Commissie: Energie Zakelijk
Categorie: Schadevergoeding / Tekortkoming in de nakoming
Jaartal: 2024
Soort uitspraak: bindend advies
Uitkomst: gegrond
Referentiecode:
256902/371870
De uitspraak:
Waar gaat de uitspraak over?
Deze uitspraak betreft een geschil over de overeenkomst tot levering van energie. De verbruiker betoogt dat zij bij het sluiten van de overeenkomst door het bedrijf is misleid doordat een te laag voorschotbedrag genoemd werd. Ook zou door het bedrijf verzekerd zijn dat de tarieven gelijk zijn aan die van haar vorige leverancier. De tussenpersoon, via wie de overeenkomst tot stand is gekomen, heeft erkend dat er een onterechte switch is gemaakt. Ook zijn de tarieven na de switch hoger dan verwacht mocht worden. Het bedrijf heeft geprobeerd de verbruiker terug te plaatsen naar haar oorspronkelijke leverancier. Dit werd niet toegelaten. Vervolgens heeft het bedrijf een aanbod tegen lagere tarieven gedaan, welke door de verbruiker is geaccepteerd. Deze eiste echter ook dat de tarieven over de periode hiervoor ook met terugwerkende kracht werden verlaagd, hier is het bedrijf niet op ingegaan. Hierop heeft de verbruiker de overeenkomst opgezegd.
Wat is de beslissing?
De commissie onderkent dat de tussenpersoon de fout ten opzichte van de switch heeft erkend. Deze tussenpersoon kan volgens de commissie worden beschouwd als een vertegenwoordiger van het bedrijf. Dit betekent ook dat het handelen van deze tussenpersoon aan het bedrijf kan worden toegerekend, ook de erkenning van de fout. Dit maakt dat er sprake is van een toerekenbare tekortkoming in de uitvoering van de overeenkomst. Dit betekend dat de klacht van verbruiker gegrond is, en dat het bedrijf de geleden schade zal moeten vergoeden.
De uitspraak
Samenvatting
De verbruiker/aangeslotene beroept zich op de mededeling van de vertegenwoordiger van het bedrijf dat de switch naar het bedrijf ten onrechte heeft plaatsgevonden. De commissie oordeelt dat dan de dientengevolge door de verbruiker/aangeslotene geleden schade vergoed dient te worden.
Behandeling van het geschil
Partijen zijn overeengekomen dit geschil bij bindend advies door de Geschillencommissie Energie zakelijk (verder te noemen: de commissie) te laten beslechten.
De verbruiker/aangeslotene heeft de klacht voorgelegd aan het bedrijf. De commissie heeft kennisgenomen van de overgelegde stukken.
Partijen zijn tijdig en behoorlijk opgeroepen ter zitting te verschijnen.
Ter zitting werd het bedrijf vertegenwoordigd door de heer mr. [naam].
De behandeling heeft plaatsgevonden op 26 september 2024 te Den Haag.
De commissie heeft het volgende overwogen.
