Commissie: Reizen
Categorie: Aansprakelijkheid
Jaartal: 2014
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
REI04-0868
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil Het geschil vloeit voort uit een op 24 oktober 2003via een boekingskantoor met de reisorganisator totstandgekomen overeenkomst. De reisorganisator heeft zich daarbij verplicht tot het leveren van een vliegreis voor twee personen naar Nusa Dua, Bali in Indonesië met verblijf in een hotel op basis van logies met ontbijt, voor de periode van 20 december 2003 t/m 29 december 2003 voor de som van € 2.945,–. Klager heeft op 23 december 2003 de klacht voorgelegd aan de reisorganisator. Standpunt van klager Het standpunt van klager luidt in hoofdzaak als volgt en is uitgebreid beschreven in aan partijen bekende brieven aan de reisorganisatie. Met mijn zoon zou ik een tiendaagse vakantie doorbrengen op Bali, Indonesië. Bij vertrek is er echter op Schiphol een vogel in de vliegtuigmotor terechtgekomen, waardoor de vlucht werd vertraagd. Omdat er geen vliegtuig in Nederland beschikbaar was, moest er een vliegtuig komen uit Singapore en daardoor werd de vlucht dusdanig vertraagd en ons verblijf op Bali zo beperkt dat er uiteindelijk van is afgezien te vertrekken. Mijn man had zich later bij ons aangesloten en slechts tickets gekocht bij Singapore airlines. Deze kreeg het betaalde bedrag terug. Mijn zoon en ik kregen slechts € 1.328,– terug en dat vind ik niet in verhouding staan tot de betaalde reissom. Klager verzoekt de commissie in redelijkheid en billijkheid een vergoeding vast te stellen. Standpunt van de reisorganisator Het standpunt van de reisorganisator luidt in hoofdzaak als volgt en is uitgebreider beschreven in de aan partijen bekende brieven aan klager. We hebben voor de tickets een bedrag van € 860,– retour ontvangen (zijnde 50% van de kosten) en € 468,– in verband met annulering van de eerste twee nachten. Dat de vogel in de vliegtuigmotor terechtkwam is een overmachtsituatie. Er moest een nieuw vliegtuig komen en ook een nieuwe bemanning in verband met de arbeidsomstandigheden. De overige kosten zijn ons in rekening gebracht, wat er onder meer mee te maken heeft dat klager niet de moeite heeft genomen om ons te berichten dat zij niet meer zou gaan. De reisorganisator heeft d.d. 25 maart 2004 een vergoeding aangeboden van € 1.328,–. Beoordeling van het geschil De commissie heeft het volgende overwogen. Nadat door een overmachtsituatie de geplande reis niet op het geplande tijdstip kon beginnen was het niet mogelijk op zeer korte termijn alsnog te vertrekken: er moest een vliegtuig met een nieuwe bemanning uit Singapore komen. Klager heeft toen om haar moverende redenen de beslissing genomen af te zien van de geplande reis, maar daarbij niet de moeite genomen om de reisorganisatie in te lichten. Daardoor kon de reisorganisatie niet aan de accommodatieverschaffer meedelen dat klager geen gebruik zou maken van de accommodatie en zijn de daarvoor verschuldigde kosten aan de reisorganisatie in rekening gebracht. Nu klager de facto aan zich zelf heeft te wijten dat de kosten bleven worden berekend aan de reisorganisatie kan er naar het oordeel van de commissie geen sprake van zijn dat klager een hogere vergoeding ontvangt dan het bedrag dat de reisorganisatie heeft terugontvangen ter zake van tickets en twee nachten niet gebruik accommodatie. Derhalve wordt als volgt beslist. Beslissing Het door klager verlangde wordt afgewezen. De reisorganisator is gehouden te handelen overeenkomstig zijn aanbod, indien en voorzover daaraan nog niet is voldaan. Aldus beslist door de Geschillencommissie Reizen op 10 september 2004.