Vliegtuigstoel met extra beenruimte onvoorwaardelijk toegezegd: essentie. Extra beenruimte wel gekregen.

  • Home >>
  • Reizen >>
De Geschillencommissie
Print Friendly, PDF & Email




Commissie: Reizen    Categorie: Totstandkoming    Jaartal: 2014
Soort uitspraak: -   Uitkomst: -   Referentiecode: REI-D01-1582

De uitspraak:

Onderwerp van het geschil

Het geschil vloeit voort uit een op 13 april 2001 via een boekingskantoor met de reisorganisator tot stand gekomen overeenkomst. De reisorganisator heeft zich daarbij verplicht tot het leveren van een vliegreis voor twee personen naar Giardini – Naxos in Italië met verblijf in een appartement op basis van logies voor de periode van 24 t/m 31 mei 2001 voor de som van ƒ 1.918,– in totaal.   Standpunt van klager   Het standpunt van klager luidt in hoofdzaak.   Ondanks dat dit uitdrukkelijk in de reisovereenkomst was opgenomen, is in het vliegtuig zowel op de heenreis als de terugreis geen stoel gereserveerd met extra beenruimte. Wij hebben dat als zeer onplezierig ervaren en het heeft onze vakantie gedeeltelijk bedorven.   Ter zitting heeft klager verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd.   Ik heb deze problemen bij eerdere reizen ook al gehad. De reisorganisator heeft niet aan zijn verplichting voldaan. Men had een stoel met extra beenruimte dienen te reserveren. Ik leg over een schriftelijke toelichting. Deze is tevoren niet aan de reisorganisator toegezonden.   Klager verlangt een vergoeding van ƒ 850,–.   Standpunt van de reisorganisator   Het standpunt van de reisorganisator luidt in hoofdzaak.   De aanvraag voor stoelen in het vliegtuig met extra beenruimte betreft een preferentie. Dit is dus geen garantie. Klager heeft het verzoek niet als een essentie, tegen betaling van een meerprijs van ƒ 60,–, aangevraagd bij het reisbureau. Klager kan geen enkele aanspraak maken op de gevraagde stoelen.   Ter zitting heeft de reisorganisator verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd.   Wij blijven erbij dat er geen sprake is van een essentie. Bij een chartervlucht is het geven van een garantie, zoals door klager verlangd, bijna niet mogelijk. De claim van klager, die overigens moet worden afgewezen, is buitenproportioneel.   Beoordeling van het geschil   De commissie heeft het volgende overwogen.   Het geschil spitst zich toe op de vraag of het verzoek van klager om een stoel in het vliegtuig met extra beenruimte moet worden aangemerkt als een preferentie of als een essentie. Te dien aanzien wordt het volgende overwogen. Doorslaggevend voor hetgeen de klager in dit punt mocht verwachten, zijn de in de reisovereenkomst opgenomen mededelingen, die het boekingskantoor namens de reisorganisator heeft gedaan. Aan klager is omomwonden toegezegd dat voor de vlucht een stoel zou worden gereserveerd met extra beenruimte. Deze onvoorwaardelijke toezegging mocht klager opvatten als een essentie. Hieraan kan niet afdoen dat aan klager hiervoor geen extra kosten in rekening zijn gebracht. Vervolgens moet de vraag worden beantwoord of aan klager op de heen- en terugvlucht ook de facto een zitplaats met meer beenruimte is onthouden. De commissie beantwoordt deze vraag ontkennend reeds om de reden dat uit de verklaring van klager zelf blijkt dat hij telkens plaats heeft mogen nemen bij de nooduitgang. Het is de commissie uit eigen wetenschap bekend dat deze plaatsen meer beenruimte hebben. Wel is duidelijk geworden dat klager enige moeite heeft moeten doen om voormelde plaats te bemachtigen.   Op grond van het voorgaande acht de commissie het niet onaannemelijk dat klager niet geheel heeft ontvangen, wat hij mocht verwachten en daardoor enig ongerief heeft ondervonden, doch meent dat de klachten niet van dien aard zijn dat een vergoeding in geld op zijn plaats is.   De commissie acht de klacht derhalve ongegrond.   Derhalve wordt als volgt beslist.   Beslissing   Het door klager verlangde wordt afgewezen.   Aldus beslist door de Geschillencommissie Reizen, op 7 december 2001.