Commissie: Voertuigen
Categorie: Kosten / Overeenkomst
Jaartal: 2023
Soort uitspraak: bindend advies
Uitkomst: Ongegrond
Referentiecode:
228324/234819
De uitspraak:
Waar gaat de uitspraak over?
De consument heeft zijn auto bij de ondernemer gebracht om het storingsgeheugen uit te lezen en een APK uit te voeren. De consument klaagt erover dat er meer werkzaamheden zijn uitgevoerd dan overeengekomen. Daarnaast is de consument van mening dat onnodig lange/veel proefritten zijn gemaakt. De ondernemer voert aan dat hij de auto in opdracht van de consument heeft gerepareerd. De commissie is van oordeel dat uit de correspondentie van partijen is gebleken dat de consument telkens geen bezwaar heeft gemaakt tegen reparaties totdat hij een kostenoverzicht ontving. Volgens de commissie mocht de ondernemer begrijpen dat de consument geen bezwaar had tegen de reparaties. De klacht is daarom ongegrond.
De uitspraak
Behandeling van het geschil
Partijen zijn overeengekomen dit geschil bij bindend advies door de Geschillencommissie Voertuigen (verder te noemen: de commissie) te laten beslechten.
De commissie heeft kennis genomen van de overgelegde stukken.
Het geschil is ter zitting behandeld op 15 december 2023 te Den Haag.
Partijen zijn tijdig en behoorlijk opgeroepen ter zitting te verschijnen.
Partijen hebben ter zitting hun standpunt toegelicht. De ondernemer werd ter zitting vertegenwoordigd door de heer [naam].
Onderwerp van het geschil
Het geschil vloeit voort uit een op of omstreeks 10 juli 2023 tussen partijen tot stand gekomen overeenkomst. De ondernemer heeft zich daarbij verplicht tot het verrichten van werkzaamheden aan de auto van de consument, merk [merk], type [type] Hybrid, datum eerste toelating 7 december 2012, kilometerstand bij facturering 247.964 kilometer. De werkzaamheden zijn uitgevoerd in de periode van 10 juli 2023 tot 14 augustus 2023. De ondernemer heeft hiervoor een bedrag in rekening gebracht van € 3.449,41. De consument heeft op 27 mei 2023 zijn klacht voorgelegd aan de ondernemer.
Standpunt van de consument
Het standpunt van de consument luidt – mede gelet op de inhoud van diens aangifte bij de politie – in hoofdzaak als volgt.
De auto is aangeboden met als opdracht om het storingsgeheugen uit te lezen en een APK uit te voeren. Naar aanleiding hiervan is contact geweest over een probleem met de accu en het gaspedaal. Dat de consument voor het oplossen daarvan een bedrag verschuldigd is, betwist de consument niet. Maar vervolgens zijn er nog veel meer werkzaamheden uitgevoerd en zijn er nodeloos lange proefritten gemaakt (meer dan 1.000 kilometer) zonder dat daartoe opdracht was verstrekt. Tijdens één van die proefritten heeft de ondernemer zijn vrouw laten rijden. Tijdens die rit is de multiriem gebroken en zij is daar mee door blijven rijden.
Omdat de consument het niet eens was met de rekening, heeft hij die aanvankelijk niet betaald. De ondernemer wilde daarom de auto niet teruggeven en is vervolgens administratie- en stallingskosten in rekening gaan brengen (€ 190,–). De consument is niet bereid die kosten te betalen.
Nadat de consument op 10 juli 2023 de auto had gebracht, heeft hij op 13 juli via WhatsApp een bericht ontvangen van de ondernemer, in welk bericht deze er op wees dat diverse foutmeldingen terug te voeren vielen op de accu. Verder waren bij een proefrit fouten ontdekt ten aanzien van de werking van het gaspedaal en stelde de ondernemer voor een APK te doen. Ten slotte vroeg hij de consument naar diens wens met betrekking tot de banden. De consument heeft daarop geantwoord “Ja doe maar gelijk APK en als jij een paar goedkope bandjes heb is ook goed alvast bedankt voor de info”.
