Vertraging door fout luchtvaartmaatschappij voor rekening van reisorganisator. Reisorganisator geeft onjuiste reden op.

  • Home >>
  • Reizen >>
De Geschillencommissie
Print Friendly, PDF & Email




Commissie: Reizen    Categorie: Vervoer    Jaartal: 2014
Soort uitspraak: -   Uitkomst: -   Referentiecode: REI02-1490

De uitspraak:

Onderwerp van het geschil
 
Het geschil vloeit voort uit een op 3 januari 2002 met de reisorganisator totstandgekomen overeenkomst. De reisorganisator heeft zich daarbij verplicht tot het leveren van een vliegreis voor drie personen naar Alanya in Turkije met verblijf in een appartement op basis van logies, voor de periode van 27 april tot en met 11 mei 2002 voor de som van € 1.332,– in totaal.
  Standpunt van klager
 
Het standpunt van klager luidt in hoofdzaak als volgt. 

Op vrijdag 10 mei kregen wij te horen dat wij niet met de vlucht van 11 mei huiswaarts konden keren. Als reden werd opgegeven dat het toestel kapot was. Wij konden niet eerder dan op dinsdag naar huis. Een definitieve afspraak of bevestiging kregen wij hierover niet. Omdat wij beiden op maandag weer moesten werken en onze zoon weer naar school moest gaan, hebben wij tegen deze gang van zaken geprotesteerd. Men deed daar zeer laconiek over. Wij konden een briefje krijgen en daarmee was de zaak afgedaan. Wel werd ons toegezegd dat wij gemaakte onkosten vergoed zouden krijgen. Dit is echter niet gebeurd.
 
Wij hebben een bedrag van € 20,– aan telefoonkosten gehad. Verder hebben wij beiden twee snipperdagen moeten opnemen, een schadepost van € 316,– respectievelijk € 156,–.
 
Klager verlangt een vergoeding van € 492,–.
 
Standpunt van de reisorganisator
 
De reisorganisator heeft geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid zijn standpunt aan de commissie kenbaar te maken.

Beoordeling van het geschil
 
De commissie heeft het volgende overwogen.
 
De klacht is niet althans onvoldoende weersproken, zodat deze vaststaat. Uit een andere aan de commissie voorgelegde klacht over dezelfde terugvlucht op 11 mei is bovendien gebleken dat hier geen sprake is geweest van een mankement aan het geplande toestel, maar van een fout van de desbetreffende luchtvaartmaatschappij. Deze had namelijk vergeten 25 passagiers van de reisorganisator in te boeken. De commissie tilt er zwaar aan dat de reisorganisator klager een onjuiste reden voor de problemen met de terugvlucht heeft opgegeven.
 
Klager heeft eerst op 14 mei huiswaarts kunnen keren. Dit ongewild verlengd verblijf heeft de reisorganisator voor zijn rekening te nemen. Binnen de bestaande rechtsverhouding past daarvoor een vergoeding, die wordt afgewogen tegen de betaalde som en niet een vergoeding van verder niet onderbouwde schade in de beroepssfeer. Het opgevoerde bedrag aan gemaakte telefoonkosten om het thuisfront, werkgevers en school te verwittigen van de verlate terugkeer ligt verder binnen redelijke grenzen en wordt aannemelijk geoordeeld, weshalve dit bedrag voor toewijzing vatbaar is. Wel wordt het passend geoordeeld er rekening mee te houden dat klager, naar ter zitting is gebleken, het verblijf in het geboekte appartement heeft kunnen voortzetten zonder kosten zijnerzijds.
 
Op grond van het voorgaande en alle aan de commissie gebleken feiten en omstandigheden in aanmerking nemende, is de commissie van oordeel dat de reisorganisator bij het uitvoeren van het overeengekomene zodanig tekort is geschoten en klager daardoor zodanig ongerief heeft ondervonden en kosten heeft moeten maken, dat de reisorganisator klager een vergoeding verschuldigd is. De commissie stelt deze vergoeding naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid vast op het hierna te noemen bedrag. De commissie is dan ook van oordeel dat de klacht gegrond is.
Derhalve wordt als volgt beslist.

Beslissing
 
De reisorganisator betaalt aan klager een vergoeding van € 380,–. Betaling dient plaats te vinden binnen een maand na de verzenddatum van dit bindend advies. Indien betaling niet tijdig plaatsvindt, betaalt de reisorganisator bovendien de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de verzenddatum van het bindend advies.
 
De commissie wijst het meer of anders verlangde af.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Reizen op 11 november 2002.