Commissie: Dakbedekking
Categorie: (On)deugdelijke herstelwerkzaamheden ondernemer / Beoordeling werkzaamheden deskundige
Jaartal: 2023
Soort uitspraak: Tussen Advies
Uitkomst: aanhouding beslissing
Referentiecode:
186465/189748
De uitspraak:
Waar gaat de uitspraak over?
De uitspraak betreft een geschil over een overeenkomst tot uitvoering van dakdekkerswerkzaamheden tussen consument en ondernemer. Volgens de consument scheelt het aan de kwaliteit van de werkzaamheden zoals die zijn verricht door de ondernemer. Zou zouden er ook enkele afspraken van de offerte niet zijn nagekomen door de ondernemer. Er heerst veel twijfel bij de consument over de verrichte werkzaamheden. Zo lijkt het dak onder andere te golven, en wordt er vering gevoeld als je over het dak loopt. De ondernemer stelt zich op het standpunt dat hij kwalitatief goede werkzaamheden heeft verricht, conform de brancherichtlijnen. Hij vindt het heel spijtig en heeft extra werkzaamheden aangeboden, waar de consument niet op in is gegaan. Door de commissie is een deskundige ingeschakeld om de kwaliteit van de werkzaamheden te beoordelen.
Wat is de beslissing?
De commissie is van mening, met het deskundigenrapport in de hand, dat het de klachten van partijen moeilijk kan beoordelen. Op basis van de foto’s kan niet goed waargenomen worden hoe de constructie onder de dakplaat er uit ziet. Hierdoor heeft de commissie niet helder hoe deze zich verhoudt tot de geformuleerde klacht. Hierom bepaalt de commissie dat er nogmaals een deskundige naar de zaak gaat kijken. Tot die tijd houdt de commissie haar beslissing aan.
De uitspraak
Behandeling van het geschil
Partijen zijn overeengekomen dit geschil bij bindend advies door de Geschillencommissie Dakbedekking (verder te noemen: de commissie) te laten beslechten.
De commissie heeft kennisgenomen van de overgelegde stukken.
De commissie heeft een onderzoek laten doen door de heer J. Wiersma, die daarvan schriftelijk rapport heeft uitgebracht.
De behandeling heeft plaatsgevonden op 12 januari 2023 te Den Haag.
Partijen zijn tijdig en behoorlijk opgeroepen ter zitting te verschijnen.
Partijen hebben ter zitting hun standpunt toegelicht.
Onderwerp van het geschil
Het geschil betreft de uitvoering en de kwaliteit van dakdekkerswerkzaamheden.
Standpunt van de consument
De consument geeft het volgende aan.
Helaas hebben wij moeten constateren dat de dakwerkzaamheden niet geheel juist zijn uitgevoerd volgens offerte. Het gaat om de volgende punten:
• Het dak ligt vol met blazen/luchtbellen onder de EPDM.
• Er is twijfel of de onderlaag van POLYESTERMAT VB 460 P 60 -zoals in offerte is vermeld daadwerkelijk is aangebracht.
• Aan de voorkant van de woning is een stuk EPDM over de boeidelen geplakt.
• Er komt ook een stukje lood onderuit.
• Aan de zijkant van de woning is EPDM over de boeidelen geplakt.
• Er is twijfel of de bouwkundige constructie van het dak gelijk is gebleven.
• Er is twijfel of de watervaste underlayment platen voldoende stevig zijn uitgeracheld. Indien men nu over het dak loopt voel/zie je de vering, veroorzaakt dit problemen bij het installeren van zonnepanelen nu en in de toekomst.
• Er is twijfel of het lood onder de boeidelen aan de achterzijde wel op de juiste wijze is bevestigd. De onderste boeidelen zijn niet verwijderd alvorens het lood te bevestigen.
• Het dak lijkt te ‘golven’.
Standpunt van de ondernemer
In juni 2022 hebben wij renovatiewerkzaamheden uitgevoerd bij de consument. Na ons inziens hebben wij de werkzaamheden kwalitatief goed en volgens de eisen van onze branche uitgevoerd. De consument heeft aangegeven ontevreden te zijn en twijfelt over de kwaliteit van de uitgevoerde werkzaamheden. Dit vinden wij heel spijtig en zouden graag tot een goede oplossing komen. Wij hebben geprobeerd hier onderling aan uit te komen door meerdere gesprekken te voeren en onze branche organisatie en in een later stadium de leverancier van de materialen in te schakelen. Daarnaast hebben we uit coulance extra werkzaamheden aangeboden. Hier zijn de heer en mevrouw niet mee akkoord gegaan en is daarbij ons aanbod komen te vervallen.