Op 14 juli heeft de ondernemer laten weten dat de APK was uitgevoerd en nieuwe banden waren geplaatst. De consument heeft de ondernemer toen gevraagd of deze ook een beetje wilde tanken, omdat de auto daarbij soms ook een storing gaf. De ondernemer heeft vervolgens de auto helemaal afgetankt. Dat was veel meer dan “een beetje”.
De ondernemer heeft vervolgens laten weten dat de auto nog niet storingsvrij was, maar nog een foutmelding gaf bij de oliepeilsensor. De ondernemer had een nieuwe besteld en zou die daags daarop gaan plaatsen. Op 19 juli is dat werk uitgevoerd, maar daarna bleef de consument berichten ontvangen over foutmeldingen en reparaties die uitgevoerd moesten worden. Daar heeft de consument geen opdracht meer voor gegeven.
Op 21 juli ontving de consument bericht dat volgens een foutcode de V-snaar een probleem vertoonde. Dat kon haast niet waar zijn, want die was een jaar daarvoor nog vervangen. De consument kreeg toen argwaan, want bij geen van de meldingen over fouten werd aangegeven wat de kosten voor herstel zouden kunnen zijn.
Op 27 juli heeft de consument geïnformeerd naar zijn auto, waarop hij op 28 juli bericht kreeg dat de ondernemer een mooie rit had gepland voor een uitvoerige test. Die rit zou gaan naar het truckstarfestival in Assen. Dat was 189 kilometer heen en 189 kilometer terug, wat volgens de consument schandalig ver is voor een proefrit. En daarna kwamen weer berichten over foutmeldingen.
Op de factuur staat een bedrag van € 81,– wegen kosten voor het bellen met een bedrijf in verband met uitleesapparatuur. Die heeft de ondernemer zelf, dus die kosten zijn nodeloos gemaakt.
Op 2 augustus laat de ondernemer weten dat zijn zoon de auto heeft meegenomen naar huis. Dat waren weer 120 kilometers die met de auto zijn gereden. Daarbij zou de auto storingsvrij zijn gebleven. Daarna heeft de consument een bericht ontvangen dat de echtgenote van de ondernemer met de auto naar Wassenaar en terug was gereden en dat onderweg de nieuwe multisnaar, die de ondernemer had geplaatst, gebroken zou zijn. Zij is daar wel mee teruggereden naar de locatie van de ondernemer.
Daarop kreeg de consument een filmpje van de ondernemer waaruit bleek dat de poelie van de airco kapot zou zijn. Vlak voor de zomer was de airco nog nagekeken en toen was daar niets mis mee. De consument is akkoord gegaan met vervanging van de poelie, maar niet door een nieuwe, maar door een goedkopere versie.
Op 10 augustus stuurde de ondernemer bericht dat hij met een merkdealer een afspraak had gemaakt om de data uit te lezen. Bovendien gaf de ondernemer aan dat hij (opnieuw) had getankt, dit keer voor € 50,–.
Vervolgens is een discussie ontstaan over de rekening. Op 10 augustus heeft de ondernemer de consument een “offerte” gestuurd. Daarvoor was nooit over een prijs gesproken. De consument heeft toen € 300,– betaald en aangegeven over de rest te willen praten, omdat hij dat bedrag niet kon betalen.
Slechts met betrekking tot de APK, de banden en de poelie is opdracht gegeven en de daarmee gemoeide kosten bedragen volgens de consument € 786,–. Dat is het bedrag dat hij wel wil betalen. De consument meent dat de ondernemer geen retentierecht heeft, omdat hij nooit opdracht heeft gegeven tot het uitvoeren van alle andere werkzaamheden. Omdat de ondernemer de auto niet terug wilde geven, heeft de consument op 24 augustus 2023 aangifte gedaan bij de politie.
Ter zitting heeft de consument verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd.
