Commissie: Reizen
Categorie: Totstandkoming
Jaartal: 2014
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
REI04-1548
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil
Het geschil vloeit voort uit een op 3 augustus 2004 via een boekingskantoor met de reisorganisator totstandgekomen overeenkomst, waarbij de reisorganisator zich verplicht heeft tot het leveren van een vliegreis voor vier personen naar Parijs in Frankrijk met verblijf in het [naam hotel] op basis van logies en ontbijt, alsmede transfers per shuttlebus en een diner met Disneyfiguren, gedurende de periode van 31 december 2004 tot en met 3 januari 2005 voor de som van € 2.860,–.
Standpunt van klager
Het standpunt van klager luidt in hoofdzaak als volgt.
Wij hebben een jaar geleden een voorboeking gedaan voor een van de themasuites in het [naam hotel]. Op 3 augustus 2004 kregen wij te horen dat dit niet zou doorgaan. Dit was een grote teleurstelling voor ons. Wij gaan op 31 december toch naar Parijs, maar wij voelen ons afgescheept met iets wat we eigenlijk niet willen.
Klager verlangt een vergoeding van € 2.986,16, de gehele bruto reissom.
Standpunt van de reisorganisator
Het standpunt van de reisorganisator luidt in hoofdzaak als volgt.
Klager had bij voorboeking de wens te kennen gegeven om in de [naam themasuite] van het [naam hotel] te logeren. Het is ons helaas niet gelukt deze accommodatie te reserveren. Klager is daarna zonder voorbehoud akkoord gegaan met een vierpersoonskamer in het [naam hotel]. Noch de gewenste suite, noch een van de andere suites in het [naam hotel] maken deel uit van ons contingent. De suites zijn altijd op aanvraag. Dit is bij het maken van de voorreservering door het boekingskantoor aan klager verteld. Ook in onze winterbrochure bieden wij de suite niet aan. Wij zijn niet van oordeel dat klager enig recht aan een voorboeking kan ontlenen. Een voorreservering betekent niet dat al een reisovereenkomst tot stand is gekomen. Voorboekingen worden immers gemaakt op een moment dat het definitieve programma nog niet bekend en uitgegeven is. Nadat de brochure is verschenen worden door ons eerst de voorboekingen op volgorde van ontvangst verwerkt, voordat nieuwe boekingen worden geaccepteerd. Na het verschijnen en de verspreiding van de Disney-winterbrochure 2004/2005 – medio juli 2004 – bleek dat wij de gewenste suite niet definitief geboekt konden krijgen. Daarna besloot het boekingskantoor om, na overleg met klager, een kamer in het [naam club]-gedeelte van het [naam hotel] te reserveren. Ook dit bleek niet mogelijk. Op 31 juli 2004 werd besloten om een standaardkamer in dit hotel in optie te nemen. Deze optie gold tot 6 augustus 2004. Hoewel klager de mogelijkheid heeft gehad om kosteloos van de reservering af te zien, is klager is hiermee akkoord gegaan en heeft op 3 augustus 2004 besloten om met deze reservering onvoorwaardelijk akkoord te gaan. Een en ander blijkt uit de door klager ondertekende reisopdrachten.
Wij zijn van mening dat wij correct hebben gehandeld en dat onze organisatie noch het boekingskantoor een verwijt valt te maken.
Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.
Een voorreservering betekent niet dat al een reisovereenkomst is tot stand gekomen. Klager kan aan de voorreservering dan ook geen rechten ontlenen. Het is een feit van algemene bekendheid in de reiswereld dat een voorreservering pas na het uitkomen van de brochures en de prijslijsten kan worden verwerkt. De commissie acht het aannemelijk dat dit aan klager is verteld bij het maken van de voorreservering. Klager heeft vervolgens, toen bekend werd dat de voorreservering niet tot een definitieve reservering kon leiden, de keus gehad om van de reservering af te zien dan wel een alternatief te accepteren. Klager heeft gekozen voor een alternatief en kan nu de reisorganisator niet verwijten dat zijn eerste keus niet kon worden gehonoreerd. Het is de commissie niet gebleken dat de reisorganisator dan wel het boekingskantoor de voorreservering en de daaropvolgende boeking niet correct zouden hebben afgehandeld.
De commissie is derhalve van oordeel dat de klacht ongegrond is.
Derhalve wordt als volgt beslist.
Beslissing
Het door klager verlangde wordt afgewezen.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Reizen, op 1 december 2004.