Commissie: Thuiswinkel
Categorie: Bewijslast / Verkeerd product ontvangen / verzendrisico
Jaartal: 2024
Soort uitspraak: Bindend Advies na Tussen Adviesbindend advies na tussenadvies
Uitkomst: Ongegrond
Referentiecode:
249081/251611
De uitspraak:
Waar gaat de uitspraak over?
De uitspraak gaat over een overeenkomst tussen een consument en ondernemer betreffende de aankoop en levering van een IPad. De consument is van mening dat het geleverde product niet overeenkwam met hetgeen zij besteld had. De consument geeft aan dat zij meteen na de levering een melding heeft gemaakt bij de ondernemer en dat de ondernemer meer had kunnen doen om deze situatie te voorkomen. De ondernemer is van mening dat zij daadwerkelijk het goede product hebben afgeleverd. Het ‘verkeerde product’ die geretourneerd is, is dan ook niet afkomstig uit het distributiecentrum van de ondernemer. De commissie beslist als volgt. Er moet vanuit worden gegaan dat de ondernemer het juiste product heeft toegezonden. Het verzendrisico mag op basis van het Burgerlijk Wetboek dan wel liggen bij de ondernemer, maar in dit geval heeft de ondernemer het bestelproces en de afhandeling daarvan uitvoerig gedocumenteerd en beschreven. De consument is in de gelegenheid gesteld om tegenbewijs te leveren, maar heeft daaraan niet voldaan. De klacht is dan ook ongegrond.
De uitspraak
Behandeling van het geschil
De Geschillencommissie Reizen (verder te noemen: de commissie) heeft bij tussenadvies d.d. 15 april 2024 de eindbeslissing aangehouden. De inhoud van dit tussenadvies moet als hier ingevoegd worden beschouwd. De commissie heeft kennis genomen van de overgelegde stukken. De commissie heeft de behandeling van het geschil op basis van de stukken, zonder mondelinge behandeling, afgedaan.
Onderwerp van het geschil
Het geschil vloeit voort uit een op 12 december 2023 met de ondernemer totstandgekomen overeenkomst. De ondernemer heeft zich daarbij verplicht tot het leveren van een IPad voor de som van € 1.339,–. Bij beslissing vaan 15 april 2024 heeft de commissie de consument in de gelegenheid gesteld te bewijzen dat de ondernemer haar geen IPad heeft toegezonden en met name om gegevens betreffende de betaling van haar bestelling over te leggen, terwijl de ondernemer in de gelegenheid is gesteld nadere informatie te verschaffen omtrent de retour ontvangen Lenovo tablet.
Standpunt van de consument
Voor het standpunt van de consument verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer. Op moment van levering was ik niet thuis voor zover ik weet. Uit de track and trace blijkt dat het pakket om 12.39 is uitgescand. Let goed op, uitgescand. Een scan zegt niks over het tijdstip van de daadwerkelijke aflevering. Het kan zo zijn dan een bezorger pakketten in een serie uitscant en later bezorgt, dit doen bezorgers vaker zo is gebleken uit mijn eigen onderzoek bij Postnl. Toen ik van de zolder kwam, zag ik iets bij de voordeur liggen en ben gaan kijken. Toen constateerde ik een pakket met een Lennova ipad erin. Ik heb hier gelijk melding van gedaan bij de ondernemer en volgens hun procedure de Lennova teruggestuurd.
Op de track and trace van Postnl en welke de ondernemer heeft aangeleverd zie ik geen handtekening terug of iets van bewijs dat daadwerkelijk is geleverd. Het gewicht en controle punt is een weergave welke is gemeten bij het distributiecentrum van de ondernemer en het distributiecentrum van Postnl. Dit zegt niks over wat er is uitgeleverd bij mij. Het kan zo zijn dat er iets is misgegaan bij Postnl, hiervoor is de ondernemer verantwoordelijk. In deze situatie zijn diverse scenario’s mogelijk, het is aan de ondernemer om dit juist uit te zoeken voordat de ondernemer de vinger wijst naar mij. Waarom is het pakket bij de voordeur neergelegd? Waarom heeft de ondernemer niet geëist van Postnl dat er getekend moet worden voor een pakket of id nummers? Waarom verstuurt de ondernemer zo’n pakket met waarde zonder rechtstreekse levering met handtekening? Dit kon de bezorger ook weten en de inhoud meenemen. Ik voeg twee printscreens toe. De eerste is een weergave van mijn rekeningoverzicht en de tweede geeft aan van welke rekening er is betaald.