Het is een lang verhaal en ik wil het eigenlijk niet allemaal nog een keer herhalen. Wij zouden op vakantie gaan en wilden daarvóór de auto laten controleren. De merkdealer had daar geen ruimte meer voor en via, via zijn we toen bij de ondernemer terecht gekomen. Die zei dat hij de auto in een week kon maken.
Ik heb in dat hele proces wel degelijk een paar keer aangegeven dat hij moest stoppen met het uitvoeren van werkzaamheden. De appjes die hij stuurde kwamen telkens nadat hij het werk al had uitgevoerd, niet tevoren.
Bij het ophalen van de auto hebben wij helemaal geen gekkigheid uitgehaald. Er is niets gesloopt.
De ondernemer heeft privé 950 kilometer met onze auto gereden, waaronder kilometers waarbij telkens een storingsmelding is weggedrukt en hij toch is blijven doorrijden. Om de 60 kilometer heeft hij een foutmelding weggedrukt die zag op ‘overheating’. Dat kan nooit goed geweest zijn voor de auto. En dat de ondernemer naar Assen naar het Truckstarfestival zou gaan heeft hij ook nooit gemeld.
De consument verlangt, zo begrijpt de commissie, een beperking van het verschuldigde factuurbedrag tot hetgeen op grond van de wel akkoord bevonden werkzaamheden een redelijke vergoeding is.
Standpunt van de ondernemer
Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt.
Enkele dagen vóór 14 juli 2023 heeft de consument contact opgenomen met de ondernemer. Hierin gaf hij aan dat zijn auto diverse storingen vertoonde en dat andere garagebedrijven daar niet meer aan wilden werken. Daar kon de ondernemer begrip voor opbrengen, gelet op de leeftijd van en het gereden aantal kilometers met de auto. Deze zou volgens de consument vanwege zijn ziekte gedurende langere tijd niet zijn gebruikt en het kenteken was geschorst. De APK was ruimschoots verlopen.
De ondernemer heeft het storingsgeheugen van de auto uitgelezen en dat leverde een waslijst aan storingen en foutcodes op. De ondernemer heeft de verkregen data/foutcodes opgeslagen, het storingsgeheugen gewist en dit opnieuw uitgelezen. Te verwachten valt dan dat er niet veel nieuwe foutmeldingen komen. Om hier goed naar te kunnen kijken, was een proefrit nodig. Omdat het kenteken van de auto geschorst was, heeft de ondernemer die alleen maar met zijn groene platen kunnen uitvoeren.
De eerste foutcodes die werden vastgesteld betroffen de werking van de accu. Tijdens het testen van de accu bleek dat er een verkeerde accu was geplaatst, een accu voor een auto zonder een start/stop systeem, terwijl de auto wel van zo’n systeem is voorzien. Na vervanging van de accu bleven de foutcodes met betrekking tot de accu weg.
Maar toen openbaarde zich een nieuw probleem. De boordcomputer wilde het start/stopsysteem niet vrijgeven, omdat de computer daarvoor een inputsignaal van het gaspedaal nodig heeft. Dat gaf op dat punt een foutcode. Omdat het probleem in de bedrading kan schuilen, heeft de ondernemer informatie op moeten vragen bij een bedrijf dat wereldwijd schema’s en data verzamelt. Deze gegevens kunnen telefonisch opgevraagd worden, maar tegen een tarief van circa € 2,50 per minuut.
Met de verkregen schema’s heeft de ondernemer het gaspedaal en stuurapparaat gecontroleerd en daarbij bleek dat er geen fouten in de bedrading zaten. Hierna heeft de ondernemer het gaspedaal doorgemeten en toen bleek dat dit intern versleten was. Na vervanging door een nieuw gaspedaal bleef de foutmelding op dit punt uit.
Omdat het makkelijker was om de auto te testen met de daarbij behorende kentekenplaten, was het nodig een APK uit te voeren. De consument heeft daar opdracht voor gegeven, alsmede voor de werkzaamheden die nodig waren om de auto goedgekeurd te krijgen. Daarbij zijn onder meer de banden vervangen en de wielen opnieuw uitgelijnd, wat nodig was op grond van het slijtagebeeld van de oude banden.
