Warm tapwater; de verschuldigdheid van vastrecht vloeit voort uit de toepasselijke algemene voorwaarden; verwijdering van de aansluiting; ontkomen aan plicht tot betaling van vastrecht.

  • Home >>
  • Energie >>
De Geschillencommissie




Commissie: Energie    Categorie: Warmte    Jaartal: 2016
Soort uitspraak: -   Uitkomst: -   Referentiecode: 99541

De uitspraak:

Onderwerp van het geschil

Het geschil betreft warm tapwater.

Standpunt van de consument

Het standpunt van de consument luidt in hoofdzaak als volgt.

Wij maken geen gebruik meer van warm tapwater, omdat wij een eigen voorziening hebben. Wij moeten echter vastrecht blijven betalen. Daarmee zijn wij het niet eens. De ondernemer wil hiervan afzien, wanneer de infrastructuur wordt verwijderd. Weliswaar wilde ondernemer de kosten daarvan voor zijn rekening nemen, maar eventueel zouden er in de toekomst aansluitingskosten betaald
moeten worden. Wij wensen ofwel ontheffing van de betaling van vastrecht ofwel kosteloze heraan-sluiting. De ondernemer is in zijn argumentatie niet consistent.

Standpunt van de ondernemer

Het standpunt van de ondernemer luidt in hoofdzaak als volgt.

De aansluitverplichting betreft het op verzoek van een afnemer realiseren en in stand houden van een aansluiting op het warmtenet tegen redelijke tarieven en voorwaarden. De warmteleverancier mag hierbij geen ongerechtvaardigd onderscheid maken. Het vastrecht voor warm tapwater wordt in rekening gebracht voor het in stand houden van de aansluiting voor warm tapwater. Het vastrecht is onafhankelijk van het verbruik en is via wet- en regelgeving van overheidswege gereguleerd. De warmtewet mag geen ongerechtvaardigd onderscheid maken; daarom dient het vastrecht bij een ieder met een aansluiting op het warmtenet in rekening worden gebracht. Aan de consument is voorgesteld om de warm tapwateraansluiting kosteloos te verwijderen, waarna met terugwerkende kracht per 25 januari 2015 geen vastrecht meer in rekening zou worden gebracht. De consument is hier niet mee akkoord gegaan, mede gezien de geprognotiseerde heraansluitingskosten. Artikel 7:408 BW geeft het recht om kosteloos het dienstverleningscontract op te zeggen, maar ontneemt niet het recht om heraansluitingskosten in rekening te brengen indien opnieuw om een aansluiting voor warm tapwater wordt verzocht. De consument wenst geen extra kosten te betalen voor de niet gebruikte warm tapwatervoorziening, omdat dit ten koste gaat van de terugverdientijd van de investeringen voor de alternatieve warmwatervoorziening. Bovendien wenst men dat de aansluiting niet wordt verwijderd omdat dit nadelig zou kunnen zijn bij een eventuele verkoop van de woning. Daarnaast wil de consument de aansluiting in stand houden voor het geval de alternatieve warm tapwaterwatervoorziening onverhoopt mocht verzaken. De keuze van de klant werkt met zich dat hij ook de kosten en risico’s voor zijn rekening dient te nemen.

Beoordeling van het geschil

De commissie heeft het volgende overwogen.

Omdat de aansluiting op het warmtenet op naam van de consument staat, kan het geschil niet op naam van zijn vertegenwoordiger worden gevoerd.
Op grond van de stukken en het verhandelde ter zitting onderschrijft de commissie in grote lijnen het standpunt van de ondernemer. Het vastrecht is bedoeld voor onder andere de kosten van de
geplaatste apparatuur en de toevoerleidingen en de meetdiensten zoals kapitaallasten en instandhou-dingskosten. De verschuldigdheid van vastrecht vloeit voort uit de toepasselijke algemene voorwaarden. Het is aan de ondernemer om vast te stellen op welke wijze verwijdering van de aansluiting dient plaats te vinden teneinde aan de plicht tot betaling van vastrecht te ontkomen. Kennelijk heeft de consument zich verkeken op de terugverdientijd van de alternatieve installatie. Dit kan niet met
succes aan de ondernemer worden tegengeworpen. De klacht treft geen doel. Hetgeen partijen
overigens naar voren hebben gebracht, kan niet tot een andere beslissing leiden en behoeft derhalve geen afzonderlijke bespreking.

Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht ongegrond is.

Derhalve wordt als volgt beslist.

Beslissing

Het door de consument verlangde wordt afgewezen.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Energie op 16 februari 2016.