
Commissie: Post
Categorie: Postzending - vermissing
Jaartal: 2013
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
64842
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil
Het geschil betreft vermissing van een met barcode verzonden pakket. Standpunt van de consument Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt. De consument heeft op 18 november 2011 een pakket met barcode naar een geadresseerde in [het buitenland] gezonden. De inhoud bestond uit een bril ter waarde van [valuta 624]. Dit pakket blijkt te zijn vermist. De consument is van mening dat zij door de loketmedewerker niet, niet juist of onvolledig is voorgelicht omtrent de verzending. Er hingen volgens de consument op het postkantoor geen lijsten met daarop de verzendingsmogelijkheden. De consument wenst een vergoeding voor de door haar geleden schade. Standpunt van PostNL Het standpunt van PostNL luidt in hoofdzaak als volgt. PostNL stelt dat het aan de consument zelf is om te beoordelen of zij de zending als aangetekend of met verzekeringsservice wenst te verzenden. Daartoe kan een consument kennis nemen van de op elke postvestiging aanwezige tariefkaarten waarop het product assortiment is opgenomen. Loketmedewerkers/sters mogen niet ongevraagd adviseren over de wenselijkheid van verzekeren. PostNL acht de klacht van de consument ongegrond. Beoordeling van het geschil De commissie heeft het volgende overwogen. De commissie acht de klacht van de consument gegrond. Bij dit oordeel heeft de commissie het volgende in aanmerking genomen. Naar het oordeel van de commissie mag op grond van de inhoud van het dossier en van wat ter zitting is gesteld en gebleken, in redelijkheid worden aangenomen, dat de betrokken loketmedewerker aan de consument heeft gevraagd of het pakket met of zonder bewijs moest worden verstuurd (de consument heeft daarop geantwoord “met bewijs”). Verder, dat de loketmedewerker naar de waarde van het door de consument te verzenden pakket heeft gevraagd en dat de consument daarop heeft geantwoord dat het om een bril ging. Ook heeft zij de waarde van de bril genoemd, namelijk € 473,63 (koers 20 maart 2012). PostNL heeft deze waarde niet betwist. Vervolgens moest de consument een bedrag van € 24,30 betalen. Ter zitting heeft PostNL evenmin betwist, dat de consument voor slechts een tarief van € 1,30 hoger, voor een waarde van € 500,– verzekerd zou zijn geweest. Naar het oordeel van de commissie heeft de voorgaande aanpak door de loketmedewerker van de verzending bij de consument te goeder trouw de indruk kunnen wekken, dat het pakket aangetekend en/of verzekerd werd verzonden. Het had naar het oordeel van de commissie in dit geval op de weg van de betrokken loketmedewerker gelegen de consument te wijzen op de mogelijkheid het pakket verzekerd te verzenden tegen een slechts een gering hoger tarief, namelijk € 1,30. Dat dit niet is gebeurd kan de loketmedewerker worden verweten en daarmee ook PostNL. De consument mag er namelijk in redelijkheid van uitgaan, dat loketmedewerkers/sters – waarvan PostNL zich bedient – voor hun taak zijn berekend. Gelet op het voorgaande acht de commissie het redelijk en billijk dat PostNL aan de consument een schadevergoeding betaalt van € 498,63 (dit is € 473,63 waarde pakket en € 25,– klachtengeld). Derhalve wordt als volgt beslist. Beslissing De commissie acht de klacht van de consument gegrond. PostNL dient – binnen twee weken na verzending van dit bindend advies – aan de consument een bedrag te betalen van € 498,63. Het meer of anders verlangde wordt afgewezen. Aldus beslist door de Geschillencommissie Post op 21 maart 2012.