Vervolgens heeft de consument opdracht gegeven om te tanken, omdat de auto na het tanken soms ook een storing aangaf. De ondernemer heeft dat gedaan en heeft vervolgens een testrit gemaakt. Daarbij kwam een foutmelding naar boven met betrekking tot de oliepeilsensor. Dit is gemeld bij de consument, die het bericht heeft gelezen zonder daar verder op te reageren. Daarop is het onderdeel besteld en vervangen en is de auto opnieuw getest.
Toen bleek, na controle van de onderhoudshistorie, dat de auto al 42.000 kilometer had gereden op de aanwezige olie, hoewel voor de vervanging daarvan (en het oliefilter) een interval staat van 30.000 kilometer. Ook dit is gemeld, waarop geen reactie werd ontvangen. Vervolgens zijn de olie en het oliefilter vervangen. Daarna is de storing met betrekking de oliepeilsensor niet meer teruggekomen en sprong de motor ook niet meer in de noodloop.
Opnieuw is de auto getest, waaronder met een gebruik van een meer dan normaal vermogen. De motor gaf toen een nieuwe storing (P2125). Deze code trad op bij het overgaan van diesel naar hybride en omgekeerd. Dit is ook weer gemeld aan de consument, die daarop antwoordde met “Het houdt niet op, maar hopen dat dit de laatste is dan”.
De code kan worden veroorzaakt door een slappe generator of een fout in het gasklephuis. De ondernemer heeft eerst het eerste onderzocht en vastgesteld dat de spanner op zijn eind stond en de snaar niet strakker gespannen kon worden. De snaar is verwijderd en toen bleek dat de daarop staande codering een andere was dan erop hoorde te staan. De ondernemer heeft de juiste snaar besteld en gemonteerd met gehuurd gereedschap.
Toen de ondernemer vervolgens weer een proefrit maakte, kwam er opnieuw een storingsmelding, bij het remmen op de motor. Dit is gemeld aan de consument en dat was het eerste moment waarop de consument begon te vragen naar de kosten.
Bij een volgende proefrit is vastgesteld dat de gasklep niet goed reageerde op zijn aansturing. Daarom is een nieuw gasklephuis besteld en gemonteerd. Bij twee korte proefritten kwamen toen geen foutmeldingen meer.
Omdat de meeste hardnekkig storingen na circa 50-100 kilometer weer actief worden, heeft de ondernemer de consument gemeld dat hij een privérit met de auto zou gaan maken. Zou de ondernemer een lange proeftijd onder werktijd hebben moeten maken, dan zou dat tot extra kosten voor de consument hebben geleid.
Omdat na montage en het op de juiste spanning brengen van de multisnaar het hybride accupakket weer volledig opgeladen kon worden, bleek na de privérit van circa 400 kilometer dat dit accupakket te warm werd, met nieuwe foutmeldingen als gevolg. De waterpomp, die de koeling verzorgt van het hybride accupakket, en de generator bleken kapot. Dit is gemeld, waarop de consument niet heeft aangegeven dat van reparatie moest worden afgezien. Daarop heeft de ondernemer eerst de bekabeling gecheckt, waartoe weer informatie over de kabelschema’s moest worden opgevraagd, waarna de waterpomp is vervangen door een nieuwe, omdat een gebruikt exemplaar niet gevonden kon worden.
Daarna zijn een paar privéritten met de auto gemaakt, waaronder een rit van de echtgenote van de ondernemer naar Wassenaar. Die meldde vervolgens dat zich weer een storing voordeed. Bij onderzoek bleek dat een lager van de aircopomp stuk was gelopen, waardoor de nieuwe multisnaar kapot was gegaan. Herstel door het vervangen van de aircopomp met filters en arbeid zou zo’n € 2.500,– gaan kosten. De consument kwam nog met het idee om een gebruikte pomp te plaatsen, maar dan nog zouden de kosten op circa € 1.500,– uitkomen. De ondernemer heeft voorgesteld een losse poelie met lager te leveren en de schade aan de pomp verder zelf op te lossen. De consument heeft daarmee op 4 augustus ingestemd. Op 10 augustus werkte de airco weer. De hiermee gemoeide kosten bedroegen € 565,–.
