Tussenuitspraak in geschil omtrent tariefsverhogingen

De Geschillencommissie




Commissie: Energie    Categorie: Kosten    Jaartal: 2024
Soort uitspraak: tussenadvies   Uitkomst: Tussenadvies   Referentiecode: 231391/236185

De uitspraak:

Waar gaat de uitspraak over?

Het geschil draait om de rechtsgeldigheid van tariefsverhogingen die de ondernemer vanaf augustus 2022 heeft doorgevoerd. De consument beschouwt deze verhogingen als onrechtmatig en oneerlijke handelspraktijken. Hij baseert zich hierbij op een rechterlijke uitspraak die de ondernemer eerder veroordeelde en eist compensatie voor de tariefsverhogingen. De ondernemer stelt dat de verhogingen verband houden met variabele contracttarieven en marktomstandigheden en dat de consument tijdig is geïnformeerd. De ondernemer pleit ervoor de behandeling van het geschil op te schorten totdat het gerechtshof Amsterdam een beslissing heeft genomen in het hoger beroep tegen het vonnis van 24 februari 2023. De commissie concludeert dat rechtseenheid en rechtszekerheid vereisen dat de uitkomst van het hoger beroep wordt afgewacht, mede omdat er verdeeldheid bestaat in eerdere rechtspraak. Pas daarna zal de commissie oordelen over de rechtsgeldigheid van het wijzigingsbeding in de Algemene Voorwaarden (artikel 19.3) en de tariefsverhogingen. Ook de klacht over de wijze waarop de ondernemer de consument heeft geïnformeerd, wordt voorlopig aangehouden. Beide partijen krijgen later de kans schriftelijk of mondeling te reageren op het arrest van het gerechtshof Amsterdam.

De volledige uitspraak

Onderwerp van het geschil
Het geschil betreft de rechtsgeldigheid van de door de ondernemer vanaf augustus 2022 doorgevoerde tariefsverhogingen. De consument heeft de klacht op 21 juli 2023 aan de ondernemer voorgelegd.

Standpunt van de consument

Voor het standpunt van de consument verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer. De door de ondernemer in 2022 doorgevoerde tariefsverhogingen zijn onrechtmatig en aan te merken als een oneerlijke handelspraktijk. De rechter heeft de ondernemer terecht veroordeeld. De consument verlangt dat hij gecompenseerd wordt voor deze onrechtmatige tariefsverhogingen.

Standpunt van de ondernemer

Voor het standpunt van de ondernemer verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer. De ondernemer heeft de consument tijdig geïnformeerd over de tariefswijziging. Het is evident dat de tariefswijziging samenhangt met de variabele tarieven van het contract en de marktomstandigheden. De ondernemer kan ermee instemmen dat de (verdere) inhoudelijke behandeling wordt uitgesteld totdat is beslist op het hoger beroep tegen het vonnis van de Kantonrechter te Amsterdam van 24 februari 2023 van de ondernemer bij gerechtshof Amsterdam.

Beoordeling van het geschil

De commissie heeft het volgende overwogen. In dit geschil klaagt de consument zowel over de rechtsgeldigheid, (“eerlijkheid”) van het wijzigingsbeding van artikel 19.3 van de door de ondernemer gehanteerde Algemene Voorwaarden en de op die grond doorgevoerde tussentijdse tariefswijzigingen als over de wijze waarop deze wijzigingen zijn aangekondigd. De ondernemer voert verweer. Voor wat betreft artikel 19.3 AV oordeelt de commissie als volgt. Mede gelet op hetgeen de ondernemer over deze kwestie naar voren heeft gebracht is de commissie van oordeel dat de rechtseenheid en rechtszekerheid meebrengen, dat ook in een zaak tussen een andere consument en andere leverancier als in de zaak waarin de Amsterdamse rechtbank op 24 februari 2023 vonnis heeft gewezen, de uitkomst van het door ondernemer ingestelde hoger beroep dient te worden afgewacht. Te meer nu blijkt dat de lagere rechtspraak ook verdeeld is over deze kwestie. Zie het vonnis van de rechtbank Midden-Nederland van 26 juli 2023, ECLI:RBMNE:2023:3847. Partijen zullen dan ook te zijner tijd in de gelegenheid worden gesteld, om schriftelijk dan wel des verzocht mondeling op een nadere zitting, te reageren op het binnen afzienbare tijd te verwachten arrest van gerechtshof Amsterdam, waarna de commissie bindend zal adviseren. Voor wat betreft de klacht van de consument over het al dan niet juist of tijdig informeren door de ondernemer zal de commissie op pragmatische gronden ook haar inhoudelijke beslissing op dit punt aanhouden. Derhalve wordt als volgt beslist.

Beslissing
De commissie houdt iedere – verdere – beslissing aan totdat het gerechtshof Amsterdam heeft beslist in hoger beroep van het vonnis van de rechtbank Amsterdam van 24 februari 2023, (ecli:RBAMS:2023:940)
Aldus beslist door de Geschillencommissie Energie, bestaande uit de heer mr. F.C. Schirmeister, voorzitter, mevrouw mr. W.H. van Oorspronk , de heer drs. L. van Rootselaar , leden, op 14 november 2024.