoeding toe wegens het niet kunnen gebruiken van de standplaats. De tussentijdse opzegging moet worden beschouwd als een schriftelijke waarschuwing. Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht gegrond is. Beslissing De commissie verklaart de tussentijdse opzegging nietig. De ondernemer is verplicht de overeenkomst met de consument voort te zetten en de consument weer op de camping toe te laten direct na ontvangst van dit bindend advies. De consument heeft geen recht op compensatie voor het niet kunnen gebruiken van zijn standplaats vanaf 3 augustus 2006. De tussentijdse opzegging geldt als schriftelijke waarschuwing in de zin van artikel 12 lid 1. Aldus beslist door de Geschillencommissie Recreatie op 12 oktober 2006.