Vervolgens is een discussie ontstaan over de rekening. Daarbij is nooit betwist dat de werkzaamheden waren opgedragen. Het probleem was dat de consument het bedrag niet kon betalen. De ondernemer heeft aangeboden dat te financieren, maar de consument wilde er geen rente over betalen. De ondernemer heeft vervolgens aanspraak gemaakt op zijn retentierecht, omdat hij niet het risico wilde lopen onbetaald te blijven. Daarbij merkt de ondernemer op dat het een zeer storingsgevoelige auto is en hij niet het risico wilde lopen dat de consument in het optreden van nieuwe storingen een excuus zou zoeken om de rekening niet te betalen.
Vervolgens is de consument met zijn familie op een zeer onvriendelijke manier verhaal komen halen en is hij negatieve berichten gaan publiceren op het internet. De ondernemer heeft daarop de auto binnen onder een doek (tegen het stof) geparkeerd en heeft de consument een nota gestuurd voor administratie- en stallingskosten. Na het sturen daarvan is de rekening betaald, maar daarna is de consument met zijn zoon en een man of vier de auto komen ophalen, waarbij zij veel stampij maakten. De ondernemer voelde zich niet veilig en heeft uiteindelijk de politie gebeld. Nadat die was gekomen en de mensen die niets met de auto te maken hadden had weggestuurd, heeft de ondernemer de auto aan de consument meegegeven.
De consument is van alle bevindingen op de hoogte gesteld en heeft voor alle handelingen een akkoord gegeven. Wanneer betaling een probleem zou zijn geweest, had de consument de ondernemer tevoren moeten waarschuwen. Dan had die met zijn werkzaamheden kunnen stoppen. In plaats daarvan heeft hij telkens gereageerd met “oké” of “het moet toch gemaakt worden”. De multisnaar was alleen bestemd voor de aandrijving van de generator om het hybride accupakket op te laten en voor het rond pompen van de aircopomp. Het breken daarvan heeft geen schade aan de motor veroorzaakt. De waterpomp die de motor koelt wordt hier niet door aangedreven.
De ondernemer heeft ongeveer 900 kilometer aan testritten uitgevoerd. Dat die ritten gemaakt gingen worden, is steeds tevoren gemeld. Daar zijn privéritten voor gebruikt, omdat 900 kilometer rijden ongeveer negen arbeidsuren zou beslaan, waardoor de kosten nog ongeveer € 750,– verder zouden oplopen. Ter compensatie is de brandstof 50/50 aangevuld.
De stallings- en administratiekosten vloeien voort uit hoofdstuk 15 van de door de ondernemer gehanteerde algemene voorwaarden en artikel 6:199, lid 2 BW.
Ter zitting heeft de ondernemer verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd.
Ik heb de auto keurig gerepareerd, alles in overleg met en met instemming van de consument. Bij het uitvoeren van de opdracht is storing op storing geconstateerd. Dit type geeft veel problemen. Ook na de prijsopgaaf was er nog geen geschil. Dat is pas ontstaan toen de echtgenote van de consument de auto kwam ophalen en ik die niet wilde meegeven zonder betaling van de factuur.
Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.
De commissie neemt bij de beoordeling als uitgangspunt dat de auto in kwestie bij aanvang van de werkzaamheden om en nabij 250.000 kilometer had gereden. De datum eerste toelating is volgens de kentekengegevens van de Rijksdienst voor het Wegverkeer 7 december 2012. Bij een auto van die leeftijd en met dat aantal gereden kilometers bestaat de aanmerkelijke kans dat een normale slijtage door het gebruik kan leiden tot de noodzaak om aanzienlijke herstelwerkzaamheden uit te voeren.