Standpunt van de ondernemer
Voor het standpunt van de ondernemer verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer. De bestelling van de consument in onderhavige kwestie is op 13 december 2023 door PostNL geleverd. In een overgelegde bijlage is de Track & Trace informatie van de zending te vinden. Daaruit blijkt dat het betreffende pakket op 13 december 2023 om 12.39 uur is afgeleverd. Nadat wij de retourzending ontvingen en constateerde dat er een ander product in de retourzending zat dan dat de consument had besteld, hebben wij gecontroleerd of het product uit ons distributiecentrum afkomstig was. Zoals in ons verweerschrift en op de zitting uitgebreid is uitgelegd, bleek dit niet het geval te zijn. Vervolgens heeft onze retourenafdeling een foto genomen van het product en heeft zij het product op 4 januari 2024 teruggestuurd aan de consument, welke zij ontving op 5 januari 2024. Wij constateren dat het een nieuw model betreft. Er is niet vastgesteld of het product in gebruik is genomen. Wij stellen ons wederom op het standpunt dat wij niet verplicht is het aankoopbedrag aan de consument terug te betalen.
Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.
In de beslissing van 15 april 2024 heeft de commissie geconcludeerd dat er vooralsnog van moet worden uitgegaan dat de ondernemer een Apple IPad Pro (2022) 12.9 inch 128GB Wifi Space Gray aan de consument heeft geleverd. De commissie heeft aan dit oordeel ten grondslag gelegd dat weliswaar conform het Burgerlijk Wetboek het verzendrisico bij de ondernemer ligt totdat de consument het bestelde product heeft ontvangen, maar dat in dit geval de ondernemer het bestelproces en de afhandeling van de bestelling gedetailleerd heeft beschreven en gedocumenteerd. De consument had zich beperkt tot meer algemene opmerkingen welke niet altijd eenduidig waren. De commissie heeft de consument in de gelegenheid gesteld tegenbewijs te leveren. Naar het oordeel van de commissie is de consument niet in haar bewijsopdracht geslaagd. Zij stelt weliswaar dat de overgelegde track and trace niets zegt over het tijdstip van de daadwerkelijke aflevering, omdat een bezorger mogelijk pakketten in een serie uitscant en later bezorgt. Bovendien blijkt uit de track and trace niet dat een handtekening voor aflevering is gezet. De commissie passeert dit verweer. Vaststaat dat de consument een pakket heeft ontvangen. Er moet van worden uitgegaan dat het pakket ongeopend en onbeschadigd was nu de consument dat niet aan de orde heeft gesteld. In dat kader is niet van belang op welk tijdstip de aflevering precies plaatsvond en of een handtekening voor ontvangst door de consument is geplaatst. Ook als de aflevering op een later tijdstip plaats vond of de consument een handtekening had gezet had zij een kennelijk ongeopend en onbeschadigd pakket ontvangen.
In het tussenadvies heeft de commissie al overwogen dat op basis van de gedetailleerde beschrijving van het afleveringsproces door de ondernemer er van moet worden uitgegaan dat het bij aflevering ongeopende en onbeschadigde pakket een Apple IPad Pro (2022) 12.9 inch 128GB Wifi Space Gray bevatte. Dat zo zijnde ligt de bewijslast voor de retourzending bij de consument. Kort gezegd betekent dit dat de consument moet bewijzen dat een Apple IPad Pro (2022) 12.9 inch 128GB Wifi Space Gray retour is gezonden aan de ondernemer en dat nu deze ontvangst daarvan gemotiveerd betwist (de ondernemer stelt immers een Lenovo tablet te hebben ontvangen) zich bij de verzending onregelmatigheden hebben voorgedaan bij de vervoerder. Hiertoe heeft de consument echter geen bewijs overgelegd. In dat kader wijst de commissie er op dat de consument had kunnen kiezen voor een aangetekende retourzending.
De commissie is derhalve van oordeel dat de klacht ongegrond is.
Derhalve wordt als volgt beslist.
Beslissing
Het door de consument verlangde wordt afgewezen.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Thuiswinkel, bestaande uit de heer prof. mr. A.W. Jongbloed, voorzitter, de heer W.H.X. Amian, de heer mr. dr. S.O.H. Bakkerus, leden, op 13 mei 2024.