Wet geeft geen regels voor saldering

De Geschillencommissie




Commissie: Energie    Categorie: Kosten / wetgeving    Jaartal: 2024
Soort uitspraak: bindend advies   Uitkomst: Ongegrond   Referentiecode: 234854/237782

De uitspraak:

Waar gaat de uitspraak over?

Het gaat om toepassing van saldering van elektriciteit bij een variabel contract. De commissie stelt vast dat de ondernemer op jaarbasis saldeert, maar de ingevoede en afgenomen stroom afrekent tegen het tarief van de betreffende tariefperiode. Een dergelijke salderings- en afrekeningsmethodiek is niet in strijd met de wet.

De uitspraak

Samenvatting
Het gaat om toepassing van saldering van elektriciteit bij een variabel contract. De commissie stelt vast dat de ondernemer op jaarbasis saldeert, maar de ingevoede en afgenomen stroom afrekent tegen het tarief van de betreffende tariefperiode. Een dergelijke salderings- en afrekeningsmethodiek is niet in strijd met de wet.

Behandeling van het geschil
Partijen zijn overeengekomen dit geschil bij bindend advies door de Geschillencommissie Energie (verder te noemen: de commissie) te laten beslechten.

De consument heeft de klacht voorgelegd aan de ondernemer. De commissie heeft kennisgenomen van de overgelegde stukken.

Partijen zijn tijdig en behoorlijk opgeroepen ter zitting te verschijnen.

Beide partijen hebben geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid ter zitting het standpunt nader toe te lichten.

De behandeling heeft plaatsgevonden op 14 maart 2024 te Den Haag.

De commissie heeft het volgende overwogen.

Beoordeling
De consument heeft een jaarafrekening ontvangen over de periode 27 augustus 2022 tot en met 26 augustus 2023 betreffende onder meer haar elektriciteitsverbruik. Zij had een contract met een variabel tarief (tot 1 oktober 2022 restant van een kwartaaltarief en daarna een maandtarief). Zij stelt dat daarin geen saldering per jaar is terug te vinden.

De ondernemer betoogt dat er wel gesaldeerd is op jaarbasis, maar dat er afgerekend is per periode. De wet is zijns inziens duidelijk over het salderen van de energiebelastingen: dit moet per jaar uitgevoerd worden en dit is ook zo toegepast op de jaarnota. Voor de leveringskosten stelt de wet deze eis voor variabele (half jaar, kwartaal, maand, uur) contracten niet. Er wordt gesteld dat bij salderen hetzelfde tarief voor invoeding gegeven moet worden als voor afname (tot het maximum van afname). Er wordt niet voorgeschreven over welke periode invoeding gesaldeerd moet worden met afname. De klant heeft bewust gekozen voor een variabel tarief waarmee als levertarief voor de teruggeleverde kWh ook het variabele tarief wordt gegeven. Als de consument het hele jaar door hetzelfde tarief had willen ontvangen voor de teruggeleverde kWh dan had de consument kunnen kiezen voor een jaarcontract.
De commissie overweegt dat de jaarafrekening verschillende periodes vermeldt met telkens andere tarieven. Het totaal van afgenomen stroom bedraagt 4316 kWh en het totaal van ingevoede stroom bedraagt 4990 kWh. De ondernemer heeft de afgenomen stroom met de ingevoede stroom gesaldeerd in die zin dat hij alleen het verschil (674 kWh) afgerekend heeft tegen het overeengekomen tarief van € 0,05 per kWh. De afgenomen stroom en de ingevoede stroom heeft hij afgerekend tegen het tarief van de betreffende periode.

De commissie overweegt dat de wet geen regels geeft voor saldering. Wel heeft de minister verklaard dat het de bedoeling was om op jaarbasis te salderen.

De commissie overweegt ook dat in eerdere uitspraken (nummer 202466/207819 en 183496/187832) de in deze klacht bedoelde salderings- en afrekeningsmethodiek goedgekeurd is. De commissie merkt op dat in samenhang met de betwiste jaarnota’s in die eerdere zaken volgt dat de commissie de met de casus in de thans aan de orde zijnde procedure vergelijkbare methodieken goedgekeurd heeft. Immers de consumenten wordt in de eerdere zaken op dat onderwerp in het ongelijk gesteld.

De commissie overweegt ook dat voorgaande methodiek goed toepasbaar is op dynamische contracten en niet goed valt in te zien dat op dergelijke contracten een andere methodiek van toepassing is dan op contracten met variabele tarieven. Die methodiek wordt bij dynamische contracten al toegepast. Ook neemt de commissie in aanmerking dat een door de Tweede kamer aangenomen amendement op de (niet aangenomen) Energiewet een soortgelijke afrekenmethodiek volgt (2e kamer, 2022-2023, wetsvoorstel 35.594 kamerstuk 28). De commissie komt dan ook tot het oordeel dat zij in lijn met voornoemde uitspraken van de commissie zal oordelen. Dat betekent dat de klacht afgewezen zal worden.

Op grond van het voorgaande is de commissie van oordeel dat de klacht ongegrond is.

Derhalve wordt als volgt beslist.

Beslissing
Het door de consument verlangde wordt afgewezen.

Overeenkomstig het reglement van de commissie is de ondernemer aan de commissie behandelingskosten verschuldigd.

Deze behandelingskosten worden geheel betaald.

Aldus beslist door de Geschillencommissie Energie, bestaande uit de heer mr. R.J. Paris, voorzitter, de heer R.A. Timmer, de heer H.W. Zuur, leden, op 14 maart 2024.