Deskundigenrapport
Het geschil tussen partijen behelst de volgende punten:
1. Er is twijfel of de bouwkundige constructie van het dak gelijk is gebleven.
2. Er is twijfel of de watervaste underlayment platen voldoende stevig zijn uitgeracheld. Indien men nu over het dak loopt voel/zie je de vering, veroorzaakt dit problemen bij het installeren van zonnepanelen nu en in de toekomst.
3. Het dak lijkt te ‘golven’.
4. Er is twijfel of de onderlaag van POLYESTERMAT VB 460 P 60 – zoals in offerte is vermeld daadwerkelijk is aangebracht.
5. Het dak ligt vol met blazen/luchtbellen onder de EPDM.
6. Aan de voorkant van de woning is een stuk EPDM over de boeidelen geplakt.
7. Er komt ook een stukje lood onderuit.
8. Aan de zijkant van de woning is EPDM over de boeidelen geplakt.
9. Er is twijfel of het lood onder de boeidelen aan de achterzijde wel op de juiste wijze is bevestigd. De onderste boeidelen zijn niet verwijderd alvorens het lood te bevestigen.
De punten zijn voor het behandelen van het geschil in volgorde geplaatst, van “beneden naar boven”.
De punten 1 tot en met 3 hebben betrekking op het constructieve deel van het dakvlak, namelijk de houten dakvloer. De aanbieder heeft bevestigd dat de houten dakplaten onder afschot zijn aangebracht zoals te zien is op de door de klant ingediende foto’s “220825 Aanvullend document klant – hoogte en wijze rachelen” en “220825 Aanvullend document klant – uitracheling onder de uiteinden van underlayment plaat”.
Concreet betekent dit dat de houten dakplaten slechts ondersteund worden op de plaatnaden, dus hart op hart 1220 mm. Dit is geen correcte verwerking voor het realiseren van een stabiel dak. Dakplaten met deze afmeting (2440 x 1220) dienen tenminste hart op hart 610 mm ondersteund te worden. Dit verklaart de klacht onder punt 3, doordat de toegepaste houten dakplaten doorhangen tussen het houten regelwerk waarop ze zijn bevestigd. Tijdens het belopen “veren” de dakplaten dan ook. De aanbieder was voorafgaande aan de dakrenovatie op de hoogte van het feit dat de klant zonnepanelen op het dakvlak wil gaan aanbrengen. Dit werd tijdens het onderzoek door de aanbieder bevestigd.
De punten 3 tot en met 5 hebben betrekking op het dakbedekkingssysteem, de waterdichte afwerking. In de offerte van de aanbieder, dd. 1 april 2022, wordt aangeboden een “onderlaag van POLYESTERMAT VB 460 P 60 / mechanisch bevestigd”. Hiervoor is opdracht verstrekt door de klant. Deze polyestermat 460P60 is slecht op ongeveer de helft van het dakvlak aangebracht. Op de ander helft is deze onderlaag niet toegepast. Tijdens het onderzoek kon hiervan de reden niet worden achterhaald /vastgesteld. De waterdichte afwerking bestaat uit twee EPDM membranen. De ene rechtstreeks verlijmd op de PIR isolatie, en de andere verlijmd op de polyestermat 460P60. Tijdens de opname werd een duidelijk verschil gezien tussen de verwerking van beide membranen.
Het membraan wat op de polyestermat is aangebracht ligt vlak en strak, met een minimale, te verwaarlozen, plooi en blaasvorming (foto IMG_6070). Het membraan wat rechtstreeks op de PIR isolatie is aangebracht vertoont over het gehele vlak blazen en plooien (foto’s IMG_6061 / IMG_6066 en IMG_6067). Deze blazen en plooien ontstaan wanneer de EPDM niet, of minimaal onvoldoende, in de eerder aangebrachte lijm wordt gerold of geborsteld. De mate waarin, en de hoeveelheid, blazen en plooien is meer en ernstiger dan wat verwacht mag worden. Feit is dat blazen en plooien inherent zijn aan het materiaal EPDM, hoe dunner de EPDM folie, des te groter de kans op blaasvorming.
