Vakantiehuisje voldoet niet aan verwachtingen en daarover laat consument zich uit op social media. Op grond van contractsvrijheid hoeft ondernemer consument niet meer op zijn parken toe te laten.

  • Home >>
  • Recreatie >>
De Geschillencommissie




Commissie: Recreatie    Categorie: Vakantieverblijf    Jaartal: 2014
Soort uitspraak: -   Uitkomst: -   Referentiecode: 80576

De uitspraak:

Onderwerp van het geschil

Het geschil heeft betrekking op een van de ondernemer gehuurde vakantiebungalow in de periode van 16 augustus 2013 tot en met 30 augustus 2013 voor een bedrag van € 831,81.

Standpunt van de consument

Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt.

De gehuurde bungalow voldeed niet aan hetgeen de consument in redelijkheid mocht verwachten. Het betreft hier een rolstoelaangepaste woning. De bungalow was niet schoon en het interieur was kapot en versleten. Van een bank was de stof doorgesleten en staken de veren uit. De matrassen van de bedden waren niet goed. De vaatwasser voldeed aanvankelijk niet en viel na drie dagen helemaal uit. De douchekop was defect geraakt en niet goed hersteld. De matras in het hoog-laagbed waarin haar echtgenoot sliep was van onvoldoende kwaliteit waardoor deze enige dagen pijnlijke drukplekken kreeg. Dat heeft geleid tot doorligwonden die tot op de dag van de behandeling nog niet waren genezen. De leiding van het terrein heeft op de klachten van de consument niet adequaat gereageerd. De directrice heeft meermalen geweigerd de consument te woord te staan.

Ter zitting heeft de consument verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd.

De consument verlangt dat de ondernemer erkent dat de klachten gegrond zijn, excuses aanbiedt voor de weigering met de consument over de klachten te spreken en de consument in de toekomst weer toegang tot de voorzieningen biedt. Verder verlangt de consument schadeloosstelling van de mislukte vakantie.

Standpunt van de ondernemer

Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt.

Gedurende de periode van haar verblijf heeft de consument dagelijks de receptie bezocht en medewerkers aangesproken over allerhande `klachten`. Zij gedraagt zich niet hoffelijk tegenover de medewerkers. De consument lijkt het structureel niet naar de zin te hebben. Wanneer er daadwerkelijk iets niet in orde is, zoals bijvoorbeeld met betrekking tot de door consument bedoelde versleten bank, weigert zij de door ondernemer aangedragen oplossing. Mede op grond van de uitlatingen van de consument op Twitter en Facebook en naar de redactie van een televisieprogramma, heeft de ondernemer haar bericht dat zij niet langer welkom is op [naam ondernemer]. Voor zover de consument daarover klaagt, is zij niet-ontvankelijk in haar klacht aangezien het de ondernemer vrij staat te bepalen wie zij als gast op haar terrein toelaat.

Beoordeling van het geschil

De commissie heeft het volgende overwogen.

De ondernemer heeft onvoldoende weersproken dat de bungalow op een aantal punten niet voldeed aan hetgeen de consument in redelijkheid daarvan mocht verwachten. De bekleding van de bank was doorgesleten en er stak een veer uit. De vaatwasser bleek, ook na tussenkomst van een monteur, niet of onvoldoende te werken. Dat een slang losraakt van een douchekop, zoals hier het geval is geweest, is wellicht niet te vermijden maar in redelijkheid mag van een verhuurder als de ondernemer worden verwacht dat het euvel snel en afdoende wordt hersteld. Dit geldt temeer nu het hier gaat om een woning die bestemd is voor het gebruik door een mindervalide bewoner zoals de echtgenoot van de consument.
Het voorgaande betekent dat de ondernemer in ieder geval ten aanzien van de hierboven vermelde punten tekortgeschoten is in de nakoming van de verbintenissen uit de overeenkomst. De ondernemer dient de door de consument geleden schade te vergoeden, welke schade de commissie in het licht van de door de consument betaalde huursom en de periode van haar verblijf in redelijkheid begroot op een bedrag van € 150,–.

Met betrekking tot de doorligwonden die de echtgenoot van de consument naar haar stelling heeft opgelopen door de gestelde ondeugdelijke matras op het hoog-laagbed, geldt dat op grond van artikel 5 van het Reglement Geschillencommissie Recreatie de commissie de consument ambtshalve niet-ontvankelijk moet verklaren in haar klacht aangezien het geschil betrekking heeft op lichamelijk letsel of ziekte. Dat brengt mee dat in het midden kan blijven of die matras niet voldeed aan hetgeen de consument op grond van de overeenkomst daarvan mocht verwachten en of de consument tijdig bij de ondernemer heeft geprotesteerd en om een andere matras heeft verzocht.

Het verzoek van de consument om “excuus voor het onrecht dat ons wordt aangedaan”, kan niet worden toegewezen. Hierboven is al overwogen dat de ondernemer op een aantal punten tekortgeschoten is in de nakoming van de overeenkomst. In het licht daarvan moet het verzoek van de consument worden geacht te strekken tot morele genoegdoening hetgeen in een procedure als de onderhavige zelfstandige betekenis mist en niet aan de orde kan zijn.

Het verzoek van de consument te bepalen dat zij in de toekomst weer zal worden toegelaten tot een park van de ondernemer, is niet gegrond en moet derhalve worden afgewezen. Aangezien het eenieder vrij staat te bepalen of en op welke voorwaarden hij met een ander een overeenkomst sluit, staat het de ondernemer vrij te bepalen of hij in de toekomst met de consument een huurovereenkomst sluit met betrekking tot een woning op zijn park en of hij de consument nog op zijn parken toelaat. Die contractsvrijheid van de ondernemer moet worden gerespecteerd.
 
Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht ten dele gegrond is.

Derhalve wordt als volgt beslist.

Beslissing

De ondernemer betaalt aan de consument een vergoeding van € 150,–. Betaling dient plaats te vinden binnen een maand na de verzenddatum van dit bindend advies.

De commissie wijst het meer of anders verlangde af.

Bovendien dient de ondernemer overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 50,84 aan de consument te vergoeden ter zake van het klachtengeld.

Overeenkomstig het reglement van de commissie is de ondernemer aan de commissie als bijdrage in de behandelingskosten van het geschil een bedrag verschuldigd van € 90,–.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Recreatie, op 6 januari 2014.