Commissie: Reizen
Categorie: Aansprakelijkheid
Jaartal: 2014
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
REI02-1065
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil
Het geschil vloeit voort uit een op 5 maart 2002 met de reisorganisator totstandgekomen overeenkomst. De reisorganisator heeft zich daarbij verplicht tot het leveren van een vliegreis voor vier personen naar Belek in Turkije met verblijf in een hotel op basis van alles inclusief, voor de periode van 3 april t/m 10 april 2002 voor de som van € 1162,-.
Standpunt van klager
Het standpunt van klager luidt in hoofdzaak als volgt.
De accommodatie voldeed totaal niet aan de gewekte verwachtingen. Wij werden met onze kinderwagen in een kamer op de eerste verdieping gestopt. Er was geen lift. De douche in de kamer liep steeds over. Bij aankomst was het koud, waarop wij meteen om verwarming vroegen. Wij kregen die pas een dag later. De service in het hotel was slecht en er werd nagenoeg geen Engels gesproken.
Ondanks een negatief zon- en zwemadvies van het Turks Verkeersbureau werd de vakantie als een ‘zonvakantie’ verkocht. De weersomstandigheden waren allerminst zoals voorgespiegeld.
Wij zijn op de derde dag van ons verblijf vertrokken. De kosten van de retourvlucht bedroegen € 150,-
Klager verlangt een vergoeding van € 1355,40.
Standpunt van de reisorganisator
Het standpunt van de reisorganisator luidt in hoofdzaak als volgt.
Betreffende de klacht over de tegenvallende weersomstandigheden zijn wij van mening dat klager er als te vanzelfsprekend vanuit is gegaan dat hij gedurende zijn verblijf kon rekenen op gegarandeerd zon met een gemiddelde temperatuur van 25 graden. Wij zijn niet in staat het weer, om het even voor welke bestemming weken/maanden van te voren te voorspellen en moeten uitgaan van historische gegevens betreffende de gemiddelden van voorgaande jaren. Klager had aan de hand van zeer toegankelijke historische weerstatistieken ook zelf zijn conclusies kunnen trekken. In dat kader vragen wij ons af uit welke advertentie van onze organisatie klager de zinsnede ‘nu 25 graden, snel beslissen, een weekje naar de zon’ vandaan haalt. In de betreffende advertentie of reisomschrijving worden in het geheel geen temperaturen vermeld, evenmin wordt de reis als een gegarandeerde zonvakantie aangeboden. Ondanks dit voorbehoud zijn, voor zon- en strandliefhebbers de gemiddelde weersomstandigheden aan de Turkse Rivièra in de maand april gunstig te noemen en buitendien veel gunstiger dan op bijvoorbeeld de Balearen in dezelfde periode of Nederland in juli en augustus.
Klager is op woensdag 3 april om 21.00 uur vertrokken vanaf Schiphol en rond middernacht geland op luchthaven Antalya. Daar het weerbeeld rond middernacht niet representatief kan zijn voor het weer overdag, zeker niet in april, is klagers indruk over het weer op de plaats van bestemming dus uitsluitend gebaseerd op het weerbeeld van donderdag 4 april. Immers, al op deze dag nam hij contact op met onze organisatie met de mededeling dat het slecht weer was en dat hij wilde terugkeren. Hierop heeft onze medewerkster hem uitdrukkelijk geadviseerd het weer nog een aantal dagen aan te zien. Klager bleef echter bij zijn voornemen. Onze medewerkster heeft klager toen geadviseerd contact op te nemen met onze agent ter plaatse. Daarbij is aan hem medegedeeld dat de kosten voor de tickets voor zijn rekening zouden zijn. Tenslotte is met nadruk aan klager verteld dat de weersituatie geen plausibele reden is tot annuleren, dat zijn verzekeraar deze actie derhalve niet zou vergoeden en dat onze organisatie hem evenmin restitutie zou verlenen, noch voor de tickets, noch voor de reissom. Klager is uiteindelijk met de eerst mogelijke vlucht op vrijdag 5 april teruggekeerd naar Nederland, nadat hij koud één dag in Turkije was geweest. Zoals uit de historische weergegevens van april 2002 blijkt heeft klager zijn beslissing overhaast genomen. Immers, met uitzondering van een minimale neerslag op zaterdag is er voor de aanvankelijke restduur van klagers verblijf geen neerslag meer gevallen. Buitendien liepen de temperaturen vanaf vrijdag 5 tot en met woensdag 10 april op tot 21 en zelfs 24 graden, en lag het aantal zonuren hoger dan gemiddeld met uitersten van 11 uur per dag.