De commissie neemt met betrekking tot de uitgevoerde werkzaamheden het relaas van de consument in het proces-verbaal van aangifte als uitgangspunt. Dat spoort grotendeels met hetgeen door de ondernemer dienaangaande is aangevoerd. De commissie is van oordeel dat de kern van het gerezen geschil is gelegen in een onvoldoende duidelijke communicatie tussen partijen. Uit de overgelegde berichtenwisseling volgt dat de ondernemer niet voldoende transparant is geweest ten aanzien van de te verwachten kosten, maar evenzeer de consument onvoldoende assertief ten aanzien van de door de ondernemer gedane voorstellen.
Dit laat onverlet dat feitelijk vastgesteld kan worden dat de consument op 10 juli 2023 de auto naar de ondernemer heeft gebracht met een melding van een motorstoring. Dat een specifieke, concrete werkopdracht is gegeven is niet gebleken. De commissie gaat er daarom vanuit dat de ondernemer minstens opdracht heeft gekregen om de oorzaak van de storingsmeldingen vast te stellen. Het ligt in dat geval voor de hand dat de ondernemer na het stellen van een diagnose contact opneemt met een opdrachtgever om met deze te overleggen over eventueel noodzakelijke reparaties en de daarmee naar verwachting gemoeide kosten.
Op 13 juli 2023 stuurt de ondernemer een bericht aan de consument met de navolgende inhoud:
“Goedemorgen,
We hebben de DS5 onderhanden, Gehele auto gescand, foutcode uitlezen en data geanalyseerd, Er komen div. fouten terug die verwijzen naar de accu!
Accu vervangen, fouten blijven weg,
Test rit gemaakt, rijden op hybride geeft problemen en fouten in de data op het gaspedaal…
Schema opgevraagd en circuit doormeten, geen afwijkingen geconstateerd,
Gaspedaal besteld, als die er is weer testen.
APK zullen we dat gelijk doen?
Banden!!!”
Hierop volgt als antwoord:
“Ja doe maar gelijk apk en als jij een paar goedkope bandjes heb is ook goed alvast bedankt voor de info”
Uit deze berichtenwisseling volgt weliswaar dat de ondernemer al reparatiehandelingen had uitgevoerd voordat hij zijn onderzoeksbevindingen met de consument heeft gedeeld, maar uit de reactie van de consument volgt niet dat hij daar bezwaar tegen maakte en mocht de ondernemer afleiden dat de consument tot zover akkoord was met de verrichte werkzaamheden en de consument in elk geval kon instemmen met het oplossen van problemen rondom het gaspedaal. Volgens de ondernemer was dat versleten, wat op zich bij een auto van elf jaar oud en met 250.000 gereden kilometers een gevolg kan zijn van een normale gebruiksslijtage.
Vervolgens heeft de ondernemer aangekondigd dat hij een uitgebreide testrit zou gaan maken om te kijken of alles storingsvrij zou blijven functioneren. In de aankondiging van de testrit wordt geen melding gemaakt van de aard of lengte daarvan. De consument heeft geen bezwaar gemaakt tegen het uitvoeren van de testrit. Op verzoek van de consument heeft hij getankt. Bij dat verzoek heeft de consument aangegeven dat de auto soms na het tanken ook een storing gaf. De ondernemer heeft dat kunnen begrijpen als een verzoek om na het tanken ook te controleren of zich als gevolg daarvan een storing voor zou doen.
Bij het maken van de testrit is een foutmelding ontstaan met betrekking tot de oliepeilsensor. De ondernemer stuurt hierover een bericht aan de consument en, later, bericht dat een nieuwe peilsensor is gemonteerd, waarbij hij aangeeft ook de olie en het oliefilter te gaan vervangen, omdat met de aanwezige olie al 42.000 kilometer is gereden. De werkzaamheden hebben plaatsgevonden op 19 juli 2023. Volgens de consument heeft hij hier geen opdracht voor gegeven, maar uit de berichten, zoals die door partijen zijn overgelegd, volgt niet dat de consument tegen deze reparatie- en onderhoudshandelingen bezwaar heeft gemaakt. Uit de berichten van de ondernemer leidt de commissie af dat de auto tijdens de testrit in de noodloop is gegaan vanwege de geconstateerde foutmelding. Dan ligt het ook voor de hand dat het geconstateerde probleem, waardoor de auto niet goed functioneert, wordt hersteld. Van een bezwaar hiertegen of van een verzoek om een kostenopgaaf van de zijde van de consument is niet gebleken.
