Verkoop stacaravan en standplaats mochten niet afhankelijk worden gesteld van toestemmingskosten

  • Home >>
  • Recreatie >>
De Geschillencommissie
Print Friendly, PDF & Email




Commissie: Recreatie    Categorie: Kosten / Onverschuldigde betaling    Jaartal: 2022
Soort uitspraak: bindend advies   Uitkomst: gegrond   Referentiecode: 130821/1349678

De uitspraak:

Waar gaat de uitspraak over?

De consument verkocht zijn stacaravan met behoud van standplaats. De consument klaagt erover dat de verkoop alleen door mocht gaan als er toestemmingskosten aan de ondernemer werden betaald. De consument is van mening dat hij de voornoemde kosten onverschuldigd heeft betaald, nu er geen juridische grondslag is voor toestemmingskosten. De ondernemer heeft, hoewel in de gelegenheid gesteld, geen verweerschrift ingediend bij de commissie. De commissie oordeelt dat de ondernemer de verkoop afhankelijk heeft gesteld van betaling, hetgeen volgens artikel 9 lid 3 van de RECRON-voorwaarden niet is toegestaan. De klacht is gegrond.

De uitspraak

Behandeling van het geschil
Partijen zijn overeengekomen dit geschil bij wijze van bindend advies door de Geschillencommissie Recreatie (hierna te noemen: de commissie) te laten beslissen.

De commissie heeft kennis genomen van de overgelegde stukken.

De schriftelijke behandeling van de zaak door de commissie heeft plaatsgevonden op 24 januari 2022.

Onderwerp van het geschil
Het geschil gaat over een bedrag van € 1.800,– dat de consument aan de ondernemer heeft moeten betalen bij de verkoop van zijn stacaravan met behoud van standplaats op Recreatiepark [PARK].

Standpunt van de consument
Voor het standpunt van de consument verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.

De ondernemer heeft de consument schriftelijk toestemming gegeven voor de verkoop van zijn stacaravan met behoud van standplaats. De verkoop mocht van de ondernemer echter alleen doorgaan op voorwaarde dat de consument hem € 1.800,– aan toestemmingskosten zou betalen. Deze kosten zijn (gedwongen) door hem ook betaald. Door toestemmingskosten in rekening te brengen heeft de ondernemer de verkoop van de stacaravan van de consument feitelijk afhankelijk gesteld van een financiële tegemoetkoming. Dit is in strijd met artikel 9 lid 3 van de RECRON-voorwaarden voor vaste plaatsen. Nu de juridische grondslag voor de betaling van het bedrag van € 1.800,– ontbreekt, heeft de consument dat bedrag onverschuldigd betaald en wil hij dat terug van de ondernemer.

Standpunt van de ondernemer
De ondernemer heeft geen verweerschrift ingediend, maar uit zijn e-mails van 29 juni 2021 en 13 augustus 2021 aan de gemachtigde van de consument (bijlage 9 respectievelijk bijlage 10 bij de brief van [RECHTSBIJSTAND] van 16 september 2021 aan de commissie) blijkt dat de ondernemer van mening is dat de consument het bedrag van € 1.800,– terecht heeft betaald. Als iemand zijn accommodatie verkoopt en niet op het park blijft worden er geen kosten berekend. Maar wanneer, zoals hier het geval is, de accommodatie wordt verkocht inclusief de jaarplaats worden hiervoor toestemmingskosten berekend. Dit zijn kosten voor de infrastructuur, een accommodatie heeft immers meer waarde als deze op een park staat met vele faciliteiten. Ook moeten meerdere administratieve handelingen worden gedaan (zoals bekijken of object verkocht kan worden met behoud van de jaarplaats, afspraak voor overschrijving, gesprek met nieuwe gasten, inschrijven systeem, afsluiten jaarplaats bij oude gast enz.).

Beoordeling van het geschil
1. Artikel 9 van de van toepassing zijnde RECRON-voorwaarden voor vaste plaatsen (hierna te noemen: de RECRON-voorwaarden) luidt -voor zover thans van belang- als volgt:

ARTIKEL 9 – VERKOOP KAMPEERMIDDEL
1. Verkoop van het kampeermiddel is te allen tijde toegestaan. De verkoop van het kampeermiddel met behoud van plaats is slechts toegestaan na schriftelijke toestemming van de ondernemer.
2. De ondernemer kan verkoopvoorwaarden hanteren welke de recreant in acht dient te nemen.
3. De recreant die het kampeermiddel verkoopt dient dit voorafgaand aan de verkoop aan de ondernemer bekend te maken. Bij levering van het kampeermiddel eindigt de overeenkomst van rechtswege met onmiddellijke ingang. Het staat de ondernemer vrij al dan niet met de koper een overeenkomst aan te gaan. De ondernemer mag het sluiten van de overeenkomst met de koper niet afhankelijk stellen van een financiële tegemoetkoming of van een opdracht tot bemiddeling aan de ondernemer.
4. Het staat de recreant vrij zijn kampeermiddel zelf te verkopen dan wel de ondernemer, of -na schriftelijke toestemming van de ondernemer- een derde, hiervoor in te schakelen. Indien de recreant de ondernemer of een door de ondernemer aangewezen derde opdracht geeft op te treden als bemiddelaar bij de verkoop van het kampeermiddel kan dit uitsluitend bij schriftelijke overeenkomst.
5. Bij de opdracht als bedoeld in de tweede zin van het vierde lid, bedraagt de bemiddelingsvergoeding een vastgesteld overeengekomen bedrag of een bepaald percentage van de verkoopprijs. Deze bemiddelingsvergoeding dient in redelijke verhouding te staan tot de te verwachten uren en kosten die de bemiddelaar maakt of zal maken voor zijn opdracht. In afwijking van het hiervoor in dit lid bepaalde kunnen recreant en ondernemer voorafgaand aan de bemiddeling een vergoeding van de kosten en uren van de ondernemer op basis van nacalculatie overeenkomen (…).”

