
Commissie: Reizen
Categorie: Vervoer
Jaartal: 2014
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
REI02-1277
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil
Het geschil vloeit voort uit een op 16 maart 2002via een boekingskantoor met de reisorganisator totstandgekomen overeenkomst. De reisorganisator heeft zich daarbij verplicht tot het leveren van een vliegreis voor drie personen naar Gümbet in Turkije met verblijf in een hotel op basis van “all inclusive”, voor de periode van 12 april t/m 19 april 2002 voor de som van € 1.078,20 in totaal.
Standpunt van klager
Het standpunt van klager luidt in hoofdzaak als volgt.
Een aantal dagen vóór aanvang van de reis kregen wij te horen dat de vlucht was geannuleerd en dat het overeengekomen hotel nog was gesloten. Het annuleren van de vlucht bleek niet te kloppen, daar deze vlucht wel bleek te zijn uitgevoerd. De reisorganisator bood een vervangende reis met een dag later vertrek en verblijf in een ander hotel aan. Bovendien zouden wij in Izmir aankomen waarna de transfer naar het hotel ongeveer twee tot tweeënhalf uur zou zijn. De transfer duurde echter vierenhalf uur.
Het hotel bleek nog niet op het vakantieseizoen te zijn voorbereid. Er waren nog veel werkzaamheden aan de gang, die voor een hoop kabaal en ellende zorgden. Op de derde avond was er een waterleiding gesprongen, waardoor onze kamer onder water kwam te staan. Midden in de nacht moesten wij met natte spullen verhuizen naar een andere kamer. Deze kamer moesten wij weer de volgende dag verlaten, omdat de tapijten vervangen dienden te worden. Uiteindelijk kwamen wij in een kamer terecht met nauwelijks warm water en een telefoon die ’s nachts meerdere keren ging rinkelen (zou een probleem in de centrale betreffen).
Op donderdag 18 april werd ons medegedeeld dat wij niet op zaterdagavond 20 april om 22.15 uur zouden vertrekken, maar reeds op vrijdagavond om 22.30 uur in het hotel werden opgehaald. Wij hebben dus een complete dag gemist. Wij hebben hierover contact opgenomen met de reisorganisator. De reactie van de reisorganisator liet zeer veel te wensen over.
De reisorganisator heeft een echtpaar met gelijke klachten een vergoeding toegekend van € 75,–. Het komt mij vreemd voor dat de reisorganisator bij gelijke klachten een verschillend beleid voert. Op basis van het gelijkheidsbeginsel komt mij dan ook minimaal een bedrag van € 112,50 voor drie personen toe. Van de ons aangeboden korting van 8% op een nieuwe reis, wensen wij in verband met deze slechte ervaring met de reisorganisator geen gebruik te maken.
Ter zitting heeft klager desgevraagd het volgende gesteld.
De aangeboden bioscoopkaartjes met een waarde van € 22,50 in totaal hebben wij in ontvangst genomen.
Klager verzoekt de commissie in redelijkheid en billijkheid een vergoeding vast te stellen.
Standpunt van de reisorganisator
De reisorganisator heeft geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid zijn standpunt aan de commissie kenbaar te maken.
Blijkens het dossier heeft de reisorganisator in hoofdzaak de volgende reactie op de klachtmelding aan klager gegeven.
Het oorspronkelijk geboekte hotel had op voorhand aangegeven per 1 april open te gaan. Helaas bleef een grote stroom boekingen uit. Het hotel besloot daarop per eind april open te gaan, omdat voor een klein aantal personen opening een te groot kostenplaatje was.
De stoelen op de vlucht Brussel-Bodrum waren wegens organisatorische redenen geannuleerd. Deze vlucht werd samengevoegd met de vlucht Brussel-Izmir. Uiteraard kunnen er passagiers zijn die via een andere reisorganisatie wel naar Bodrum konden vliegen. Wij hadden helaas geen ander alternatief dan wij hebben geboden. Wijziging in route is veelal inherent aan charters.
Alhoewel vluchttijden in de tickets definitief zijn, kunnen er bij chartervluchten tot en met de dag van vertrek onverwachte omstandigheden van technische of organisatorische aard zijn, die aanleiding geven tot wijziging in vertrektijd, route, enzovoorts. Er is echter in dit geval geen sprake geweest van een gemiste overnachting in het hotel, omdat de terugvlucht was gewijzigd naar 04.40 uur van dezelfde dag. Klager heeft op 19 april gebruik gemaakt van de hotelkamer, anders had hij reeds vóór 12.00 uur moeten uitchecken.
