Commissie: Energie
Categorie: Jaarafrekening
Jaartal: 2013
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
ENE06-0750
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil
Het geschil betreft de jaarafrekening 2003/2004 met betrekking tot de levering van elektriciteit.
De consument heeft op 6 december 2005 de klacht voorgelegd aan de ondernemer.
Standpunt van de consument
Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt.
De vordering is voor wat betreft de periode van 7 maart 2003 tot en met 30 november 2003 verjaard. Het verschuldigde bedrag is reeds betaald aan de ondernemer.
Ter zitting heeft de consument verder nog – in hoofdzaak – het volgende doen aanvoeren.
Het bedrag dat verjaard is bedraagt € 205,14.
Standpunt van de ondernemer
Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt.
De ondernemer is voor het correct en tijdig opmaken van de afrekening afhankelijk van de meterstanden die hij verkrijgt van de netbeheerder. In november 2005 heeft de ondernemer de factuur opgemaakt voor de periode 7 maart 2003 tot en met 27 november 2004. De stelling dat een gedeelte van de afrekening verjaard is, wordt door de ondernemer niet onderschreven. Vooralsnog is hij van mening dat een beroep op verjaring in dit geval niet terecht is.
Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.
De consument beroept zich voor wat betreft de door hem op 1 december 2005 ontvangen factuur voor de levering van elektriciteit over de periode 7 maart 2003 tot 27 november 2003 op verjaring van een gedeelte van de vordering.
De levering van elektriciteit valt onder consumentenkoop. Ingevolge artikel 7:28 Burgerlijk Wetboek bedraagt de verjaringstermijn voor consumentenkoop twee jaar. Niet gebleken is dat de ondernemer de verjaring heeft doen stuiten. De omstandigheid dat de ondernemer voor het opmaken van de factuur afhankelijk is van de meterstanden die hij van de netbeheerder verkrijgt doet aan het vorenstaande niet af.
Het bovenstaande betekent dat de commissie tot de conclusie komt dat de vordering van de ondernemer voor wat betreft de periode 7 maart 2003 tot 1 december 2003 is verjaard.
Het is de commissie gebleken dat de consument het hem in rekening gebrachte bedrag volledig heeft betaald voordat hij zich tot de ondernemer heeft gewend ter zake verjaring en voordat hij het geschil aanhangig heeft gemaakt bij de commissie. Weliswaar is sprake van verjaring van de vordering, doch na het verstrijken van de verjaringstermijn blijft een natuurlijke verbintenis bestaan (artikel 6:3 Burgerlijk Wetboek). Dat wil zeggen een rechtens niet- afdwingbare verbintenis. Hetgeen vrijwillig ter voldoening van een natuurlijke verbintenis is voldaan, kan niet teruggevorderd worden. Nu de consument na twee jaar heeft betaald, kan hij het betaalde bedrag niet meer terugvorderen van de ondernemer.
Het vorenstaande leidt tot de conclusie dat de klacht ongegrond is.
Derhalve wordt als volgt beslist.
Beslissing
Het door de consument verlangde wordt afgewezen.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Energie en Water op 19 juli 2006.