Vertraging vlucht. Technisch mankement aan vliegtuig- geen overmacht.

De Geschillencommissie
Print Friendly, PDF & Email




Commissie: Reizen    Categorie: Vervoer    Jaartal: 2014
Soort uitspraak: -   Uitkomst: -   Referentiecode: REI02-1616

De uitspraak:

Onderwerp van het geschil
 
Het geschil vloeit voort uit een op 29 april 2002 via een boekingskantoor met de reisorganisator totstandgekomen overeenkomst, waarbij de reisorganisator zich verplicht heeft tot het leveren van een vliegreis voor 4 volwassenen naar Kemer in Turkije met verblijf in hotel UN Saphire op basis van all-inclusive voor de periode van 11 mei 2002 tot en met 18 mei 2002 voor de som van € 1.396,– in totaal.

Standpunt van klager
 
Het standpunt van klager luidt in hoofdzaak als volgt.
 
Uit informatie op het internet blijkt dat we reizen met Air Alfa. Dit is niet in overeenstemming met de informatie die we vooraf hebben ontvangen en met de informatie zoals die in de gids van de reisorganisator staat vermeld.
 
Op 8 mei, drie dagen voor vertrek, zijn wij nog niet in het bezit van onze reisbescheiden. Volgens informatie op het internet zal het vertrek op 11 mei plaatsvinden om 20.50 uur en het vertrek voor de retourvlucht op 18 mei om 06.30 uur. Omdat ik zowel de vertrektijd op de heenreis als die op de terugreis niet in overeenstemming vind met de aanbieding van een 8-daagse reis, heb ik zowel telefonisch als via internet nog contact met de reisorganisator. Deze laat me per e-mail weten dat het vertrek van de vlucht is vertraagd tot 21.00 uur.
 
Gezien het feit dat de ochtendvlucht van Air Alfa met ruim vier uur is vertraagd, heb ik ’s middags al het vermoeden dat ook onze vlucht wel eens vertraagd zou kunnen zijn. Bij het inchecken op Schiphol om 18.00 uur werd ons meegedeeld dat onze vlucht is vertraagd tot 23.55 uur. De reisorganisator heeft ons echter niet op de hoogte gesteld van het feit dat de vlucht een flinke vertraging heeft opgelopen.  
 
Uiteindelijk hebben we ruim acht uur op de luchthaven moeten wachten voordat ons toestel vertrok. Voor alle duidelijkheid: ons toestel vertrok vanaf Schiphol de 12e mei om 02.15 uur. De feitelijke vertraging bedroeg 5 ½ uur. Daar er kennelijk ’s morgens vroeg al moeilijkheden waren met de vluchten van Air Alfa en de maatschappij maar met drie vliegtuigen vliegt, heeft men niet de moeite genomen een oplossing te zoeken voor de ontstane problemen die ook aan de passagiers recht deed.
Op geen enkele manier overigens heeft de reisorganisator onderzoek gedaan naar de oorzaak van de vertraging.
 
Het toestel waarmee gevlogen werd, was een oude Airbus A300 b4, die duidelijk zijn beste tijd had gehad. Zo zaten er gaten en scheuren in de bekleding van de stoelen, waren de stoelen niet goed in de ‘upright’ positie te zetten, en zag het er allemaal niet al te fris uit.  
 
Ik meen recht te hebben op een vergoeding op grond van het feit dat we gevlogen hebben met een vliegtuig waarvan het interieur in een uiterst deplorabele staat verkeerde in plaats van met een gerenommeerde maatschappij, en dat door de vertraging van 5 ½ uur onze reis maar een 7-daagse reis was in plaats van een 8-daagse reis.
 
Klager verzoekt de commissie in redelijkheid en billijkheid een vergoeding vast te stellen.  
 
Standpunt van de reisorganisator

Het standpunt van de reisorganisator luidt in hoofdzaak als volgt.
 
Zoals wij uit de door klager beschikbaar gestelde stukken opmaken, hebben zijn klachten betrekking op het feit dat zich bij bovenvermelde reis een vluchtvertraging op de heenreis heeft voortgedaan. Daarnaast is hij van mening dat het reizen met Air Alfa niet in overeenstemming is met onze infor­matie.
Wanneer er zich bij een vliegtuig een technisch mankement voordoet, dient deze uiteraard direct te worden gerepareerd. Ondanks dat deze reparaties snel worden uitgevoerd, kan de vertraging die het vliegtuig hierdoor oploopt onevenredig lang zijn. Dit vanwege het feit dat er een nieuwe starttijd aan­gevraagd dient te worden. Over vertragingen informeren wij onze klanten in onder andere onze Algemene informatie en Reisvoorwaarden. Ook in de KRAS SterVakanties Turkije brochure waarnaar klager verwijst, waardoor wij ervan uit mogen gaan dat hij deze heeft geraadpleegd, staat duidelijk en meerdere malen vermeld dat vertragingen kunnen optreden. In casu zou de vlucht van klager met de oorspronkelijke vertrektijd van 20.50 uur om 01.15 uur vertrekken. Dit was het gevolg van een technisch mankement aan het toestel. Vanwege het feit dat veiligheid boven alles gaat, liep de vlucht daardoor enige vertraging op. Hoewel wij begrijpen dat vertragingen erg vervelend zijn, hebben ook reis­organisaties hier geen invloed op. Wij wijzen onze klanten hier dan ook zeer nadrukkelijk op, opdat zij hier rekening mee kunnen houden.
 
