
Commissie: Reizen
Categorie: Totstandkoming
Jaartal: 2014
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
REI04-3108
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil
Het geschil vloeit voort uit een op 19 maart 2004 via een boekingskantoor met de reisorganisator totstandgekomen overeenkomst. De reisorganisator heeft zich daarbij verplicht tot het leveren van een vliegreis voor twee personen naar Madeira met verblijf in [naam hotel] te Funchal op basis van logies en ontbijt, voor de periode van 2 tot en met 13 september 2004, voor de som van € 1.138,–. Standpunt van klager Het standpunt van klager luidt in hoofdzaak als volgt. Het hoofddoel van de reis naar Madeira was een dagtocht West Madeira en een dagtocht Oost Madeira. Wij hebben beide dagtochten op de aankomstdag, 2 september, direct bij de host geboekt voor 6 en 8 september. De dagtocht West Madeira was een geslaagde dagtocht. Voor de dagtocht Oost Madeira hebben wij een uur op de afgesproken plek staan wachten. Twee maal is een bus van de reisorganisator ons gepasseerd. Bij terugkomst in het hotel lag een telefoonboodschap van de host waarin werd medegedeeld dat de bus vol was en dat wij op 11 september de tocht konden maken. Wij hadden die dag echter al een geboekte en betaalde bestemming. Wij hebben ons ongenoegen kenbaar gemaakt aan de host en hij zou € 90,– bij de receptie deponeren. Wij hebben de envelop met € 90,– vervolgens ontvangen zonder een begeleidend woord. Wij zijn van mening dat de reisorganisator verantwoordelijk is voor de correcte uitvoering van de excursie omdat: – de reservering van de tochten door de host van de reisorganisator op een bon van de reisorganisator is vastgelegd; – voor de Westtour is gebruikgemaakt van een bus en een chauffeur van de reisorganisator; – de telefoonboodschap van de host van de reisorganisator afkomstig was; – er betreffende de excursies maar 1 aanspreekpunt was, namelijk de host van de reisorganisator; – de reisorganisator in ieder geval aansprakelijk is voor de keuze van de uitvoerder van de excursies. De reisorganisator is derhalve een zes dagen tevoren gemaakte schriftelijke reservering niet nagekomen en heeft ons op straat laten staan, waardoor ons een dagtocht, dus een vakantiedag werd afgenomen. Ter zitting heeft klager verder nog in hoofdzaak het volgende aangevoerd. Wij hebben de dagtocht geboekt op basis van informatie die wij voorafgaand aan de reis in de brochure van de reisorganisator hebben gelezen. Ter plaatse hebben wij geen schriftelijk excursieaanbod gezien. Wij hebben de host naar de excursies gevraagd die in de brochure van de reisorganisator, waarin ook het reisaanbod stond, waren vermeld, en hebben deze vervolgens op basis van zijn nadere mondelinge informatie geboekt. Klager verlangt een vergoeding van € 150,– voor een niet genoten vakantiedag. Standpunt van de reisorganisator Het standpunt van de reisorganisator luidt in hoofdzaak als volgt. De voor 8 september geboekte excursie Oost Madeira vormde geen onderdeel van de reisovereenkomst. Bij het boeken ervan heeft onze host een bemiddelende functie gehad. De excursie werd niet door onze organisatie maar door een locale ondernemer uitgevoerd en bovendien niet exclusief voor onze gasten georganiseerd. De aan klager bij boeking uitgereikte informatie van de ANVR, waarin ook de reisvoorwaarden zijn opgenomen, vermeldt onder meer : ”Indien u op de bestemming al of niet via bemiddeling van de reisleiding een excursie of andere dienst boekt, dan aanvaardt uw reisorganisator in het algemeen geen aansprakelijkheid”. In het informatieboekje, dat wij met de overige reisbescheiden aan klager hebben toegezonden, wijzen wij eveneens onze aansprakelijkheid voor de uitvoering van excursies af. Volledigheidshalve vermelden wij dit ook op het excursieaanbod dat klager ter plaatse van onze host heeft ontvangen. Onmiddellijk nadat onze vertegenwoordiger door de uitvoerende agent van de overboeking op de hoogte was gesteld, heeft deze adequaat gereageerd, door onmiddellijk klager op de hoogte te stellen. Deze was echter op dat moment niet meer in het hotel aanwezig. Aangezien klager op 13 september weer naar Nederland zou terugkeren, heeft onze host voorgesteld om deze excursie op 11 september te maken. Dit aanbod is door klager afgewezen. Op Madeira werden aan klager de kosten van de excursie gerestitueerd. Concluderend