De punten 6 tot en met 9 hebben betrekking op het onderstaande deel uit de offerte:
RANDAFWERKING : 15 M1 t.p.v. opgaand werk
* Demonteren van de boeiboorden en na onze werkzaamheden weer terugplaatsen hiervan.
* Toplaag doorgezet tot bovenzijde opstand.
* Vervangen van de loodslabbe.
* Terug monteren van de boeiboorden.
Deze werkzaamheden zijn correct uitgevoerd ter plaatse van het opgaande gevelwerk met de woning van de buren. Tijdens het onderzoek wordt door de aanbieder aangegeven dat de “boeiboorden” van de klant niet gedemonteerd konden worden om nieuwe loodslabben aan te kunnen brengen. Daarop werd tijdens de uitvoering besloten om deze boeiboorden te bekleden met stroken EPDM (klant foto “220825 Aanvullend document klant – situatie boeidelen onder epdm” / IMG_6068 en IMG_6071). Dit is op eigen initiatief van de aanbieder uitgevoerd, zonder overleg met de klant. Niet alleen gaat de klant met deze uitvoeringsmethodiek niet akkoord, ook is het technisch een risicovolle oplossing. De houten rabatdelen, waaruit de boeiboord is opgebouwd, zijn aan de lange zijde van de woning nagenoeg volledig voorzien van EPDM. Het resultaat is nu dat ieder vorm van ventilatie is weggenomen, waardoor er een grote kans om vochtophoping in het opgaande gevelwerk is ontstaan, met houtrot tot mogelijk gevolg. Door deze wijze van uitvoering zijn de loodslabben dan ook niet vernieuwd en is er geen overeengekomen detail gerealiseerd. Het onderstaande punt betreft de afwerking van de dakranden. Dit punt maakt geen onderdeel uit van het geschil, aangezien de klant hiervan niet op de hoogte kan zijn, en de aanbieder op basis van zijn specialisme en expertise had moeten weten.
Het betreft de toepassing van standaard aluminium daktrimmen welke bedoeld zijn voor daken met een bitumineuze dakbedekking. Met andere woorden, de EPDM dakrandstroken zijn verlijmd op de flens van de daktrimmen (foto’s IMG_6062 en IMG_6065). Dit is bij EPDM niet toegestaan. Overeenkomstig de Vakrichtlijn voor gesloten dakbedekkingssystemen 2018, uitgave 2018 – Deel E Blad 61 / detail code DR 01 K6 of DR 02 K6 hadden hier aluminium enkel trimmen dan wel afdekkappen toegepast moeten worden. De omvang van de klacht(en) is ernstig en herstel is mogelijk maar dan alleen door de uitgevoerde werkzaamheden (volledige dakrenovatie) opnieuw uit te voeren. Wat zullen de herstelkosten hiervan zijn (inclusief BTW)? Rekening houdend met prijsstijgingen en dergelijke € 25.000,–.
Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.
Bij de behandeling van de klacht is ter zitting gebleken dat met behulp van het deskundigenrapport geen antwoord kan worden gegeven op de klachten omdat op basis van de foto’s de commissie niet goed kan waarnemen hoe de constructie onder de plaat is en hoe deze zich verhoudt tot de geformuleerde klacht.
Derhalve wordt als volgt beslist.
Beslissing
De commissie bepaalt dat een (nader) onderzoek zal worden ingesteld door een nader te bepalen deskundige, waarbij in het bijzonder de hiervoor geformuleerde vraagstelling aan de orde zal worden gesteld.
De deskundige zal schriftelijk rapport aan de commissie uitbrengen. Het rapport zal in afschrift aan partijen worden gezonden. Partijen worden in de gelegenheid gesteld daarop binnen twee weken schriftelijk hun op- en aanmerkingen aan de commissie kenbaar te maken.
Tenzij (één der) partijen uitdrukkelijk te kennen geven (geeft) een nadere mondelinge behandeling op prijs te stellen, zal de commissie vervolgens op basis van de stukken bindend adviseren.
Iedere verdere beslissing wordt aangehouden.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Dakbedekking, bestaande uit mevrouw mr. E. van Die, voorzitter, de heer G.J. Admiraal, mevrouw mr. W. van den Berg, leden, op 12 januari 2023.