
Commissie: Rijopleidingen
Categorie: Non conformiteit
Jaartal: 2017
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
106959 - 2017
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil
Het geschil vloeit voort uit een op of omstreeks 19 mei 2016 tussen partijen totstandgekomen lesovereenkomst. De ondernemer heeft zich daarbij verplicht tot het verzorgen van rijlessen.
De rijlessen hebben plaatsgevonden in de periode gelegen tussen 19 mei 2016 en 22 oktober 2016.
Standpunt van de consument
Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt.
Puntsgewijs zijn mijn klachten de volgende:
• de rij-instructeurs gaven geen (eenduidige) uitleg over kijktechniek (het scannen in het algemeen en de dode hoek in het bijzonder) en over het gebruik van spiegels en richtingaanwijzers;
• de ondernemer heeft te laat gecommuniceerd dat spiegelen, richting aangeven en in het algemeen scannen niet op examenniveau ligt;
• na beëindiging van het contract heb ik een factuur ontvangen voor cursus- en voortgangsboek.
Daarom verlang ik:
• teruggave van het betaalde lesgeld;
• teruggave van € 25,– voor het gratis aangeboden cursusboek;
• emotionele genoegdoening.
Standpunt van de ondernemer
Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt.
Wij geven les volgens de RIS methode, hetgeen met zich meebrengt dat het kijkgedrag en gebruik van spiegels al vanaf het begin wordt aangeleerd en elke les wordt gehaald. Script 10, waarin het scannen en spiegelen aan de orde komt, is al tijdens de tweede rijles aan de orde geweest en wordt elke les herhaald. In het RIS handboek waarover de consument beschikte staan deze scripts ook beschreven. Omdat de consument eigenwijs was en bleef vasthouden aan haar oude in [plaatnaam] aangeleerde rijgedrag, kwamen wij niet verder met de lessen. Toen wij uiteindelijk aan de consument hebben aangegeven dat het CBR bij het rijexamen bepaalde dingen wil zien, mailde ze mij met de vraag haar nog een keer de juiste volgorde van het gebruik van spiegels door te geven. Ik heb haar diezelfde avond per e-mail deze volgorde nog doorgegeven. Tijdens de rijles de volgende dag begon de consument een discussie over het feit dat de in die e-mail aangegeven volgorde van kijken anders was dan de volgorde van kijken zoals eerder aangegeven door de instructeur. Daarop heb ik aangegeven dat in de e-mail alleen de volgorde van kijken in spiegels stond opgesomd omdat ik haar vraag zo had begrepen, maar dat na de volgorde van spiegels ook nog een keer extra over de schouder en in de binnenspiegel gekeken moet worden bij rechts afslaan hetgeen overeenkomt met de uitleg van de instructeur.
Ter zitting heeft de ondernemer verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd.
Het RIS praktijkboek is gratis bij afname van een lespakket. Omdat de consument uiteindelijk geen lespakket heeft afgenomen, hebben wij de kosten van het RIS praktijkboek dat wij al eerder aan de consument ter beschikking worden gesteld maar nog niet bij haar in rekening hadden gebracht verrekend met het bedrag verband houdende met de Eigen Verklaring dat wij terug hebben ontvangen van het CBR.
Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.
De consument verlangt allereerst teruggave van het betaalde lesgeld ten bedrage van € 1.365,50. Ten grondslag aan deze vordering legt de consument kort gezegd de stelling dat de ondernemer kwalitatief slecht les heeft gegeven. In dat licht bezien en mede bezien in het licht van artikel 7:401 BW kan de vordering van de consument slechts slagen, indien in het onderhavige geschil komt vast te staan dat de ondernemer bij zijn werkzaamheden niet de zorg van een goed opdrachtnemer in acht heeft genomen. Dat is het geval indien de ondernemer niet heeft gehandeld zoals een redelijk bekwaam en redelijk handelend vakgenoot te werk zou zijn gegaan. Door de consument is gesteld dat de rij-instructeurs geen (eenduidige) uitleg over kijktechniek (het scannen in het algemeen en de dode hoek in het bijzonder) en over het gebruik van spiegels en richtingaanwijzers gaven. De ondernemer heeft dit gemotiveerd betwist door te stellen dat de consument les heeft gekregen volgens de RIS methode en dat script 10 van deze lesmethode, waarin het scannen en spiegelen aan de orde komt, al tijdens de tweede rijles aan de orde is geweest en elke les is herhaald. Naar het oordeel van de commissie is, mede gezien deze gemotiveerde betwisting, niet komen vast te staan dat de ondernemer niet heeft gehandeld zoals een redelijk bekwaam en redelijk handelend vakgenoot te werk zou zijn gegaan.
Voorts verlangt de consument teruggave van € 25,–, stellende dat het cursusboek gratis door de ondernemer aan haar is aangeboden. De commissie stelt voorop dat een consument aan wie in het kader van een rijlesovereenkomst een cursusboek ter beschikking wordt gesteld, er voorshands niet vanuit mag gaan dat dit gratis gebeurt. Dit is slechts anders indien dit nadrukkelijk tussen partijen wordt overeengekomen. In het onderhavige geschil is niet gesteld of gebleken dat partijen zijn overeengekomen dat het cursusboek gratis door de ondernemer aan de consument de hand zou worden gesteld. Door de ondernemer is daarentegen onweersproken gesteld dat het RIS praktijkboek alleen gratis is bij afname van een lespakket en de consument geen lespakket van de ondernemer heeft afgenomen. Gezien het voorgaande heeft de consument naar het oordeel van de commissie dan ook geen recht op teruggave van € 25,–.
Tenslotte verlangt de consument emotionele genoegdoening. De commissie begrijpt deze vordering als een vordering tot vergoeding van immateriële schade. Op grond van het Nederlandse recht is deze vordering slechts toewijsbaar, indien in het onderhavige geval komt vast te staan dat de consument door aan de ondernemer toerekenbare omstandigheden in haar persoon is aangetast. In het onderhavige geschil is dat echter niet komen vast te staan, zodat ook deze vordering dient te worden afgewezen.
Derhalve wordt als volgt beslist.
Beslissing
Het door de consument verlangde wordt afgewezen.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Rijopleidingen op 13 januari 2017.