
Commissie: Reizen
Categorie: Aansprakelijkheid
Jaartal: 2014
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
REI04-1517
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil
Het geschil vloeit voort uit een op 23 juli 2004via een boekingskantoor met de reisorganisator totstandgekomen overeenkomst. De reisorganisator heeft zich daarbij verplicht tot het leveren van een appartement voor vijf personen in Bibione in Italië, voor de periode van
23 juli 2004 t/m 31 juli 2004 voor de som van € 469,–. Klager heeft geen gebruik gemaakt van de accommodatie, maar is onverrichterzake naar huis teruggekeerd, aangezien hij het appartement niet kon vinden.
Klager heeft op 25 juli 2004 de klacht voorgelegd aan de reisorganisator.
Standpunt van klager
Het standpunt van klager luidt in hoofdzaak als volgt.
De ons ter beschikking gestelde reisbeschrijving van de reisorganisator was niet volledig met het gevolg, dat we het appartement niet konden vinden. Noch informatie bij een reisbureau noch bij de politie ter plekke heeft soulaas geboden, zodat we onverrichterzake naar huis zijn teruggekeerd.
Klager verlangt teruggave van de betaalde reissom.
Standpunt van de reisorganisator
Het standpunt van de reisorganisator luidt in hoofdzaak als volgt.
Klager heeft naar onze mening impulsief gehandeld door geen contact met de reisorganisator of het boekingskantoor op te nemen, maar daarentegen vrijwel onmiddellijk naar Nederland terug te keren. Ook al stond het adres niet op de voucher vermeld, dit verzuim had met een telefoontje meteen kunnen worden hersteld. Ook een toeristenbureau had ongetwijfeld eveneens uitkomst kunnen bieden. Voorts zijn wij van oordeel, dat deze omissie reeds na ontvangst van de reisbescheiden tijdig had kunnen worden gesignaleerd. Door op reis te gaan zonder in feite op de hoogte van de adresgegevens te zijn heeft klager zich onnodig in de problemen gemanoeuvreerd. In de gegeven situatie kan klager naar onze mening geen aanspraak maken op vergoeding.
Beoordeling van het geschil
De commissie heeft het volgende overwogen.
Op grond van de overgelegde stukken en het verhandelde ter zitting heeft de commissie vastgesteld, dat klager, hoewel reeds aangekomen op de plaats van bestemming, naar Nederland is teruggekeerd, omdat hij het complex, waar de door hem gehuurde accommodatie gelegen was niet kon vinden.
Desgevraagd heeft klager aangegeven, dat de hem door de reisorganisator verstrekte informatie onvolledig was, hetgeen van de zijde van de reisorganisator is toegegeven.
Tevens heeft de reisorganisator ter zitting aan de commissie een ook aan klager verstrekt document overgelegd, waarin op niet mis te verstane wijze is aangegeven, dat bij eventuele problemen een telefoonnummer in Nederland kan worden gebeld, dat vierentwintig uur bereikbaar is. Klager heeft ter zitting bevestigd, dat hem ook een dergelijk document is verstrekt. Klager heeft om hem moverende reden van dit hem bekende telefoonnummer geen gebruik gemaakt, maar heeft, nadat ingewonnen informatie bij een plaatselijk reisbureau en surveillerende politie hem geen soulaas bood direct de thuisreis aanvaard. De commissie kan klager in zijn handelswijze niet volgen. Het moge dan misschien zo zijn, dat het vinden van de juiste verblijfplaats op moeilijkheden is gestuit, maar dit neemt niet weg, dat een telefoontje naar Nederland duidelijkheid had kunnen verschaffen omtrent de exacte ligging van de beoogde accommodatie. Door dit niet te doen, maar abrupt huiswaarts te keren, heeft klager de reisorganisator de mogelijkheid ontnomen om de klacht met betrekking tot de juiste reisroute te verhelpen of anderszins klager behulpzaam te zijn.
Onder de gebleken feiten en omstandigheden is de commissie dan ook tot de conclusie gekomen, dat de voortijdige terugkeer van klager voor diens rekening en risico dient te blijven. Hetgeen door klager ter verdediging van zijn standpunt is aangevoerd kan hieraan naar het oordeel van de commissie niet afdoen.
De commissie is derhalve van oordeel dat de klacht ongegrond is.
Derhalve wordt als volgt beslist.
Beslissing
Het door klager verlangde wordt afgewezen.
Aldus beslist door de Geschillencommissie Reizen op 10 november 2004.