2. Onder de stukken bevindt zich een e-mail van de ondernemer aan de consument van 12 april 2021, die -voor zover thans van belang- als volgt luidt: “Hallo [NAAM], De accommodatie heb ik bekeken en bij deze geef ik toestemming voor verkoop van uw chalet op jaarplaats [PLAATS].
De volgende afspraken gelden hiervoor:
– Kosten voor verkoop op de jaarplaats bedraagt € 1800,00 deze dient voldaan te worden bij de receptie voor de overdracht (…)”.

3. Uit deze e-mail blijkt duidelijk dat de ondernemer de verkoop van de stacaravan van de consument met behoud van de standplaats (onder meer) afhankelijk heeft gesteld van de betaling van het bedrag van € 1.800,–. Volgens artikel 9 lid 3 van de RECRON-voorwaarden is dit echter niet toegestaan.

4. Verder is niet gebleken dat de ondernemer verkoopvoorwaarden als bedoeld in artikel 9 lid 2 van de RECRON-voorwaarden hanteert, zodat het bedrag van € 1.800,– daarop ook niet gebaseerd kan worden. De ondernemer heeft in zijn e-mail van 29 juni 2021 aan de gemachtigde van de consument weliswaar verwezen naar verkoopregels, maar hij heeft dat op geen enkele wijze nader onderbouwd. Volgens vaste uitspraken van de commissie moet een ondernemer die verkoopvoorwaarden hanteert -hij is daartoe immers niet verplicht- die verkoopvoorwaarden op grond van de informatiebepaling in artikel 1 lid 1 in samenhang met artikel 2 lid 4, van de RECRON-voorwaarden wel tijdig schriftelijk of elektronisch aan de recreant bekend maken. Tijdig wil zeggen vooraf aan het sluiten van de huurovereenkomst (onderstreping door de commissie), zo bepaalt artikel 2 lid 4 van de RECRON-voorwaarden. Dat een consument deze informatie vooraf aan het sluiten van de huurovereenkomst moet weten, is vanuit een oogpunt van rechtsbescherming en rechtszekerheid ook logisch, omdat de consument een weloverwogen beslissing over het sluiten van de overeenkomst pas kan maken als hij over alle relevante informatie als bedoeld in artikel 1 lid 1 van de RECRON-voorwaarden beschikt. Gesteld noch gebleken is dat de ondernemer verkoopvoorwaarden als bedoeld in artikel 9 lid 2 van de RECRON-voorwaarden vóór het sluiten van de (eerste) huurovereenkomst in augustus 2007 schriftelijk of elektronisch aan de consument kenbaar heeft gemaakt.

5. Tot slot staat voor de commissie uit de door de consument overgelegde jaarplaatsoverschrijving en het betaalbewijs toestemmingskosten (bijlage 6 respectievelijk bijlage 7 bij de brief van [RECHTSBIJSTAND] van 16 september 2021 aan de commissie) voldoende vast dat de consument het bedrag van € 1.800,– ook daadwerkelijk aan de ondernemer heeft betaald. Aan diens betwisting van de betaling gaat de commissie dan ook voorbij.

6. Het bovenstaande brengt met zich mee dat de consument recht heeft op terugbetaling van het door hem betaalde bedrag van € 1.800,–. Dat de consument vóór de verkoop hierover niets heeft gezegd tegen de ondernemer, zoals de ondernemer in zijn meergenoemde e-mails van 29 juni 2021 en 13 augustus 2021 nog heeft betoogd, doet daar niet aan af. De verplichting van een ondernemer om zich aan artikel 9 van de RECRON-voorwaarden te houden gaat immers voor.

7. Omdat de klacht gegrond is moet de ondernemer tevens het klachtengeld aan de consument vergoeden en is hij behandelingskosten aan de commissie verschuldigd.

8. Dit leidt de commissie tot de volgende beslissing.

Beslissing
De ondernemer dient aan de consument binnen 30 kalenderdagen na de verzending van deze beslissing een bedrag te betalen van € 1.800,–.

Bovendien dient de ondernemer overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 52,50 aan de consument te vergoeden in verband met het klachtengeld.

Overeenkomstig het reglement van de commissie is de ondernemer aan de commissie behandelingskosten verschuldigd.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Recreatie, bestaande uit de heer mr. J.L. Sierkstra, voorzitter, mevrouw J. Hagedoorn en mevrouw drs. P.C. Hoogeveen-De Klerk, leden, op 24 januari 2022.