Commissie: Reizen
Categorie: Totstandkoming
Jaartal: 2014
Soort uitspraak: -
Uitkomst: -
Referentiecode:
REI-D03-2066
De uitspraak:
Onderwerp van het geschil
Het geschil vloeit voort uit een op 3 januari 2003via een boekingskantoor met de reisorganisator tot stand gekomen overeenkomst. De reisorganisator heeft zich daarbij verplicht tot het leveren van een vliegreis voor twee personen naar Malaga in Spanje met verblijf in een appartement op basis van logies, voor de periode van 21 augustus 2003 tot en met 4 september 2003 voor de som van € 1.220,–. Standpunt van klager Het standpunt van klager luidt in hoofdzaak als volgt. We hebben de reis geboekt op basis van in de reisbrochure gegarandeerde vertrektijden. Op 13 augustus 2003 kreeg ik de reisbescheiden met veranderde vertrek- en terugreistijd. De reisorganisator wist reeds voor het zomerseizoen dat de gegarandeerde vertrektijden niet te handhaven waren, maar zij hebben mij tussen datum boeking en 13 augustus 2003 geen bericht gestuurd. Op 13 augustus 2003 heb ik de reis geannuleerd. De reisorganisator heeft met een beroep op de annuleringsvoorwaarden maar 25% van de reissom terugbetaald. De late terugvlucht (23.00 uur) was voor ons zeer bezwaarlijk. Klager verlangt alsnog het restant van de reissom, € 915,–. Standpunt van de reisorganisator Het standpunt van de reisorganisator luidt in hoofdzaak als volgt. Voor de door klager geboekte reis hebben we in de reisbrochure vaste vertrektijden gepubliceerd. De voorwaarden waaronder we deze vertrekgarantie aanbieden staan vermeld op pagina 3. Klager had het volgende schema: vertrek heenreis 06.10 aankomst 09.00 terug vertrek 09.50 aankomst 12.40 uur. De boekingsresultaten vielen tegen als gevolg waarvan op de donderdag een van de twee vluchten is vervallen. Om organisatorische redenen is de ochtendvlucht geannuleerd. Het nieuwe schema werd: vertrek heenreis 18.30 aankomst 21.20 terug vertrek 22.20 aankomst 01.15 uur. Conform de voorwaarden komen onze klanten in aanmerking voor een korting van € 25,– per persoon op een volgende reis indien zij vertrekken met een vlucht waarvan de afwijking ten opzichte van de oorspronkelijke vertrektijd meer dan vier uur bedraagt. Voor vluchtwijzigingen bij charters geldt geen enkele compensatieregeling indien het vervoer geschiedt op de in het ticket vermelde datum. Uiteraard doen wij met het aanbieden van vaste vertrektijden een belofte die wij gestand dienen te houden. Het is echter nimmer geheel uit te sluiten dat incidenteel wijzigingen moeten worden aangebracht als gevolg van onvoorziene omstandigheden. We zullen ons tot het uiterste inspannen om te voorkomen dat juist een vluchttijd die we garanderen dient te worden gewijzigd. We hebben nog voor klager een alternatief gezocht maar voor de terugvlucht waren helaas geen andere mogelijkheden. Het zou voor klager uiterst verwarrend geweest zijn als wij tussentijds schemawijzigingen hadden doorgegeven. Wij kiezen er van ook voor om onze gasten te wijzen op het feit dat zij de definitieve tijden in de tickets zullen terugvinden. Ter zitting heeft de reisorganisator verder nog – in hoofdzaak – het volgende aangevoerd. De wijzigingen als hiervoor genoemd waren ons bekend begin juni 2003. We zijn ons ervan bewust dat het garanderen van vertrektijden risico’s in zich bergt. Beoordeling van het geschil De commissie heeft het volgende overwogen. Onbetwist staat tussen partijen vast dat de tussen hen gesloten overeenkomst is geboekt naar aanleiding van het aanbod waarin door de reisorganisator de vertrektijden vanuit Amsterdam en vanuit de plaats van bestemming als vast worden gegarandeerd. Daarmee vormen die garanties onderdeel van de overeenkomst. Het vertalen door de reisorganisator van een garantie op vaste vertrektijden in een inspanningsverplichting om wijziging in die vertrektijden te voorkomen, is onjuist en moet welhaast berusten op een misverstand aan de zijde van de reisorganisator. De verwijzing door de reisorganisator naar de voorwaarden van de gegarandeerde vaste vertrektijden op pagina 3 van de prijsbijlage, snijdt in dit geval geen hout. Die voorwaarden zien op een vertrek met vertraging en niet op een maanden tevoren bekende schemawijziging. De voorwaarden houden kort gezegd in: in het geval de vertraging meer dan 4 uur bedraagt en de oorzaak binnen de invloedssfeer van de vliegmaatschappij ligt, heeft de klant recht op een vakantiecheque van € 25,– per persoon te verzilveren bij een volgende vakantie bij de reisorganisator. Ook de verwijzing door de reisorganisator naar deze voorwaarden is onbegrijpelijk en moet wederom op een misverstand berusten. Nu vaststaat dat de reisorganisator de overeenkomst op door haar gegarandeerde onderdelen niet kon nakomen, was klager gerechtigd de reis te annuleren en is de reisorganisator gehouden de volle reissom te restitueren. De oorzaak van de tekortkoming van de reisorganisator was geheel gelegen binnen haar risicosfeer. Het ging immers om een tegenvallend aantal boekingen waardoor vluchten uit het schema zijn genomen. Het is overigens onnavolgbaar hoe de reisorganisator in het geval van gegarandeerde vertrektijden het standpunt kan innemen dat het tussentijds op de hoogte brengen van schemawijzigingen zinloos is en dat wordt volstaan met verwijzing naar de tijden op de te zijner tijd te ontvangen vliegtickets. Als het goed is, staan op die vliegtickets immers dezelfde (gegarandeerde) tijden vermeld als bij boeking aangeboden. Bovendien – en daar gaat het hier natuurlijk om – had klager bij kennisneming van de wijziging begin juni 2003 bijtijds kunnen annuleren én tijdig kunnen omzien naar een alternatief. De slotsom is dan ook dat het door klager gevorderde zonder meer toewijsbaar is. De commissie is derhalve van oordeel dat de klacht gegrond is. Derhalve wordt als volgt beslist. Beslissing De reisorganisator betaalt aan klager een vergoeding van € 915,–. Betaling dient plaats te vinden binnen een maand na de verzenddatum van dit bindend advies. Bovendien dient de reisorganisator overeenkomstig het reglement van de commissie een bedrag van € 60,– aan klager te vergoeden ter zake van het klachtengeld. Overeenkomstig het reglement van de commissie is de reisorganisator aan de commissie als bijdrage in de behandelingskosten van het geschil een bedrag verschuldigd van € 205,–. Aldus beslist door de Geschillencommissie Reizen, op 6 februari 2004.