Klagers stellingname dat wij feitelijk niet van de diensten van Air Alfa gebruik zouden mogen maken vanwege het feit dat deze niet met naam en toenaam in de gids staat vermeld, is onjuist. Duidelijk is een voorbehoud gemaakt dat met andere maatschappijen gevlogen kan worden. Air Alfa is wel degelijk een gerenommeerde luchtvaartmaatschappij en dient net als andere maatschappijen aan alle strenge veiligheidseisen te voldoen. Onze organisatie heeft overigens niet eerder gelijkwaardige klachten ontvangen als scheuren en gaten in de bekleding van de stoelen, noch zijn er klachten bekend over dat de stoelen niet in de stijgings- en landingspositie kunnen worden gezet.
 
Klager zou voor de terugreis aanvankelijk al om 06.30 uur van Antalya naar Amsterdam vertrekken. Omdat hij de heenreis echter vertraging had, hebben wij klager de terugreis laten reizen met vlucht BHY 621, welke om 16.00 uur vertrok. Dit om het tijdsverlies ruimschoots te compenseren. Hoewel wij het betreuren dat klager op de heenreis geconfronteerd is met een vluchtvertraging en zijn teleur­stelling begrijpen, zijn wij van mening dat wij hem bij boeking duidelijk hebben geïnformeerd over het feit dat dit kan voorkomen en bovendien goed van dienst zijn geweest door hem ter compensatie later uit Turkije te laten vertrekken. Wij zijn dan ook van mening dat wij hem geen geldelijke vergoeding verschuldigd zijn. 

Beoordeling van het geschil
 
De commissie heeft het volgende overwogen.
 
De opvatting van klager dat de reisorganisator hem had kunnen waarschuwen dat zijn vlucht was vertraagd omdat de ochtendvlucht van Air Alfa reeds een vertraging van enkele uren had opgelopen, deelt de commissie niet. Niet vanzelfsprekend is namelijk dat de vlucht van eiser met hetzelfde toestel zou worden uigevoerd als waarmee de vertraagde ochtendvlucht had plaatsgevonden. Niet voorzien­baar was dan ook voor de reisorganisator dat de vlucht van klager eveneens een vertraging zou oplopen.  
 
De reisorganisator heeft gesteld dat de heenvlucht is vertraagd als gevolg van een technisch manke­ment aan het vliegtuig. De commissie verstaat dit aldus dat de reisorganisator een beroep doet op overmacht. Een vertraging als gevolg van een technisch mankement aan het vliegtuig is echter niet dusdanig abnormaal en onvoorzien dat daarvoor een beroep op overmacht opgaat, doch ligt binnen de risicosfeer van de reisorganisator, die bij de uitvoering van de overeenkomst nu eenmaal gebruik maakt van de diensten van de luchtvaartmaatschappij. Het beroep op overmacht kan derhalve niet slagen. Nu de vertraging 5 ½ uur heeft geduurd, ziet de commissie daarin aanleiding om klager een vergoeding toe te kennen.
 
Met betrekking tot de grief dat het reizen met Air Alfa niet in overeenstemming is met de informatie die klager vooraf heeft ontvangen, noch met de informatie zoals die in de gids van de reisorganisator staat vermeld, merkt de commissie op dat de reisorganisator in zijn reisgids bij ‘algemene informatie’ onder meer het volgende heeft vermeld.
 
“U vliegt per gerenommeerde Turkse chartermaatschappij(Onur Air/Pegasus/Interair), waarmee ook diverse andere grote touroperators vliegen. Om reistechnische redenen kan in uitzonderlijke gevallen met een andere maatschappij worden gevlogen.” 
 
Gelet hierop had het klager naar het oordeel van de commissie duidelijk kunnen zijn dat de mogelijkheid bestond dat met een andere maatschappij zou worden gevlogen dan Onur Air, Pegasus, of Interair. Dit klachonderdeel kan derhalve niet tot het door klager gewenste resultaat leiden.
 
Inzake de grief dat het toestel van Air Alfa zich bevond in een uiterst deplorabele staat overweegt de commissie dat elk toestel dat landt op een Nederlandse luchthaven moet voldoen aan strenge veiligheids- en onderhoudsvoorschriften. Gesteld noch gebleken is dat het onderhavige toestel niet voldeed aan die voorschriften. Dat het toestel er van binnen uitgeleefd uitzag (scheuren en gaten in de bekleding van de stoelen), doet echter niet af aan de veiligheid van het toestel, hetgeen overigens niet wegneemt dat te begrijpen valt dat klager een nieuw vliegtuig had verwacht op grond van de vermelding dat in principe alle vluchten van Amsterdam naar Antalya worden uitgevoerd met Interair, welke maatschappij gebruik maakt van splinternieuwe Boeings. Maar zoals hiervoor reeds overwogen heeft de reisorganisator hierop een duidelijk voorbehoud gemaakt.    
 
Op grond van het voorgaande, en alle aan de commissie gebleken feiten en omstandigheden in aanmerking nemende, is de commissie van oordeel dat de reisorganisator bij het uitvoeren van het overeengekomene zodanig tekort is geschoten en klager daardoor zodanig ongerief heeft onder­vonden, dat de reisorganisator klager een vergoeding verschuldigd is. De commissie stelt deze vergoeding naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid vast op het hierna te noemen bedrag.
 
Tevens dient de reisorganisator het door klager betaalde klachtengeld aan hem te vergoeden.
 
Ingevolge het reglement van de commissie moet de reisorganisator aan de commissie de hierna te noemen bijdrage in de kosten van de behandeling van het geschil voldoen.
 
Derhalve wordt als volgt beslist.

Beslissing
 
De commissie verklaart de klacht gedeeltelijk gegrond.  
 
De reisorganisator betaalt aan klager een vergoeding van € 100,–. Betaling dient plaats te vinden binnen een maand na de verzenddatum van dit bindend advies.
 
Aldus beslist door de Geschillencommissie Reizen op 18 november 2002.