Commissie: Energie
Categorie: Installatie
Jaartal: 2017
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
105744
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil
Het geschil betreft de afrekeningen van de door de ondernemer aan de consument sinds 12 augustus 2013 geleverde elektriciteit, waarbij volgens de consument door de ondernemer een te hoge aansluitwaarde in rekening werd gebracht.
De consument stelt dat de klacht sinds haar verhuizing op 12 augustus 2013 naar het aansluitadres [straatnaam] te [woonplaats] is ontstaan en dat zij de klacht op 11 december 2015 telefonisch aan de ondernemer heeft voorgelegd.
Standpunt van de consument
Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt.
De consument is van mening dat de ondernemer haar vanaf 12 augustus 2013 een te hoog tarief voor elektra in rekening heeft gebracht dat gebaseerd werd op een verkeerde aansluiting.
De vorige eigenaar had een bedrijfsaansluiting. De consument heeft aan de ondernemer medegedeeld dat het in haar situatie gaat om een gezin. De ondernemer heeft desondanks de bestaande aansluiting doorgezet. De consument heeft dientengevolge vanaf 12 augustus 2013 onnodig teveel betaald.
Tijdens de verwisseling van de bestaande meter door een nieuwe slimme meter, kwam de consument er achter dat er nog steeds sprake was van een bedrijfsaansluiting.
De consument verlangt compensatie voor de door haar teveel betaalde kosten.
Ter zitting heeft de consument verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd.
In de woning waar de consument woont, was voordien een huisarts woonachtig, terwijl in het pand ernaast zijn huisartsenpraktijk was gevestigd. De huisartsenpraktijk zit daar nog steeds.
De consument heeft in augustus 2013 aan de ondernemer doorgegeven dat zij met haar gezin in het pand was komen wonen.
De consument kwam er pas achter dat er een te hoge aansluitwaarde van 3 x 35 A aanwezig was op het moment dat de monteur op 11 december 2015 de meter verwisselde voor een slimme meter.
De monteur deelde de consument mee dat er een bedrijfsaansluiting aanwezig was, waarvoor zij meer betaalde. De consument heeft nog dezelfde dag telefonisch contact met de ondernemer opgenomen om te laten weten dat de aansluitwaarde te hoog was. De consument en haar gezin heeft voldoende aan een aansluitwaarde van 3 x 25 A.
Standpunt van de ondernemer
Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt.
Op 12 augustus 2013 is de consument een leveringsovereenkomst voor gas en elektriciteit met de ondernemer aangegaan.
De ondernemer heeft toen namens de netbeheerder ook de aansluit- en transportovereenkomst aan de consument toegezonden, omdat de aansluiting eigendom is van de netbeheerder.
De ondernemer brengt namens de netbeheerder slechts de transportkosten voor gas en elektriciteit in rekening.
Per 1 januari 2009 is door de overheid landelijk het capaciteitstarief ingevoerd. De invoering van dit capaciteitstarief geldt voor alle kleinverbruik elektriciteit aansluitingen tot en met 3 x 80 A.
De te berekenen kosten voor transport zijn sindsdien geheel afhankelijk van de aanwezige capaciteit in het onderhavige perceel.
Na voormelde datum is iedere afnemer zelf verantwoordelijk voor de inschatting of de aansluitwaarde toereikend is voor het te verwachten verbruik. De consument heeft zelf een onderzoekplicht naar de aanwezige capaciteit in de woning, nu dit kennelijk een voormalig bedrijf is geweest.
De ondernemer kan niet zelf bepalen of de aansluitwaarde conform het gewenste verbruik is.
Niet alleen het verbruik, maar met name ook de piekbelasting is daarvoor maatgevend.
De aansluitwaarde is per december 2015 verlaagd en sindsdien wordt het verlaagde tarief toegepast.
Ter zitting heeft de ondernemer verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd.
De consument is zelf verantwoordelijk om na te gaan of zij behoefte heeft aan de aanwezige aansluiting.
Een consument betaalt meer voor een dergelijke hogere aansluitwaarde. Het bedrag voor een 3 x 25 A aansluitwaarde is € 257,– per jaar en voor een 3 x 35 A is € 975,– per jaar (cijfers 2014).
Beoordeling van het geschil
De commissie overweegt het volgende.
Per 1 januari 2009 is bij een wijzigingsbesluit op grond van de Elektriciteitswet 1998 het zogenoemde capaciteitsafhankelijke transporttarief voor kleinverbruikers ingevoerd. De ondernemer is sedertdien gehouden om de transportkosten voor elektriciteit af te rekenen op basis van de capaciteit van de aansluiting – de doorlaatwaarde – en niet langer meer op basis van een tarief per afgenomen kWh.
Over deze wijziging is door de gezamenlijke energiebedrijven, meetbedrijven en regionale netbeheerders informatie verspreid. Daarnaast is op de website van o.a. het Ministerie van Economische Zaken en Netbeheer Nederland informatie beschikbaar geweest. Deze wettelijke wijziging is eind december 2008, in paginagrote advertenties in landelijke en regionale dagbladen aangekondigd.
De consument heeft in augustus 2013 aan de ondernemer doorgeven dat in haar situatie sprake was van een gezin. De consument heeft toen niet ook aangegeven dat een bedrijfsaansluiting in haar geval niet nodig was, omdat zij er immers pas achter kwam dar er een hoge aansluitwaarde van 3 x 35 A in haar woning aanwezig was, toen de monteur van de netbeheerder haar daar tijdens de meter verwisseling op 11 december 2015 opmerkzaam op maakte. De consument is dus niet eerder zelf nagegaan wat voor aansluiting in het pand aanwezig was.
De aansluitwaarde is inmiddels per december 2015 verlaagd van 3 x 35 A naar 3 x 25 A.
De commissie is van oordeel dat de consument zich niet alert genoeg heeft opgesteld. Indien zij zich meteen in de situatie had verdiept, had zij de aanwezige doorlaatwaarde eerder kunnen vaststellen.
Het feit dat de consument dit heeft nagelaten dient voor haar rekening en risico te komen.
De commissie is van oordeel dat in dit geval de zorgplicht van de ondernemer niet zover strekt dat van de ondernemer verwacht mag worden de consument te wijzen op haar (eventueel) te hoge aansluitwaarde, nu niet slechts het verbruik daarvoor maatgevend is, maar met name de piekbelasting.
De commissie neemt daarbij in aanmerking dat de netbeheerder de aansluiting beheert en de ondernemer (conform een wettelijke verplichting die vanaf 1 augustus 2013 geldt) “slechts” de periodieke netbeheerderskosten namens de netbeheerder factureert en int.
Er is dan ook geen grond voor terugbetaling van de door de ondernemer vanaf augustus 2013 tot december 2015 in overeenstemming met de toen aanwezige aansluitwaarde in rekening gebrachte kosten of voor een aanvullende compensatie.
De klacht van de consument is derhalve ongegrond.
Derhalve wordt als volgt beslist.
Beslissing
Het door de consument verlangde wordt afgewezen.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Energie op 1 december 2016.