Verlangde ontbinding afgewezen, wel een vergoeding toegewezen

De Geschillencommissie




Commissie: Webshop    Categorie: Non conformiteit    Jaartal: 2023
Soort uitspraak: bindend advies   Uitkomst: ten dele gegrond   Referentiecode: 200904/203029

De uitspraak:

Waar gaat de uitspraak over?

De consument kocht een elektrische fiets van de ondernemer. Volgens de consument vertoont de fiets gebreken. Verschillende reparatiepogingen zijn mislukt. De consument klaagt over de duur van de reparaties en verlangt inmiddels ontbinding van de overeenkomst. De ondernemer heeft onterecht aangegeven dat er geschikt zou zijn. Verder heeft de ondernemer niet meer gereageerd op de klachten van de consument. De commissie is van oordeel dat van ontbinding nog geen sprake kan zijn, omdat de ondernemer de fiets heeft gerepareerd en daarmee aan zijn leveringsverplichting heeft voldaan. Wel wijst de commissie een vergoeding toe. De klacht is ten dele gegrond.

De uitspraak

Behandeling van het geschil
Partijen zijn overeengekomen dit geschil bij bindend advies door de Geschillencommissie Webshop (verder te noemen: de commissie) te laten beslechten.

De commissie heeft kennisgenomen van de overgelegde stukken.

De behandeling heeft plaatsgevonden op 18 juli 2023 te Utrecht.

De commissie heeft de behandeling van het geschil op basis van de stukken, zonder mondelinge behandeling, afgedaan.

Onderwerp van het geschil
De consument heeft de klacht voorgelegd aan de ondernemer.

Het geschil betreft de koop van een elektrische fiets.

Standpunt van de consument
Voor het standpunt van de consument verwijst de commissie naar de overgelegde stukken. In de kern komt het standpunt op het volgende neer.

De consument heeft bij de ondernemer een elektrische fiets van het merk [merknaam] gekocht. Een dag na de levering op 28 juli 2022 merkte zij al dat de fiets niet werkt zoals zou moeten. Zij heeft een video opgestuurd naar de winkel en aangegeven dat er vreemde geluiden uit de kettingkast komen en de fiets aanloopt.

De ondernemer is op advies van de ondernemer geadviseerd naar een lokale fietsenmaker gegaan, omdat in de werkplaats van de ondernemer pas eind september 2022 gelegenheid zou zijn de fiets te onderzoeken. De kosten van de lokale fietsenmaker heeft de ondernemer pas twee maanden later vergoed. De consument heeft daar vijf keer om moeten vragen. Daarna bleek de fiets helaas nog steeds defect en heeft zij 11 november 2022 gemeld bij de ondernemer.

De ondernemer heeft toen een fietsenmaker aan huis gestuurd. Deze fietsenmaker kwam pas een maand later op 12 december 2022. Die fietsenmaker aan huis kon de fiets niet repareren en concludeerde dat sprake was van een productiefout. Het binnenwerk van de achterwielnaaf was defect. Een aanvraag voor een leenfiets werd afgewezen.

Uiteindelijk kwam de ondernemer de fiets halen en is deze na vijf weken gerepareerd. De consument wil echter ontbinding van de koop nu de ondernemer een defect product heeft geleverd en gelet op de lange duur van de verschillende reparaties of verlenging van de garantie met vijf maanden alsmede een tegemoetkoming voor de tijd dat zij geen gebruik heeft kunnen maken van de fiets.

De ondernemer weigert de overeenkomst te ontbinden. De ondernemer heeft de commissie bericht dat de zaak is geschikt en daarmee zou zijn opgelost. Maar op 12 juni 2023 heeft de consument de commissie bericht dat dit niet het geval is.

Standpunt van de ondernemer
De ondernemer heeft ondanks uitnodiging daartoe geen verweer gevoerd en op 6 juni 2023 de commissie bericht dat de consument haar fiets graag terug wil ontvangen en het geschil is opgelost.

Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.

Volgens bericht aan de commissie van de ondernemer zou de consument haar fiets thans graag terug willen en zou dit geschil zijn opgelost. De ondernemer heeft echter geen stukken ingebracht waaruit dit zou kunnen blijken en de consument heeft het bericht van de ondernemer weersproken.

De ondernemer heeft ondanks verzoek daartoe geen verweer gevoerd.

Uit de door de consument ingebrachte stukken bevindt zich een mail van de door de ondernemer ingeschakelde monteur. Deze monteur geeft na onderzoek van de fiets aan dat het binnenwerk van de achterwielnaaf duidelijk kapot is en het een productiefout moet zijn nu de consument dit al bij levering constateerde. Er moet volgens haar een nieuw binnenwerk in de achterwielnaaf of een nieuw achterwiel.

Voorts blijkt uit de door de consument ingebrachte stukken dat ondernemer de fiets medio januari 2023 heeft gerepareerd.

Van de door de consument gevorderde ontbinding van de overeenkomst kan nog geen sprake zijn nu herstel mogelijk is. De ondernemer heeft in deze de fiets voor zijn rekening en risico gerepareerd en – ervan uitgaande dat deze reparatie deugdelijk is – daarmee aan zijn leveringsverplichting voldaan.

Wel vindt de commissie het redelijk dat de consument gelet op de door haar weergegeven en niet door de ondernemer weersproken feiten en omstandigheden in deze een coulance vergoeding toekomt die de commissie zal vaststellen op een bedrag € 350,–. Voor de gevraagde verlenging van de garantie met vijf maanden ziet de commissie onvoldoende aanleiding.

De klacht is dan ook deels gegrond.

Derhalve wordt als volgt beslist.

Beslissing
De commissie verklaart de klacht deels gegrond en bepaalt dat de ondernemer binnen twee weken na verzending van deze uitspraak na deugdelijk herstel de fiets aan de consument dient te leveren alsmede binnen die termijn haar een bedrag van € 350,– moet betalen.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Webshop, bestaande uit de heer mr. N. Schaar, voorzitter, mevrouw mr. H.F. Lankhorst, mevrouw mr. A. Zwart-Hink, leden, op 18 juli 2023.