Bij een hierop volgende testrit gaf de motor een nieuwe storing (P2125). Deze code trad op bij het overgaan van diesel naar hybride en omgekeerd. Code P2125 betekent dat de computer van het voertuig een TPS-spanning (gaskleppositiesensor “E”) heeft gedetecteerd die buiten het normale werkingsbereik ligt. Deze storing wordt niet als ernstig beschouwd, maar de motorprestaties worden beïnvloed en de acceleratie kan in het gedrang komen. Aanbevolen wordt deze storing zo spoedig mogelijk te verhelpen om verdere verergering van het probleem te voorkomen.
Het voorkomen van deze storing is ook weer gemeld aan de consument, waarbij de ondernemer een bijlage heeft meegestuurd en voorstelt om in twee stappen het probleem op te lossen.
Als reactie hierop stuurt de consument als bericht “Lukt nog niet echt zeker met de laatste storing of valt het mee”. Hieruit heeft de ondernemer niet kunnen opmaken dat de consument bezwaar maakte tegen de voorgestelde handelswijze. De ondernemer heeft vervolgens de V-snaar vervangen, omdat bleek dat een onjuist model was geplaatst. De consument heeft dienaangaande opgemerkt dat de V-snaar een jaar tevoren nog was vervangen, maar daarmee is niet gezegd dat toen ook het juiste type snaar is geplaatst. Overigens is ook niet gebleken dat de ondernemer dat onderhoud zou hebben uitgevoerd.
Na vervanging van de snaar (stap 1) bleek het probleem niet opgelost en heeft de ondernemer dat op 21 juli opnieuw gemeld aan de consument. Deze reageert daarop met de tekst “Moeilijke auto zeg Kan wel gaan sparen vast denk ik”. Daaronder is een emoticon geplaatst van een opgestoken duim, waaruit volgt (of de ondernemer in elk geval heeft mogen begrijpen) dat de consument akkoord was.
Vervolgens kondigt de ondernemer op 27 juli aan dat hij een gasklephuis heeft besteld om dat te vervangen en dat hij hoopt dat het daarmee klaar is. De consument antwoordt daarop met de opmerking “Anders ik wel”, waaruit in elk geval niet volgt dat de reparatie zonder diens instemming heeft plaatsgevonden.
Op 28 juli laat de ondernemer de consument weten dat hij de 29e een mooi ritje heeft gepland en de auto uitvoerig gaat testen. Vervolgens blijkt de consument de volgende dag dat de ondernemer met zijn auto onderweg is naar Assen voor een bezoek aan het Truckstar festival. Als reactie op het bericht waarin de ondernemer dit meedeelt antwoordt de consument “Mooi ritje alles nog goed”. Hieruit volgt overigens dat de ondernemer, anders dan de consument aanvoert, wel degelijk heeft gemeld dat hij onderweg was naar Assen. De ondernemer antwoordt op de reactie van de consument met onder meer het navolgende:
“(…)
Alleen… ☹ tijdens deze langere rit het volgende…
Waterpomp die de koeling verzorgt van hybride / accu pakket en generator is defect ! Het begint allemaal op zijn plek te vallen… storingen / volgorde / oorzaken…”
De consument antwoordt hier op met het navolgende bericht:
“Het houdt echt niet op ditniseen duur geontje denk ik
Is bijna een nieuwe auto”
Vervolgens vindt overleg plaats over het vervangen van een waterpomp. In de berichtenwisseling blijkt op geen enkele wijze van bezwaren aan de zijde van de consument tegen de voorgenomen reparatie.