merken wij op dat noch wij, noch onze host deze situatie hebben kunnen voorkomen. Voorts hebben wij getracht om een oplossing te vinden, die klager om persoonlijke redenen van de hand heeft gewezen. Aangezien wij onze aansprakelijkheid voor de uitvoering van excursies expliciet hebben uitgesloten, kan klager geen aanspraak maken op een vergoeding. Ter zitting heeft de reisorganisator verder nog in hoofdzaak het volgende aangevoerd. Het bij het verweer gevoegde excursieoverzicht betreft een afdruk van een excursieoverzicht dat onze reizigers naar Madeira bij hun reisbescheiden aantreffen. Het bij het verweer gevoegde overzicht is mogelijk niet exact hetzelfde als het aanbod dat klager heeft ontvangen, maar het is soortgelijk. Onze [agent ter plaatse] is verantwoordelijk voor de uitvoering van de excursies. Beoordeling van het geschil De commissie heeft het volgende overwogen. Op grond van alle beschikbare informatie is de commissie van oordeel dat klager in redelijkheid mocht aannemen dat de excursies Oost Madeira en West Madeira onder verantwoordelijkheid van de reisorganisator werden uitgevoerd. De commissie acht daarbij met name van belang dat: 1. de excursies reeds werden aangekondigd in de brochure van de reisorganisator waarin ook het reisaanbod was opgenomen; 2. dat het excursie voucher slechts het logo van de reisorganisator draagt en geen enkele vermelding van een uitvoerende organisatie; 3. dat de bus en de chauffeur waarmee de excursies werden uitgevoerd herkenbaar waren als zijnde van de reisorganisator. Het verweer van de reisorganisator dat de uitsluiting van de aansprakelijkheid in diverse publicaties is kenbaar gemaakt kan naar het oordeel van de commissie niet slagen. 1. In de ANVR brochure wordt slechts vermeld dat de reisorganisator ‘in het algemeen’ geen aansprakelijkheid aanvaardt voor ter plaatse geboekte excursies. Deze vermelding is te weinig specifiek. 2. In de brochure wordt vermeld dat de reisorganisator niet aansprakelijk is voor door haar medewerkers geboekte, maar ‘door derden georganiseerde facultatieve excursies’. Hier wordt expliciet vermeld dat het om door derden georganiseerde excursies moet gaan. Dit moet kenbaar zijn. 3. In de ter plaatse dan wel bij de reisbescheiden uitgereikte flyer met het excursie aanbod is voor het eerst sprake van ‘de firma die de diensten levert’ welke, met uitsluiting van de reisorganisator, aansprakelijk zou zijn voor de uitvoering van de excursies. Gelet op het feit dat klager heeft gesteld en de reisorganisator niet heeft weersproken dat klager de excursies heeft geboekt op grond van de informatie in de reguliere reisbrochure van de reisorganisator alsmede de mondelinge informatie van de host ter plaatse en niet op basis van een flyer met het excursie aanbod, acht de commissie het niet onwaarschijnlijk dat klager niet bekend was met de flyer en derhalve evenmin met het feit dat daarop melding wordt gemaakt van ‘de firma die de betreffende diensten levert’. Nu klager in redelijkheid mocht aannemen dat de excursie onder verantwoordelijkheid van de reisorganisator werd uitgevoerd, acht de commissie de reisorganisator aansprakelijk voor de overboeking van de excursie en mogelijke schade die klager daardoor heeft geleden. Klager stelt schade te hebben geleden ten gevolge van het niet doorgaan van de excursie. De commissie stelt evenwel vast dat ter plaatse door de host is aangeboden om de excursie op een met name genoemde andere dag gedurende het verblijf te maken. Toen klager niet op dit aanbod wilde ingaan heeft de host hem het voor de excursie betaalde bedrag terugbetaald. De host heeft derhalve de schade zo veel als mogelijk beperkt. Klager is niet ingegaan op het aanbod van de host om de excursie op een andere dag te maken en heeft ook niet om een ander aanbod verzocht, bijvoorbeeld de excursie op nog een andere dag maken. Op grond van het voorgaande acht de commissie het niet onaannemelijk dat klager tengevolge van het niet doorgaan van de excursie enig ongerief heeft ondervonden, doch meent tevens dat de klachten niet van dien aard zijn dat een vergoeding in geld op zijn plaats is. Gelet op het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht ongegrond is. Derhalve wordt als volgt beslist. Beslissing Het door klager verlangde wordt afgewezen. Aldus beslist door de Geschillencommissie Reizen, op 21 maart 2005.