Betreffende de klachten over de accommodatie wijzen wij erop dat klager deze klachten pas kenbaar maakte op het moment dat hij al was teruggekeerd in Nederland. Dit geheel tegen ons dringend advies in om klachten via ons noodnummer aan ons te melden zodat onze organisatie deze klachten direct kan oplossen en zo het ongemak tot een minimum kan beperken. In onze ‘reistips vliegreizen’ en ‘Algemene Informatie en Reisvoorwaarden’, die bij de reispapieren zijn ingesloten, wordt duidelijk verwezen naar deze procedure en melding gemaakt van het noodnummer dat dag en nacht bereikbaar is. Klager had op 4 april telefonisch contact met onze organisatie over de weersituatie en heeft toen geen klachten geuit over de accommodatie.
Wij vinden het bovendien vreemd dat klager, bij het uitblijven van een reactie op zijn eerste verzoek, niet nogmaals om verwarming heeft gevraagd, dan wel contact heeft opgenomen met ons noodnummer. Wij kunnen garanderen dat klager dan binnen 15 minuten de verwarming had ontvangen. Dezelfde procedure geldt voor het overlopen van de douche.
Betreffende de klacht over de ligging van de kamer merken wij op dat klager bij de preferenties uitsluitend een bad heeft opgegeven en geen kamer op de begane grond. Wij vinden het daarom niet vreemd dat het hotel op het moment dat klager arriveerde geen kamers vrij had op de begane grond die bovendien geschikt waren voor klagers gezinssamenstelling.
Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.
Artikel 12 lid 1 van de ANVR Reisvoorwaarden verplicht de reisorganisator tot uitvoering van de overeenkomst overeenkomstig de verwachtingen die de reiziger op grond van de overeenkomst redelijkerwijs mocht hebben. Artikel 12 lid 3 bepaalt vervolgens dat indien de reis niet verloopt overeenkomstig de in lid 1 bedoelde verwachtingen de reisorganisator verplicht is eventuele schade te vergoeden tenzij de tekortkoming hem niet valt toe te rekenen.
Artikel 17 lid 1 van de ANVR Reisvoorwaarden verplicht de reiziger om een geconstateerde tekortkoming in de uitvoering van de overeenkomst zo spoedig mogelijk bij de betrokken dienstverlener te melden, opdat deze een passende oplossing kan treffen. Indien de tekortkoming niet binnen redelijke termijn wordt opgelost en afbreuk doet aan de kwaliteit van de reis, moet deze onverwijld worden gemeld bij de reisleiding. Is deze niet aanwezig of bereikbaar is dan dient de reiziger onverwijld contact op te nemen met de reisorganisator op de door deze voorgeschreven wijze.
Betreffende de klacht inzake de tegenvallende weersomstandigheden merkt de commissie op dat een reisorganisator in het algemeen niet verantwoordelijk kan worden gehouden voor iets onvoorspelbaars als het weer. Evenmin is het de commissie gebleken dat de reisorganisator dienaangaande verwachtingen bij klager heeft gewekt die niet zijn waargemaakt. Aan klager kan daarentegen worden verweten dat hij niet het advies van de reisorganisator heeft opgevolgd om het weerbeeld nog enige dagen aan te zien. Hij zou daarmee zijn schade aanzienlijk hebben beperkt. De commissie is derhalve van oordeel dat de reisorganisator geen verwijt treft en acht de klacht op dit punt ongegrond.
Betreffende de klachten over de accommodatie is de commissie van oordeel dat klager, door zijn klachten onvoldoende onder de aandacht van de reisorganistor te brengen en vervolgens overhaast te vertrekken, de reisorganisator onvoldoende in de gelegenheid heeft gesteld een passende oplossing te bieden voor de door klager geconstateerde onvolkomenheden. Klager heeft daarmee in strijd met artikel 17 van de ANVR Reisvoorwaarden gehandeld. De commissie is van oordeel dat de klacht derhalve ook op dit punt geen grond treft.
Derhalve wordt als volgt beslist.
Beslissing
Het door klager verlangde wordt afgewezen.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Reizen op 7 oktober 2002.