Beoordeling
De verbruiker/aangeslotene heeft op 26 oktober 2023 telefonisch een overeenkomst tot levering van energie met het bedrijf gesloten door tussenkomst van [tussenpersoon], ingaande 1 december 2023. De verbruiker/aangeslotene betoogt bij het sluiten van de overeenkomst misleid te zijn doordat een laag voorschotbedrag genoemd werd (gebaseerd op een te laag ingeschat verbruik). Bovendien is haar herhaaldelijk verzekerd dat de te hanteren tarieven gelijk zijn aan die van [energiebedrijf], haar vorige provider. Ook zou gezegd zijn dat [energiebedrijf] de levering zou stopzetten. [tussenpersoon] heeft in haar e-mail van 27 november 2023 bericht: “Het besluit van onze zijde is dat wij een ¨onterechte switch¨ hebben ingediend bij de leverancier. Zodra het bedrijf dit verzoek in behandeling neemt, zullen zij (indien nodig) contact met u opnemen. Het proces kan 6 tot 8 weken in beslag nemen.” Ook wijst de verbruiker/aangeslotene op de vergeleken met het aanbod verhoogde termijnbetalingen. Het bedrijf heeft geprobeerd verbruiker/aangeslotene terug te plaatsen naar [energiebedrijf], maar dat heeft [energiebedrijf] niet geaccepteerd. Vervolgens heeft het bedrijf per 1 maart 2024 een aanbod gedaan tegen lagere tarieven; de verbruiker/aangeslotene heeft dat aanbod geaccepteerd onder voorwaarde dat de tarieven over de periode waarin energie geleverd is, 1 december 2023 tot en met 29 februari 2024 verlaagd zouden worden. Daarop is het bedrijf niet ingegaan. De verbruiker/aangeslotene heeft vervolgens met ingang van 1 april 2024 de overeenkomst opgezegd. Het bedrijf heeft geen opzegboete berekend. De verbruiker/aangeslotene voert aan dat het haar nu nog gaat om de tarieven in de periode 1 december 2023 tot 1 april 2024.
Het bedrijf voert aan de klacht gegrond verklaard te hebben en vervolgens er alles eraan gedaan te hebben om de terugswitch naar [energiebedrijf] mogelijk te maken, doch [energiebedrijf] heeft dat niet geaccepteerd. De opzegboete is kwijtgescholden.
De commissie overweegt dat [tussenpersoon] erkent een fout gemaakt te hebben doordat zij aan de verbruiker/aangeslotene bericht heeft een onterechte switch naar het bedrijf gemaakt te hebben. Het bedrijf heeft weliswaar ter zitting betoogd dat die mededeling ziet op de terugswitch naar [energiebedrijf], maar dat komt de commissie onjuist voor. Immers er wordt gesproken over de switch naar het bedrijf. Bovendien klopt dat in de tijd niet nu het betreffende bericht dateert van 27 november 2023 en het verzoek van het bedrijf aan [energiebedrijf] dateert van 2 februari 2024. Nu [tussenpersoon], die beschouwd kan worden als de vertegenwoordiger van het bedrijf en daarom haar handelen aan het bedrijf kan worden toegerekend, de onjuiste switch naar het bedrijf erkend heeft, is sprake van een toerekenbare tekortkoming van het bedrijf in de uitvoering van de tussen partijen gesloten overeenkomst. Dat betekent dat het bedrijf de door de verbruiker/aangeslotene geleden schade dient te vergoeden. De schade die voor de verbruiker/aangeslotene nog resteert bestaat uit de door het bedrijf berekende tarieven voor zover die hoger zijn dan die van [energiebedrijf]. De commissie zal dan ook bij wijze van schadevergoeding bepalen dat het bedrijf dat verschil aan de verbruiker/aangeslotene dient terug te betalen. Het bedrijf zal dat verschil mede aan de hand van de door de verbruiker/aangeslotene geleverde informatie dienen te bepalen.
Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht gegrond is. In die situatie dient de ondernemer het klachtengeld aan de verbruiker/aangeslotene te vergoeden.
Derhalve wordt als volgt beslist.
Beslissing
Het bedrijf dient aan de verbruiker/aangeslotene te vergoeden het verschil tussen de door het bedrijf aan de verbruiker/aangeslotene berekende tarieven en de tarieven van [energiebedrijf] over de periode 1 december 2023 tot 1 april 2024.
Bovendien dient het bedrijf overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 181,50 aan de verbruiker/aangeslotene te vergoeden ter zake van het klachtengeld.
Overeenkomstig het reglement van de commissie is het bedrijf aan de commissie behandelingskosten verschuldigd.
Deze behandelingskosten worden geheel betaald.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Energie zakelijk, bestaande uit de heer mr. R.J. Paris, voorzitter, de heer mr. F.J. Pirard , de heer mr. C.M.H. Vlaanderen , leden, op 26 september 2024.