Het ter vervanging geboden hotel is een uitstekend alternatief. Helaas bleken er nog enige verbouwingen plaats te vinden. Het verhuizen naar een andere kamer was zeker niet bevorderlijk voor de vakantieontspanning.
De reisorganisator heeft d.d. 1 juli 2002 een korting van 8% op een nieuw te boeken reis en drie bioscoopkaartjes aangeboden.
Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.
Met de wijziging van het aanvankelijk overeengekomen tijdvak en het ter vervanging geboden hotel is klager zonder aantekening van protest akkoord gegaan. Klager heeft geen argumenten aangevoerd, die het rechtvaardigen om op dit akkoord terug te komen.
Klager had correct over de duur van de transfer vanaf Izmir naar het hotel geïnformeerd behoren te worden. Als niet weersproken staat vast dat de reisorganisator dit niet heeft gedaan. Op zichzelf bezien is deze tekortkoming echter niet van dien aard dat daarvoor een vergoeding in geld op haar plaats is.
De juistheid van de klachtonderdelen betreffende het geboden hotel staan als erkend vast. Deze lenen zich zonder meer voor een financiële genoegdoening.
Uitgaande van het in tweede instantie overeengekomen tijdvak van 13 april t/m 20 april 2002, waarbij nu eenmaal de reisdagen meetellen, heeft de reisorganisator strikt genomen het gelijk aan zijn zijde met zijn stelling dat bij een vertrek vanaf de luchthaven van de vakantiebestemming op 20 april om 04.40 uur geen sprake is geweest van een inkorting van de reisduur met de daarbij gebruikelijk duur van het ter beschikking staan van een hotelkamer. Een vervroeging van de oorspronkelijk geplande avondvlucht naar een zeer vroege ochtendvlucht ligt echter niet meer binnen redelijke grenzen. Het vliegen per charter houdt weliswaar de kans op wijziging in vliegtijden, vluchten en vluchtroute in, maar verwacht mag worden dat hierbij rekening wordt gehouden met een aanvaardbare duur van de vakantiebesteding. Er wordt dan ook in dit geval voldoende aanleiding aanwezig geacht om het gegeven, dat klager de laatste overnachting niet in het hotel heeft doorgebracht en een volledige vakantiedag verloren heeft zien gaan, mee te laten wegen in de toe te wijzen vergoeding. Hieraan doet niet af dat de hotelkamer inderdaad voor de nacht van 19/20 april voor klager gereserveerd zal zijn geweest.
Het voorliggende aanbod van de reisorganisator staat naar het oordeel van de commissie noch wat betreft vorm, noch wat betreft het daarmee gemoeide bedrag in goede verhouding met de terechte klachtonderdelen. Klager heeft aanvankelijk van de reisorganisator een op zich alleszins redelijke vergoeding van € 112,– verlangt. De reisorganisator is niet op het voorstel van klager ingegaan, weshalve het klager vrijstond tegenover de commissie te verlangen een en ander naar redelijkheid en billijkheid te beoordelen. Mede rekening houdende met de betaalde som ziet de commissie voldoende reden tot toewijzing van een wat hogere financiële genoegdoening dan klager eerst voorstond. Hierbij wordt echter wel in aanmerking genomen dat klager reeds enige compensatie in de vorm van drie bioscoopkaartjes heeft geaccepteerd
Op grond van het voorgaande en alle aan de commissie gebleken feiten en omstandigheden in aanmerking nemende, is de commissie van oordeel dat de reisorganisator bij het uitvoeren van het overeengekomene zodanig tekort is geschoten en klager daardoor zodanig ongerief heeft ondervonden, dat de reisorganisator klager een vergoeding verschuldigd is. De commissie stelt deze vergoeding naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid vast op het hierna te noemen bedrag. De commissie is dan ook van oordeel dat de klacht gegrond is.
Derhalve wordt als volgt beslist.
Beslissing
De reisorganisator betaalt aan klager een vergoeding van € 200,–. Betaling dient plaats te vinden binnen een maand na de verzenddatum van dit bindend advies. Indien betaling niet tijdig plaatsvindt, betaalt de reisorganisator bovendien de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de verzenddatum van het bindend advies.
De commissie wijst het meer of anders verlangde af.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Reizen op 2 november 2002.