Op 2 augustus laat de ondernemer de consument weten dat zijn zoon de auto heeft meegenomen naar huis en dat zijn vrouw ermee naar Wassenaar is gereden, waarbij opnieuw een storingsmelding kwam. De nieuw geplaatste multisnaar bleek te zijn gebroken. Ook nu oppert de consument geen bezwaren. Hij reageert met het bericht “Wordt hier echt moe van het houdt niet op”.
Op 4 augustus laat de ondernemer de consument weten dat het lager van de airco compressor poelie het heeft begeven en dat hij gaat kijken of hij daar een oplossing voor kan vinden. De consument reageert daarop met “Ok dan Ja dan knapt het snaartje wel”. Ook uit deze reactie volgt niet van enig bezwaar tegen het voorstel voor een reparatie. Uiteindelijk laat de ondernemer weten dat hij alleen de poelie wil vervangen, waarop de consument reageert met “Toppie”. Na een prijsopgaaf door de ondernemer reageert de consument met “Ok is niet anders moet toch gemaakt worden”.
Op 10 augustus meldt de ondernemer dat de auto gereed is en dat hij de kosten die avond op een rijtje zal zetten. De consument antwoordt daarop met:
“Ja is goed zal het niet in 1 keer kunnen betalen denk ik maar zal alles zo spoedig mogelijk betalen ik hoop dat ik gauw van de thetapie af ben dat kost zoveel geld maar ja is nodig om te leren lopen maar zal alles betalen”
Vervolgens stuurt de ondernemer een kostenoverzicht en daarmee ontstaat het geschil. Over wat er zich vervolgens tussen partijen heeft afgespeeld verschillen de lezingen. De commissie is echter van oordeel dat dat verder niet van belang is voor een beslissing in deze zaak. Uit het voorgaande volgt dat de ondernemer de consument altijd op de hoogte heeft gehouden van alle stappen die hij ging ondernemen. Op geen enkel moment heeft de consument (voldoende duidelijk) aangegeven dat de ondernemer zijn werkzaamheden diende te stoppen. Uit het laatste bericht volgt zelfs dat de consument heeft erkend dat hij voor de werkzaamheden moest betalen en dat hij wel vermoedde dat dat een fors bedrag zou gaan worden. De commissie is daarom van oordeel dat niet is gebleken dat de ondernemer enige werkzaamheden buiten een hem gegeven opdracht heeft uitgevoerd.
Dat de ondernemer bij wijze van testritten privéritten met de auto heeft gemaakt was de consument bekend en ook daar is geen bezwaar tegen gemaakt. Dat tijdens die ritten schade is aangericht aan de auto is evenmin gebleken. Dat de auto tijdens een testrit geregeld storingsmeldingen gaf die de ondernemer heeft weggedrukt ontkent de ondernemer niet, maar naar zijn zeggen betrof dat de koeling van het accupakket en is door het negeren van de storingsmelding geen schade aan de auto ontstaan. Het tegendeel is de commissie niet gebleken.
De slotsom luidt dat de commissie geen gronden aanwezig acht om de ondernemer zelf voor (een deel van) de gezonde factuur aansprakelijk te houden. De consument diende deze dus te betalen. De ondernemer heeft het recht om de gerepareerde auto onder zich te houden totdat de rekening is betaald (retentierecht). Wanneer dat tot gevolg heeft dat stallingskosten ontstaan, komen ook die in beginsel (juridisch gezien) voor rekening van de consument. Dat menig garagehouder daarvan afziet, berust op coulance.
Het voorgaande betekent dat de commissie de klacht niet gegrond kan oordelen. Daarom zal worden beslist als hierna vermeld.
Beslissing
Het door de consument verlangde wordt afgewezen.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Voertuigen, bestaande uit mr. R.J.M. Cremers, voorzitter, de heer R. Vlasveld en mevrouw mr. C.R.J.M. den Hartog-Kaaij, leden, op 15 december 2023.